Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Vorig onderwerp

Volgend onderwerp

Recordindicatoren voor secties met verwante informatie beheren

Als aan uw gebruikersrol de machtiging 'Gegevenspagina personaliseren - recordindicator' is toegewezen, kunt u de secties met verwante informatie zo instellen dat indicatoren worden weergegeven op de tabbladden voor de secties met verwante informatie en dat met deze indicatoren wordt getoond of de secties records bevatten. De systeembeheerder kan ook de recordindicatoren configureren voor de gegevenspagina's voor de recordtypen op rolniveau. Als u de instellingen voor recordindicator niet personaliseert voor een type record, worden de instellingen voor recordindicator gebruikt die zijn geconfigureerd voor het type record voor uw rol. Zie Overzicht per pagina in Oracle CRM On Demand en Uitgebreide weergave voor tabbladen met verwante informatie voor meer informatie over het gebruik van recordindicatoren en de acties die worden uitgevoerd met recordindicatoren.

Voer de volgende procedure uit om de instellingen voor de recordindicator te personaliseren voor een type record.

Ga als volgt te werk om de instellingen voor de recordindicator te personaliseren voor een type record:

  1. Klik rechtsboven op de pagina op de algemene koppeling 'Mijn set-up'.
  2. Klik in de sectie 'Persoonlijke instellingen lay-out' op de koppeling 'Persoonlijke lay-out'.
  3. Klik in de sectie 'Paginalay-out persoonlijke gegevens' op de paginakoppeling 'Lay-out' voor het type record.
  4. Als de pagina 'Persoonlijke lay-out' wordt geopend, klikt u op de koppeling 'Recordindicator beheren'.

    OPMERKING: u kunt ook naar de pagina voor persoonlijke lay-out - recordindicator gaan door te klikken op de koppeling 'Lay-out bewerken' op een gegevenspagina van een record.

  5. Selecteer in de lijst 'Beschikbare verwante informatie' op de pagina voor persoonlijke lay-out - recordindicator de secties met verwante informatie waarvoor u wilt dat er een recordindicator wordt weergegeven. Klik op de pijl om de geselecteerde secties te verplaatsen naar de lijst 'Geselecteerde verwante informatie'.

    TIP: u kunt meerdere secties tegelijkertijd selecteren door tijdens het selecteren van de secties de Shift- of Ctrl-toets ingedrukt te houden.

  6. Sla uw wijzigingen op.

Nadat u de instellingen voor de recordindicator voor een type record hebt gepersonaliseerd, zijn de gepersonaliseerde instellingen van toepassing op de gegevenspagina voor alle records van dat type totdat een van de volgende acties wordt uitgevoerd:

  • U werkt de instellingen voor de recordindicator weer bij in uw secties met verwante informatie.
  • U herstelt de instellingen voor de recordindicator voor het type record naar de standaardinstellingen voor het type record voor uw rol. Er worden updates geïmplementeerd die oorspronkelijk door de systeembeheerder op rolniveau zijn uitgevoerd.
  • De systeembeheerder zet de paginalay-out voor uw gebruikersrol terug naar de standaardlay-out. Alle gepersonaliseerde instellingen voor het weergeven van recordindicatoren voor secties met verwante informatie voor het type record worden hersteld naar de instellingen die zijn geconfigureerd voor het type record op rolniveau.

U herstelt de instellingen voor de recordindicator voor het type record naar de standaardinstellingen voor het type record voor uw rol door de volgende stappen uit te voeren.

Ga als volgt te werk om de instellingen voor de recordindicator voor een type record te herstellen naar de standaardinstellingen:

  • Klik op de pagina voor persoonlijke lay-out - recordindicator op 'Standaard'.


Gepubliceerd op oktober 2016 Copyright © 2005, 2016, Oracle. Alle rechten voorbehouden. Legal Notices.