Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Vorig onderwerp

Volgend onderwerp

Toegangsprofielen instellen

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u toegangsprofielen instelt.

OPMERKING: in Oracle CRM On Demand worden controlerecords gegenereerd voor alle wijzigingen in toegangsprofielen. Als aan uw gebruikersrol de machtigingen 'Toegang tot hoofdcontrolespoor' en 'Controle beheerconfiguratie' zijn toegewezen, kunt u het controlespoor weergeven voor de wijzigingen in toegangsprofielen. Zie Beheerconfiguratiewijzigingen voor controlesporen bekijken voor meer informatie over het weergeven van controlesporen.

Voordat u begint.Als u toegangsprofielen in uw bedrijf wilt weergeven, maken of wijzigen, moet voor uw rol de machtiging 'Rollen en toegang beheren' zijn ingesteld.

Ga als volgt te werk om een toegangsprofiel in te stellen:

  1. Toegangsprofielen toevoegen.
  2. Toegangsniveaus voor typen primaire records opgeven.
  3. Toegangsniveaus voor typen verwante records opgeven.

Zie Verwante onderwerpen voor toegangsprofielen voor koppelingen naar onderwerpen met aanvullende informatie over toegangsprofielen.

Toegangsprofielen toevoegen

U kunt toegangsprofielen toevoegen op de volgende manieren:

  • Een nieuwe rol maken.
  • Een bestaand profiel kopiëren en de toegangsniveaus wijzigen.

In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een toegangsprofiel toevoegt.

Ga als volgt te werk om een toegangsprofiel toe te voegen:

  1. Klik rechtsboven op een pagina op de algemene koppeling 'Beheer'.
  2. Klik in de sectie 'Gebruikersbeheer en toegangscontroles' op de gelijknamige koppeling.
  3. Klik in de sectie 'Beheer toegangsprofielen' op de koppeling 'Toegangsprofielen'.
  4. Voer een van de volgende stappen uit in 'Lijst toegangsprofielen':
    • Als u een nieuw profiel wilt maken op basis van een bestaand profiel, klikt u voor de profielnaam op 'Kopiëren'.
    • Als u een nieuw profiel wilt maken dat niet is gebaseerd op een bestaand profiel, klikt u op 'Nieuw' op de titelbalk.

      Met de wizard 'Toegangsprofielen' wordt u stapsgewijs door het proces geleid.

  5. In stap 1 van de wizard 'Toegangsprofielen' voert u een naam en een omschrijving in, en stelt u zo nodig de overige velden in. De overige velden worden beschreven in de volgende tabel.

    Veld

    Omschrijving

    Markeren voor vertaling

    Het selectievakje 'Markeren voor vertaling' is alleen ingeschakeld in de volgende omstandigheden:

    • De naam van een bestaand toegangsprofiel wordt gewijzigd
    • De naam van een bestaand toegangsprofiel is al vertaald in een of meer andere talen

      In deze gevallen kunt u met het selectievakje 'Markeren voor vertaling' aangeven of de vertaalde naam van het toegangsprofiel wordt vervangen door de nieuwe naam of niet. Afhankelijk van de instelling van dit selectievakje wordt de naam van het toegangsprofiel als volgt weergegeven:

    • Als u het selectievakje 'Markeren voor vertaling' inschakelt, wordt de nieuwe naam weergegeven in de taal waarin deze is ingevoerd, ongeacht welke taal wordt gebruikt voor weergave van de lijst met toegangsprofielen. Als de lijst met toegangsprofielen wordt weergegeven in de taal waarin de nieuwe naam is ingevoerd, wordt de naam weergegeven in het standaardlettertype. Als de lijst echter in een andere taal wordt weergegeven, verschijnt de naam met blauwe letters en tussen vierkante haken.
    • Als u het selectievakje 'Markeren voor vertaling' niet inschakelt, wordt de naam weergegeven in de lijst met toegangsprofielen in de taal waarin deze naam is ingevoerd. Als de lijst met toegangsprofielen echter in een andere taal wordt weergegeven, is de originele vertaalde naam van het toegangsprofiel zichtbaar.

      Het selectievakje 'Markeren voor vertaling' heeft geen effect wanneer een nieuw toegangsprofiel wordt toegevoegd. In dat geval wordt de naam automatisch weergegeven in de lijst met toegangsprofielen in alle talen. Als de lijst met toegangsprofielen wordt weergegeven in de taal waarin de nieuwe naam is ingevoerd, wordt de naam weergegeven in het standaardlettertype. Als de lijst met toegangsprofielen in een andere taal wordt weergegeven, verschijnt de naam van het nieuwe toegangsprofiel met blauwe letters en tussen vierkante haken.

    Toekenbaar aan teamleden

    Schakel dit selectievakje in als u het toegangsprofiel toekenbaar wilt maken aan teamleden.

    Toekenbaar aan gebruikers van boeken

    Schakel dit selectievakje in als u het toegangsprofiel beschikbaar wilt maken voor toewijzing aan gebruikers van boeken. Zie Toegangsprofielen voor boeken maken voor meer informatie.

    Uitgeschakeld

    Schakel dit selectievakje in als u het toegangsprofiel wilt uitschakelen. Een uitgeschakeld toegangsprofiel kan niet worden gebruikt in nieuwe koppelingen met rollen, teams of boekingen. Als een uitgeschakeld toegangsprofiel echter eerder was gekoppeld aan een rol, team of boek, blijft dit als zodanig geldig totdat u een ander toegangsprofiel aan de rol, het team of het boek toewijst.

    OPMERKING: de selectievakjes 'Toekenbaar aan teamleden' en 'Toekenbaar aan gebruikers van boeken' zijn standaard ingeschakeld voor de vooraf ingestelde toegangsprofielen 'Bewerken', 'Volledig' en 'Alleen lezen'. Wanneer een gebruiker iemand toevoegt aan een team of een boek, bevat de keuzelijst 'Toegangsprofielen' die op de pagina 'Gebruikers toevoegen' of de pagina 'Gebruikers bewerken' wordt weergegeven deze vooraf gedefinieerde profielen. Als u wilt voorkomen dat een van deze drie toegangsprofielen wordt toegewezen aan een gebruiker in een boek of een boek van een gebruiker in een team, schakelt u het desbetreffende selectievakje voor dat toegangsprofiel uit.

Toegangsniveaus voor primaire recordtypen opgeven

Voer de stappen in de volgende procedure uit om toegangsniveaus op te geven voor primaire recordtypen.

Ga als volgt te werk om toegangsniveaus op te geven voor primaire recordtypen:

  1. In stap 2 van de wizard 'Toegangsprofielen' selecteert u het toegangsniveau voor alle primaire recordtypen. U kunt kiezen uit:
  2. Als u toegangniveaus wilt opgeven voor verwante recordtypen voor een primair type record, klikt u op de koppeling 'Verwante informatie' voor het primaire type record. Anders klikt u op 'Voltooien' om de wijzigingen op te slaan.

    De meeste recordtypen hebben een koppeling 'Verwante informatie'. Verwante informatie wordt als gekoppelde records weergegeven op de gegevenspagina's voor records. Zie Toegangsniveaus voor verwante recordtypen opgeven voor meer informatie over het opgeven van toegangsniveaus voor verwante recordtypen.

Toegangsniveaus voor verwante recordtypen opgeven

Voer de stappen in de volgende procedure uit om toegangsniveaus op te geven voor verwante recordtypen.

Ga als volgt te werk om toegangsniveaus op te geven voor verwante recordtypen:

  1. In stap 2 van de wizard 'Toegangsprofielen' klikt u op de koppeling 'Verwante informatie' voor het primaire type record waarvoor u het toegangsniveau wilt opgeven voor een of meer verwante recordtypen.
  2. Selecteer het juiste toegangsniveau voor de recordtypen met verwante informatie.

    De keuzelijst met toegangsniveaus in het veld voor het toegangsniveau voor verwante recordtypen is afhankelijk van de relatie van het verwante type record met het bovenliggende type record. Afhankelijk van het toegangsniveau dat u instelt in dit veld en in de wizard 'Rollenbeheer', kunt u gebruikers toestaan of weigeren om records van het desbetreffende type record te maken, bij te werken of weer te geven.

    Zie Toegangsniveaus voor typen verwante records voor meer informatie.

    OPMERKING: als u een nieuwe verkoopkans wilt maken, moet het toegangsniveau van het aan recordtype 'Verkoopkans' verwante recordtype 'Omzet' zijn ingesteld op 'Volledig'.

    Zie Toegangsprofiel- en rolinstellingen voor het converteren van leads voor meer informatie over de vereiste instellingen voor het converteren van leads. Zie Toegangsprofiel- en rolinstellingen voor het converteren van dealregistraties voor meer informatie over de vereiste instellingen voor het converteren van dealregistraties.

  3. Nadat u de toegangsniveaus voor verwante recordtypen van een primair recordtype hebt ingesteld, klikt u op 'Vorige' om terug te gaan naar de beginpagina van stap 2 van de wizard.
  4. Herhaal stap 1-3 van deze procedure voor elk primair type record waarvoor u toegangsniveaus wilt opgeven voor een of meer verwante recordtypen.
  5. Klik op 'Voltooien' om de wijzigingen op te slaan zodra u klaar bent met het instellen van de toegangsniveaus voor alle primaire en bijbehorende verwante recordtypen.
Verwante onderwerpen voor toegangsprofielen

Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie:


Gepubliceerd op oktober 2016 Copyright © 2005, 2016, Oracle. Alle rechten voorbehouden. Legal Notices.