Oracle CRM On Demand beheren > Toepassingen aanpassen > Veel-op-veel-relaties voor aangepaste objecten
Veel-op-veel-relaties voor aangepaste objecten
Standaard zijn alle relaties tussen aangepaste objecten 01, 02 en 03 en andere recordtypen veel-op-veel-relaties. In het geval van alle andere recordtypen van aangepaste objecten (bijvoorbeeld, aangepast object 04) is de relatie tussen het recordtype van het aangepaste object en een willekeurig ander recordtype (inclusief andere recordtypen van aangepaste objecten) standaard een een-op-veel-relatie.
U kunt veel-op-veel-relaties voor recordtypen 'Aangepast object' maken door een ander recordtype 'Aangepast object' als kruispunttabel te gebruiken.
Voordelen van het gebruik van het type record 'Aangepast object' als kruispunttabel
Als u een type record 'Aangepast object' gebruikt als kruispunttabel en geen veel-op-veel-relaties gebruikt met andere recordtypen binnen de aangepaste objecten 01 t/m 03, heeft dit de volgende voordelen:
- Flexibiliteit. U hebt meer flexibiliteit om de relatie tussen objecten te beheren. Als u een type record 'Aangepast object' gebruikt als kruispunttabel, hebt u direct toegang tot de kruispuntrecords in het type record 'Aangepast object'. Voor aangepaste objecten 01, 02 en 03 zijn de kruispunttabel en de veel-op-veel-relaties met andere recordtypen niet zichtbaar. Gebruikers kunnen de kruispuntrecords daarom niet weergeven of wijzigen. Aangepast object 04 en hogere recordtypen zijn flexibeler omdat hiervoor kan worden bepaald voor welke recordtypen een veel-op-veel-relatie is vereist. De veel-op-veel-relaties tussen aangepaste objecten 01, 02 en 03 en andere recordtypen zijn vooraf geconfigureerd. Deze relaties kunnen niet worden gewijzigd. Bijvoorbeeld: als u aangepast object 01 gebruikt en alleen een-op-veel-relaties wilt instellen tussen aangepast object 01 en account, wordt de relatie opgeslagen als een veel-op-veel-relatie. Voor aangepast object 01 wordt een aanvullende record gebruikt om de relatie op te slaan in de verborgen kruispunttabel, ook als opslaan niet is vereist. De aanvullende record wordt toegevoegd aan de toegewezen records voor uw bedrijf. Als u aangepast object 04 gebruikt en alleen een een-op-veel-relatie wilt instellen tussen aangepast object 04 en account, gebruikt u de opgegeven standaard-een-op-veel-relatie. Als u geen aangepast object 04 gebruikt, kunt u een ander type record 'Aangepast object' gebruiken om veel-op-veel-relaties te maken tussen aangepast object 04 en account.
- Betere integratie. Integratiegebeurtenissen zijn efficiënter als u het type record 'Aangepast object' gebruikt als kruispunttabel. U kunt veel-op-veel-relaties direct laden in het type record 'Aangepast object' met het importhulpmiddel in Oracle CRM On Demand of webservices. Het importhulpmiddel biedt geen ondersteuning voor het importeren van relaties tussen aangepaste objecten 01, 02 en 03 en andere recordtypen. Met integratiegebeurtenissen kunnen alleen de bovenliggende velden voor de aangepaste objecten 01, 02 en 03 worden getraceerd. Met integratiegebeurtenissen kunnen geen gebeurtenissen worden getraceerd voor de aangepaste objecten 01, 02 en 03 en verwante recordtypen zoals een koppeling of ontkoppeling met andere recordtypen. Als u aangepast object 04 of hogere recordtypen gebruikt als kruispunttabel, kunt u alle gebeurtenissen traceren en detecteren die zijn opgenomen in de kruispunttabel. Bij aangepast object 04 of hogere recordtypen wordt ondersteuning geboden voor integratiegebeurtenissen.
- Opslag van aanvullende informatie. Mogelijk wilt u aanvullende informatie opslaan over de veel-op-veel-relaties tussen twee recordtypen. Bijvoorbeeld: voor een tekstveld of complexer bedrijfsmodel zijn mogelijk relaties met andere recordtypen vereist. Voor aangepast object 04 en hogere recordtypen worden in Oracle CRM On Demand alle beschikbare aangepaste velden ondersteund. Hierdoor kunt u aangepaste velden maken in de kruispunttabel. Voor aangepast object 04 en hogere recordtypen worden ook relaties met andere recordtypen ondersteund. Hierdoor kunt u relaties maken met de kruispunttabel. In kruispunttabellen voor de aangepaste objecten 01, 02 en 03 en andere recordtypen worden aangepaste velden en relaties met andere recordtypen niet ondersteund.
Voorbeeld voor het maken van een veel-op-veel-relatie
Uw bedrijf is eigenaar en beheerder van conferentiecentra en biedt conferentiefaciliteiten aan andere bedrijven, overheidsinstellingen, enzovoort. U wilt een recordtype 'Aangepast object' gebruiken om de gegevens van boekingen bij te houden en een ander recordtype 'Aangepast object' gebruiken om de gegevens van de ruimten die voor iedere boeking worden gebruikt bij te houden. Iedere ruimte wordt voor een groot aantal boekingen gebruikt en voor iedere boeking kan een aantal ruimten worden gebruikt. U hebt dus een veel-op-veel-relatie tussen de recordtypen nodig.
Om deze veel-op-veel-relatie te maken, kunt u een derde recordtype 'Aangepast object' gebruiken als kruispunttabel om de gegevens van alle boekingen van een bepaalde ruimte of sessie bij te houden. Vervolgens kunt u een een-op-veel-relatie maken tussen ruimten en sessies, en een een-op-veel-relatie tussen boekingen en sessies, zodat u beschikt over een veel-op-veel-relatie tussen ruimten en boekingen.
In de volgende procedure wordt beschreven hoe de recordtypen en relaties voor dit voorbeeld moeten worden ingesteld. Aangepaste objecten 04, 05 en 06 worden voor de nieuwe recordtypen gebruikt.
Ga als volgt te werk om een veel-op-veel-relatie in te stellen:
- Als de recordtypen 'Aangepast object' die u wilt gebruiken niet voor uw bedrijf zijn ingesteld, moet u contact opnemen met de klantenservice om deze voor u in te laten stellen.
- Zodra de klantenservice de aangepaste objecten heeft ingesteld, moet u de naam van aangepaste objecten 04, 05 en 06 respectievelijk wijzigen in 'Ruimte', 'Boeking' en 'Sessie'.
Zie Namen van recordtypen wijzigen voor informatie over het wijzigen van namen van recordtypen.
- Voor iedere gebruikersrol die toegang tot de nieuwe recordtypen nodig heeft, moet u het gewenste toegangsniveau instellen in stap 2, 'Toegang tot type record' van de wizard 'Rollenbeheer'. Het toegangsniveau wordt door u bepaald, gebaseerd op de verantwoordelijkheden van de gebruiker.
Zie Rollen toevoegen voor informatie over het instellen van gebruikersrollen.
- Configureer het toegangsprofiel voor de nieuwe recordtypen voor iedere gebruikersrol die toegang nodig heeft tot de nieuwe recordtypen.
U moet minimaal de volgende opties instellen:
- Ga als volgt te werk om een nieuwe paginalay-out voor de nieuwe recordtypen te maken:
- Wijs de paginalay-outs die u in stap 6 van de wizard 'Rollenbeheer' hebt gemaakt toe aan de gebruikersrollen die toegang nodig hebben tot de nieuwe recordtypen.
Zie Rollen toevoegen voor informatie over het instellen van gebruikersrollen.
OPMERKING: behalve de in de voorafgaande procedure beschreven configuratiewijzigingen, kunt u de nieuwe recordtypen op dezelfde manier aanpassen als andere recordtypen. Zie de pagina 'Aanpassen van de toepassing voor recordtype' voor informatie over het aanpassen van recordtypen.
|