Denk goed na over hoe u parameterveldvariabelen zoals %%%User Id%%% wilt gebruiken voordat u een webapplet maakt in Oracle CRM On Demand als het veld tekens bevat die kunnen worden gelezen als escapetekens met verwijzing naar tekenentiteiten.
Als u parameterveldvariabelen invoegt in HTML, worden tekens in de veldnaam zoals & gelezen als escapetekens met de bijbehorende verwijzing naar de tekenentiteit (in dit geval &). De verwijzing naar de entiteit wordt weergegeven in het browservenster en het teken waarnaar wordt verwezen, wordt weergegeven. Bijvoorbeeld: u wilt een HTML-webapplet maken voor een startpagina met de bedrijfsnaam A&B Manufacturing. In de vervolgkeuzelijst 'Gebruikers- en systeemvelden' kiest u de waarde 'Bedrijfsnaam' om de variabele %%%Company name%%% in te voegen. Tijdens runtime bevat deze variabele de waarde A&B Manufacturing. Deze waarde wordt in het browservenster weergegeven als A&B Manufacturing. Verwijzingen naar tekenentiteiten worden niet weergegeven in JavaScript code. In dit geval plaatst u de variabele in een context waarnaar kan worden verwezen, haalt u de variabele op uit de document-DOM en codeert u de variabele zo nodig. Deze verschillen worden beschreven in het volgende voorbeeld van HTML-code in webapplets:
<span id=”companyname” style=”display:none” data-value=”%%%Company name%%%”></span>
<script type=”text/javascript”>
var var1 = ”%%%Company name%%%”;
var var2 = document.getElementById(“companyname”).getAttribute(“data-value”);
</script>
De waarde van var1 is “A&B Manufacturing” en de waarde van var2 is “A&B Manufacturing”. De waarden van var1 en var2 verschillen omdat verwijzingen naar entiteiten in het browservenster worden weergegeven in HTML-codes en -gegevens maar niet in het element <script>.
Selecteer een optie in de vervolgkeuzelijst 'Gebruikers- en systeemvelden' als u op de huidige positie van de cursor velden voor parameters wilt toevoegen aan het veld 'URL'.
Als u bijvoorbeeld 'Gebruikers-ID' uit de vervolgkeuzelijst kiest, wordt %%%User id%%% ingevoegd. Tijdens runtime wordt deze parameter vervangen door de gebruikers-ID van de gebruiker die zich heeft aangemeld.
Bijvoorbeeld: als u de optie 'Hostnaam' selecteert in de lijst, wordt de variabele %%%Hostname%%% ingevoegd op de cursorpositie. Tijdens runtime wordt deze parameter vervangen door de hostnaam van de server waarop Oracle CRM On Demand wordt uitgevoerd. Dit is handig voor configuratie-instellingen met een URL-koppeling naar Oracle CRM On Demand omdat de hostnaam voor Oracle CRM On Demand niet meer handmatig hoeft te worden gewijzigd bij migratie van een omgeving naar een andere omgeving.
Zie Gebruikers- en systeemvelden voor meer informatie.
|