Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Vorig onderwerp

Volgend onderwerp

Workflowregels maken

In dit onderwerp wordt beschreven hoe u workflowregels maakt.

OPMERKING: als het selectievakje 'Vertaalondersteuning inschakelen voor bericht Workflow annuleren en opslaan' is ingeschakeld voor het bedrijfsprofiel, is het veld 'Vertaling' beschikbaar op de pagina 'Gegevens workflowregel' en op de pagina 'Workflowregel bewerken' als u een bestaande workflowregel bewerkt. Met het veld 'Vertaling' kunt u vertaalde versies van aangepaste foutberichten invoeren die worden geretourneerd aan gebruikers of webservices als niet wordt voldaan aan de conditie van een workflowregel en het selectievakje 'Opslaan annuleren' is ingeschakeld voor de regel. Zie Opslaan workflow annuleren voor meer informatie over het veld 'Vertaling'.

Voordat u begint. De functionaliteit voor workflows in Oracle CRM On Demand moet voor uw bedrijf zijn ingesteld, zoals is beschreven in Workflowregels. Als u de procedures in dit onderwerp wilt uitvoeren, moet aan uw rol de machtiging 'Gegevensregels beheren - Workflowregels beheren' zijn toegewezen. Als u workflowregels wilt maken voor het type record 'Gebruiker', moet aan uw gebruikersrol ook de machtiging 'Gegevensregels beheren - Workflowregels beheren voor gebruikers' zijn toegewezen. De systeembeheerder kan deze machtiging toewijzen aan de gebruikersrol 'Beheerder' en zo nodig ook aan elke andere rol. Zie Overwegingen bij het maken van workflowregels voor het type record Gebruiker voor meer informatie over overwegingen bij het maken van workflowregels voor het type record 'Gebruiker'. Zie Rollen toevoegen voor meer informatie over het toevoegen van machtigingen aan rollen.

OPMERKING: nadat een regel is gemaakt, kunt u het recordtype of de signaleringsgebeurtenis voor de regel niet wijzigen. U kunt echter wel de workflowconditie bijwerken.

Ga als volgt te werk om een workflowregel te maken:

  1. Klik rechtsboven op een pagina op de algemene koppeling 'Beheer'.
  2. Klik in de sectie 'Bedrijfsprocesbeheer' op 'Workflowconfiguratie'.
  3. Voer een van de volgende stappen uit op de pagina 'Lijst workflowregels':
    • Als u een nieuwe workflowregel wilt maken door een bestaande regel te kopiëren, klikt u op 'Kopiëren' op de workflowregel die u wilt kopiëren.
    • Als u een nieuwe workflowregel wilt maken die niet is gebaseerd op een bestaande regel, klikt u op 'Nieuw' op de titelbalk.
  4. Voer in de sectie 'Belangrijkste gegevens workflowregel' van de pagina 'Gegevens workflowregel' de regelgegevens in.

    In de volgende tabel worden de regelvelden omschreven.

    Veld

    Omschrijving

    Naam workflow

    Voer een unieke naam in (maximaal 50 tekens).

    Actief

    Gebruik het selectievakje 'Actief' om de regel in en uit te schakelen. Elk gewenst aantal workflowregels kan tegelijkertijd actief zijn.

    Order

    Dit veld is alleen-lezen wanneer u de workflowregel maakt. Met het volgnummer wordt bepaald in welke volgorde workflowregels worden opgeroepen in Oracle CRM On Demand die zijn gebaseerd op hetzelfde type record en dezelfde signaleringsgebeurtenis (en op hetzelfde type bovenliggende record, als van toepassing). De regel wordt via Oracle CRM On Demand automatisch toegewezen aan het volgende niet-gebruikte volgnummer voor regels die zijn gebaseerd op hetzelfde type record en dezelfde signaleringsgebeurtenis. Als de signaleringsgebeurtenis 'Na koppeling met bovenliggende record' of 'Na ontkoppeling van bovenliggende record' is geselecteerd, wordt in Oracle CRM On Demand automatisch de regel toegewezen aan het volgende niet-gebruikte volgnummer voor regels die zijn gebaseerd op hetzelfde type record, dezelfde signaleringsgebeurtenis en hetzelfde type bovenliggende record. U kunt de volgorde van de workflowregels op een later tijdstip wijzigen. Zie De volgorde van workflowregels wijzigen voor meer informatie.

    Afsluiten

    Als u het selectievakje 'Afsluiten' inschakelt voor deze workflowregel en er is voldaan aan de regelconditie, worden de actieve acties voor de worklowregel uitgevoerd. Verdere workflowregels die zijn gebaseerd op hetzelfde type record, dezelfde signaleringsgebeurtenis en hetzelfde type record (als van toepassing), worden niet gestart.

    Als niet wordt voldaan aan de conditie voor deze workflowregel, wordt de volgende workflowregel in de reeks door Oracle CRM On Demand gestart, ongeacht de instellingen voor het selectievakje 'Afsluiten' bij de workflowregel.

    Omschrijving

    Voer aanvullende informatie in over de workflowregel zoals het doel van de regel (optioneel).

    Type record

    Selecteer het recordtype voor de workflowregel.

    Voor signaleringsgebeurtenissen van het type maken, bijwerken en verwijderen is elke workflowregel aan slechts één recordtype gekoppeld. Deze regel wordt beoordeeld voor dat recordtype en de acties worden uitgevoerd op dat recordtype. Nadat een regel is gemaakt, kunt u het recordtype voor de regel niet meer wijzigen.

    Selecteer het recordtype van de onderliggende record voor workflowregels met de signaleringsgebeurtenis 'Na koppeling met bovenliggende record' of 'Na ontkoppeling van bovenliggende record'. Als u de workflowregel bijvoorbeeld wilt activeren wanneer een relatierecord wordt gekoppeld aan een accountrecord, selecteert u 'Relatie' in dit veld en selecteert u 'Account' in het veld 'Type bovenliggende record'.

    Signaleringsgebeurtenis

    Selecteer de gebeurtenis waarmee de regel wordt geactiveerd.

    Wanneer deze gebeurtenis plaatsvindt voor een record van het opgegeven type, wordt de regel beoordeeld. Nadat een regel is gemaakt, kunt u de signaleringsgebeurtenis voor de regel niet meer wijzigen.

    OPMERKING: de signaleringsgebeurtenissen 'Na koppeling met bovenliggende record' of 'Na ontkoppeling van bovenliggende record' worden alleen ondersteund voor de recordtypen 'Account', 'Relatie' en 'Verkoopkans'. Zie de sectie 'Signaleringsgebeurtenissen voor het koppelen en ontkoppelen van records' van het onderwerp Workflowregels voor meer informatie.

    Type bovenliggende record

    Dit veld wordt weergegeven als u de signaleringsgebeurtenis 'Na koppeling met bovenliggende record' of 'Na ontkoppeling van bovenliggende record' selecteert.

    Selecteer het type bovenliggende record. Als u bijvoorbeeld een workflowregel instelt die wordt geactiveerd wanneer een relatierecord wordt gekoppeld aan een bovenliggende accountrecord, selecteert u 'Account' in dit veld en 'Relatie' in het veld 'Type record'.

  5. Als u condities voor de workflowregel definieert, klikt u op het pictogram fx in de sectie 'Conditie workflowregel' van de pagina 'Gegevens workflowregel' en gebruikt u Expression Builder om de workflowregelconditie te definiëren. Zie Expression Builder voor meer informatie over Expression Builder.

    OPMERKING: als u geen condities voor de workflowregel definieert, worden de acties voor de regel telkens uitgevoerd wanneer de regel wordt geactiveerd.

    Houd rekening met de volgende punten wanneer u condities voor workflowregels maakt:

    • Een conditie voor een workflowregel mag maximaal 2048 tekens bevatten.
    • U kunt workflowregels configureren die specifiek zijn voor bepaalde rollen of kanalen. Zie Workflowregels beperken tot bepaalde kanalen of rollen voor meer informatie over het beperken van workflowregels tot bepaalde rollen of kanalen.
    • U kunt bepalen of een veld in een record is bijgewerkt met een conditie zoals hieronder in de workflowregel. In dit voorbeeld wordt de tekenreeks Ongeldig gebruikt om te bepalen of het veld is gewijzigd, maar u kunt elke gewenste tekenreeks gebruiken, zolang de tekenreeks niet voorkomt als een waarde in het veld dat wordt onderzocht:

      IfNull([<FieldName>], "Ongeldig") <> IfNull(PRE("<FieldName>"), "Ongeldig")

      LET OP: als de PRE-functie wordt gebruikt in een workflowregel of actie die is opgeroepen op basis van een actie 'Wachten', wordt de vorige waarde van een veld niet geretourneerd. Zie PRE voor meer informatie over de functie PRE().

  6. Als de sectie 'Acties bij conditie onwaar' beschikbaar is op de pagina 'Gegevens workflowregel', geeft u op of de opslagbewerking moet worden geannuleerd als niet aan de regelconditie wordt voldaan.

    Zie Opslaan workflow annuleren voor meer informatie over het annuleren van opslagbewerkingen als niet wordt voldaan aan de regelconditie.

  7. Sla de workflowregel op.

Wanneer u de regel hebt opgeslagen, kunt u acties voor de regel maken. U kunt meerdere acties voor een workflowregel maken met een maximum van 25 acties per regel.

OPMERKING: de taalonafhankelijke veldnamen en de syntaxis van de veldnamen die worden gebruikt in voorbeeldexpressies in dit onderwerp, zijn veldnamen en syntaxis van veldnamen die werden gebruikt in Expression Builder in versies vóór Versie 29 Service Pack 1. Deze voorbeelden zijn nog steeds geldig. Als u echter de overeenkomende velden selecteert voor een expressie uit de lijst met velden in Expression Builder in Versie 29 Service Pack 1 of later, zijn de veldnamen en de syntaxis van de veldnamen anders dan die uit de voorbeelden. U wordt aangeraden altijd de velden te selecteren voor uw expressies uit de lijst met velden in Expression Builder zodat de veldnamen en de syntaxis van de veldnamen altijd correct zijn. Zie Expressies voor meer informatie over de veldnamen en de syntaxis van de veldnamen in expressies.

Zie de volgende onderwerpen voor stapsgewijze procedures voor het maken van workflowacties:

Verwante onderwerpen

Zie de volgende onderwerpen voor meer informatie over workflows:


Gepubliceerd op september 2017 Copyright © 2005, 2017, Oracle. Alle rechten voorbehouden. Legal Notices.