Analytics > Een analyse ontwerpen > Stap 1: Criteria definiëren in Analytics > Filters toevoegen aan kolommen in Analytics
Filters toevoegen aan kolommen in Analytics
Op het tabblad 'Criteria' kunt u filters instellen voor kolommen in uw rapport. Een filter beperkt de resultaten die worden weergegeven wanneer een rapport wordt uitgevoerd. Alleen resultaten die overeenkomen met de criteria worden getoond.
Een kolomfilter bestaat uit de volgende elementen:
Een kolomfilter kan ook de volgende kenmerken hebben:
- Het kan met andere kolomfilters worden gecombineerd om de resultaten van een rapport verder te beperken.
- Filters kunnen worden gegroepeerd om complexe filters te maken.
- De waarde kan worden beperkt door de resultaten van een eerder opgeslagen rapport.
- Een kolomfilter is alleen van toepassing op de kolom waarvoor het filter is gemaakt. Het filter heeft geen invloed op andere kolommen.
Het filter wordt vertaald in een WHERE-clausule in de SQL SELECT- instructie. De WHERE-clausule wordt gebruikt om de geretourneerde rijen te beperken tot rijen die voldoen aan de opgegeven beperkingen. Ervaren gebruikers kunnen rechtstreeks de SQL voor een filter invoeren.
OPMERKING: als u de optie hebt geselecteerd om nieuwe keuzelijstwaarden toe te voegen tijdens het importeren van gegevens, worden deze waarden mogelijk pas na 24 uur weergegeven in de rapporten. Gedurende die tijdsperiode kunt u de nieuwe keuzelijstwaarden mogelijk niet als filters gebruiken.
Kolomfilters maken
Ga als volgt te werk om filters maken zonder dat er een kolom wordt toegevoegd aan het rapport:
- Klik in het deelvenster 'Filters' op het pictogram waarmee een filter kan worden gemaakt voor het huidige onderwerpgebied, selecteer 'Meer kolommen...' en vervolgens de kolom in het dialoogvenster 'Kolom selecteren'.
Ga als volgt te werk om kolomfilters te maken:
- Selecteer op het tabblad 'Criteria' de filteroptie in de kolom waar u het filter wilt maken.
- Selecteer in het dialoogvenster 'Nieuw filter' een operator in de vervolgkeuzelijst 'Operator'.
Gebruik de richtlijnen in de volgende tabel voor het kiezen van een operator en het opgeven van waarden. Zie de Gebruiksnotities over operatoren aan het einde van deze procedure voor meer informatie over operatoren.
Operator
|
Richtlijnen voor gebruik
|
is gelijk aan of in
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom overeenkomen met de waarde van het filter.
|
is niet gelijk aan of niet in
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom niet overeenkomen met de waarde van het filter.
|
is kleiner dan
|
Geldig voor een kolom die getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom kleiner zijn dan de waarde van het filter.
|
is groter dan
|
Geldig voor een kolom die getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom groter zijn dan de waarde van het filter.
|
is kleiner dan of gelijk aan
|
Geldig voor een kolom die getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom kleiner dan of gelijk zijn aan de waarde van het filter.
|
is groter dan of gelijk aan
|
Geldig voor een kolom die getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom groter dan of gelijk zijn aan de waarde van het filter.
|
ligt tussen
|
Geldig voor een kolom die getallen of datums bevat. Geef twee waarden op. Resultaten bevatten records voor de opgegeven waarden en de waarden die hiertussen liggen.
|
is NULL
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef geen waarde op. De operator test alleen op de afwezigheid van gegevens in de kolom. Resultaten bevatten alleen records waarvoor geen gegevens aanwezig zijn in de kolom.
In sommige situaties kan het handig zijn te weten of bepaalde gegevens aanwezig zijn. Met behulp van de operator 'IS NULL' kunt u controleren of aan deze conditie wordt voldaan.
|
is niet NULL
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef geen waarde op. De operator test alleen op de aanwezigheid van gegevens in de kolom. Resultaten bevatten alleen records waarvoor gegevens aanwezig zijn in de kolom.
|
is bovenaan
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen de eerste n records, waarbij n een geheel getal is dat is opgegeven als de waarde in het filter.
Deze operator is voor geclassificeerde resultaten. U kunt deze operator bijvoorbeeld gebruiken om een lijst met de top 10 presteerders te verkrijgen.
|
is onderaan
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen de laatste n records, waarbij n een geheel getal is dat is opgegeven als de waarde in het filter.
Deze operator is voor geclassificeerde resultaten. U kunt deze operator bijvoorbeeld gebruiken om een lijst te verkrijgen met de klanten die het minste aantal problemen rapporteren.
|
bevat alle
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom alle waarden in het filter bevatten.
|
bevat een van
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom ten minste een van de waarden in het filter bevatten.
|
bevat geen
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom geen van de waarden in het filter bevatten.
|
begint met
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom beginnen met de waarde in het filter.
|
eindigt op
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Geef een enkele waarde op. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom eindigen met de waarde in het filter.
|
lijkt op (patroonovereenkomst)
|
Geldig voor een kolom die tekst bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Vereist het gebruik van een percentagesymbool (%) als jokerteken. U kunt maximaal twee percentagetekens in de waarde opgeven. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom overeenkomen met de patroonwaarde in het filter.
|
lijkt niet op (patroonovereenkomst)
|
Geldig voor een kolom die tekst bevat. Geef een enkele waarde of meerdere waarden op. Vereist het gebruik van een percentagesymbool (%) als jokerteken. U kunt maximaal twee percentagetekens in de waarde opgeven. Resultaten bevatten alleen records waarvoor de gegevens in de kolom niet overeenkomen met de patroonwaarde in het filter.
|
wordt gevraagd
|
Geldig voor een kolom die tekst, getallen of datums bevat. Wanneer een kolom wordt ingesteld op wordt gevraagd, wordt deze gemarkeerd om te worden gefilterd op een waarde die wordt doorgegeven uit een ander rapport.
OPMERKING: gebruik deze optie wanneer u rapporten koppelt via navigatie (zie Stap 2: Resultaten beoordelen en lay-outs maken). Een of meer kolommen in het rapport waarin u zoekt, moet het filter wordt gevraagd bevatten om rijen voor dat rapport te tonen die zijn beperkt tot de waarde waarop is geselecteerd en waarnaar wordt gezocht vanuit het hoofdrapport.
|
- Geef een waarde op in het veld 'Waarde'.
Het veld 'Waarde' heeft opties voor het invoeren van formules, datums, variabelen enzovoorts. In de volgende stappen worden een aantal van die opties omschreven.
- Voor datumkolommen kunt u op het kalenderpictogram rechts van het veld 'Waarde' klikken, en in het dialoogvenster 'Datum selecteren' een datum opgeven.
- Voor een aantal kolommen kunt u een specifieke rij selecteren om in het rapport weer te geven door rechts van het veld 'Waarde' op het pictogram met de pijl omlaag te klikken en vervolgens de rijen te selecteren die u in het rapport wilt opnemen.
- Voor een aantal kolommen kunt u de zoekfunctie gebruiken (klik op het zoekpictogram rechts van het veld 'Waarde') en specifieke waarden selecteren om in de analyse op te nemen. Verplaats met behulp van de pijlen de waarden die u hebt geselecteerd van de kolom 'Beschikbaar' naar de kolom 'Geselecteerd'.
- Voer de volgende acties uit als u een SQL-expressie of -variabele (sessievariabele, opslagvariabele of presentatievariabele) wilt toevoegen:
- Onder het veld 'Waarde' klikt u op 'Meer opties toevoegen' en kiest u 'SQL-expressie', 'Sessievariabele,' 'Opslagvariabele' of 'Presentatievariabele'.
Er wordt een nieuw veld weergegeven onder het veld 'Waarde'.
- Voer de naam van de SQL-expressie of sessievariabele in het nieuwe veld in.
SQL-expressies kunnen functieaanroepen bevatten die op kolomwaarden werken. Zie Functies gebruiken in Analytics en Sessievariabelen in Analytics voor meer informatie.
Als u een waarde, SQL-expressie of sessievariabele wilt verwijderen, klikt u op het X-pictogram naast het item.
- Zie Opgeslagen rapporten gebruiken als filters verderop in dit onderwerp als u dit filter wilt beperken door de waarde van een kolom in een andere analyse.
- Als u het filter wilt converteren naar SQL, schakelt u het selectievakje 'Dit filter converteren naar SQL' in.
- Klik op 'OK' wanneer u klaar bent.
Het filter wordt weergegeven in het gebied 'Filters' op het tabblad 'Criteria' of in de catalogus.
Gebruiksnotities over operatoren
Met sommige operatoren worden soortgelijke (niet exact gelijke) functies uitgevoerd. Bekijk de overeenkomsten en verschillen tussen de volgende operatoren:
- is gelijk aan
- in onderdeel van
- bevat alle
- bevat een van
- lijkt op
Met de operatoren is gelijk aan of is onderdeel van wordt gezocht naar een exacte overeenkomst tussen de zoekcriteria en de waarden in de database. Bijvoorbeeld: bij het criterium 'Pat Lee' worden alleen waarden met de exacte overeenkomst 'Pat Lee' geretourneerd. Omdat alle zoekacties hoofdlettergevoelig zijn, worden waarden als 'pat Lee' of 'Pat lee' niet geretourneerd.
Met de operator bevat alle wordt gezocht naar alle waarden die overeenkomen met de criteria. Alle waarden moet beschikbaar zijn om waarden te retourneren (zoals in een zoekactie met de operator EN). Bijvoorbeeld: als met de criteria wordt gezocht naar twee waarden ('Pat' en 'Lee'), worden de waarden 'Pat Lee' en 'Lee Pat' geretourneerd maar worden de waarden 'pat Lee', 'Pat Smith' en 'Chris Lee' niet geretourneerd omdat deze waarden niet voldoen aan alle criteria ('Pat' EN 'Lee').
Met de operator bevat een van wordt gezocht naar waarden die overeenkomen met de criteria. Deze is operator is minder streng omdat niet alle waarden vereist zijn (zoals in een zoekactie met de operator OF). Bijvoorbeeld: als met het criterium wordt gezocht naar twee waarden ('Pat' en 'Lee'), worden de waarden 'Pat', 'Pat Smith', 'Chris Lee' en 'Lee' geretourneerd omdat deze waarden voldoen aan het criterium 'Pat' OF 'Lee'.
Met de operator lijkt op wordt gezocht naar patronen. Hiervoor moeten een of twee percentagesymbolen (%) worden gebruikt als jokerteken. Bijvoorbeeld: als met de criteria wordt gezocht naar de waarde 'P%t %ee', worden de waarden 'Pat Lee', 'Pit smee' en 'Packet trainee' geretourneerd maar wordt de waarde 'pat Lee' niet geretourneerd.
Voor een optimale zoeksnelheid gebruikt u zo min mogelijk operatoren die overeenkomen met patronen zoals 'bevat alle', 'bevat een van' en 'lijkt op'. Als u wilt zoeken op exacte waarden, gebruikt u geen operatoren die overeenkomen met patronen maar exacte operatoren.
Kolomfilters opslaan
U kunt een filter opslaan als deel van een analyse of voor gebruik in andere analyses. Als een filter is bedoeld voor een specifieke analyse en u de analyse opslaat, wordt het filter opgeslagen als deel van de analyse en wordt het telkens toegepast wanneer de analyse wordt uitgevoerd. U kunt het filter ook expliciet opslaan, zodat het in andere analyses kan worden gebruikt.
Opgeslagen filters en mappen die filters bevatten voor het onderwerpgebied, worden indien van toepassing na de naam van het onderwerpgebied weergegeven.
Ga als volgt te werk om kolomfilters op te slaan als deel van een analyse:
- Klik op het tabblad 'Criteria' op 'Opslaan'.
- Selecteer in het dialoogvenster 'Opslaan als' de locatie waar u de analyse wilt opslaan en klik op 'OK'.
Ga als volgt te werk om kolomfilters op te slaan voor gebruik in andere analyses:
- Klik op het tabblad 'Criteria' in de sectie 'Filters' op 'Meer opties (>>) en kies vervolgens 'Filters opslaan'.
- Selecteer in het dialoogvenster 'Opslaan als' de map waarin u het filter wilt opslaan:
- Klik op 'Mijn mappen' als u het filter wilt opslaan voor persoonlijk gebruik.
Filters die zijn opgeslagen in 'Mijn mappen', zijn alleen beschikbaar voor uzelf.
- Als u het filter wilt opslaan zodat het door anderen kan worden gebruikt, selecteert u de map die organisatiebreed wordt gedeeld.
Filters die zijn opgeslagen in een openbare map, zijn beschikbaar voor andere gebruikers die toestemming hebben om de map te openen.
- Voer een naam in voor het filter (maximaal 512 tekens).
- Voer een beschrijving in voor het filter (optioneel).
- Klik op 'OK'.
Eigenschappen weergeven voor een opgeslagen filter
- Selecteer op het tabblad 'Criteria' in de sectie 'Filters' het filter en klik op het pictogram waarmee het opgeslagen filter wordt weergegeven.
Opgeslagen kolomfilters toepassen op analyses
U kunt een opgeslagen kolomfilter toepassen op een analyse. U kunt de inhoud van het filter of een verwijzing naar het filter toepassen.
Wanneer u de inhoud van een opgeslagen kolomfilter toepast, wordt de werkelijke inhoud van dat filter gekopieerd naar het gebied 'Filters' op het tabblad 'Criteria'. Hierdoor kunt u de filtercriteria manipuleren zonder het opgeslagen filter te wijzigen. Wanneer u een verwijzing naar een filter toepast, wordt alleen naar de naam van het opgeslagen filter verwezen en kunt u de inhoud weergeven maar niet aanpassen.
Ga als volgt te werk om een opgeslagen kolomfilter toe te passen op een analyse:
- Navigeer op het tabblad 'Criteria' of in het venster 'Catalogus' naar het opgeslagen filter.
- Selecteer het opgeslagen filter en klik op het pictogram 'Meer opties toevoegen' boven aan het venster 'Catalogus'.
Het dialoogvenster 'Opgeslagen filter toepassen' wordt geopend.
- Geef de filteropties op (wis alle bestaande filters voordat u filters gaat toepassen, en pas inhoud van een filter toe in plaats van een verwijzing ernaar) en klik vervolgens op OK.
Het filter wordt weergegeven in het gebied 'Filters' op het tabblad 'Criteria'.
Kolomfilters bewerken
U kunt een kolomfilter bewerken zonder de eigenschappen ervan te wijzigen.
Ga als volgt te werk om een kolomfilter te bewerken:
- Plaats op het tabblad 'Criteria' in de sectie 'Filters' de cursor boven het filter en klik op het pictogram 'Bewerken' als het menu wordt weergegeven.
Het dialoogvenster 'Filter bewerken' wordt weergegeven.
- Wijzig de gewenste opties en klik op 'OK'.
Kolomfilters verwijderen
U kunt een enkel filter of alle filters uit een analyse verwijderen.
OPMERKING: als de analyse eerder is opgeslagen terwijl filters zijn toegepast, moet u de analyse opnieuw opslaan om de filters permanent te verwijderen.
Ga als volgt te werk om een kolomfilter te verwijderen uit een analyse:
- Plaats op het tabblad 'Criteria' in de sectie 'Filters' de cursor boven het filter totdat het menu wordt weergegeven en klik vervolgens op het pictogram 'Verwijderen'.
Kolomfilters combineren met andere kolomfilters
Door kolomfilters te combineren (ook wel parenthetisch filteren genoemd), kunt u complexe filters maken zonder dat u kennis van SQL hoeft te hebben.
U kunt kolomfilters combineren met de operatoren AND en OR. De operator AND betekent dat moet worden voldaan aan de criteria die in alle filters is opgegeven. Dit is de standaardmethode voor het combineren van kolomfilters. De operator OR betekent dat moet worden voldaan aan de criteria die ten minste in een van de filters is opgegeven.
Ga als volgt te werk om een kolomfilter te combineren met andere kolomfilters:
- Voeg op het tabblad 'Criteria' ten minste twee kolomfilters toe aan een analyse, of voeg ten minste twee kolomfilters toe aan een opgeslagen filter.
De filters worden in de sectie 'Filters' weergegeven met een operator AND tussen de filters.
- Klik op een operator AND als u deze wilt wijzigen in een operator OR.
- Wanneer u kolomfilters toevoegt, klikt u op de operatoren AND en OR om filters te groeperen en de gewenste filtercombinaties te maken.
Gecombineerde filterelementen worden verbonden door vakken.
- Klik op de knop 'Filtergroep bewerken' en selecteer de gewenste optie om verbonden elementen te dupliceren, te verwijderen of te ontkoppelen.
- Als u filters wilt kopiëren of plakken, plaatst u de cursor boven het filter en kiest u 'Filter kopiëren' of 'Filter plakken'.
Voorkomen dat een filter wordt vervangen tijdens navigatie en prompts
U kunt de inhoud van een filter in een rapport beschermen tegen wijzigingen tijdens navigatie en prompts. Een beschermd filter wordt altijd toegepast op resultaten.
Ga als volgt te werk om een filter te beschermen tegen wijzigingen tijdens navigatie en prompts:
- Plaats op het tabblad 'Criteria' in de sectie 'Filters' de cursor boven het filter totdat het menu wordt weergegeven en klik op het pictogram 'Filter bewerken'.
- Schakel in het dialoogvenster 'Filter bewerken' de optie 'Filter beschermen' in en klik op 'OK'.
Opgeslagen rapporten gebruiken als filters
U kunt filters combineren met andere filters en filters baseren op waarden die door een ander rapport worden geretourneerd. U kunt elk opgeslagen rapport dat een kolom met waarden retourneert, gebruiken om de geselecteerde kolom in uw rapport te filteren.
Ga als volgt te werk om een filter te maken op basis van resultaten van een ander opgeslagen rapport:
- Kies op het tabblad 'Criteria' 'Filter' in de kolom waar u het filter wilt maken.
- In het dialoogvenster 'Nieuw filter' opent u de vervolgkeuzelijst 'Operator' en kiest u 'op basis van resultaten van een andere analyse'.
- Navigeer naar het opgeslagen rapport door in het veld 'Opgeslagen analyse' naar het opgeslagen rapport te navigeren.
- In de vervolgkeuzelijst 'Relatie' kiest u een operator.
- Selecteer in het veld 'Waarden gebruiken in kolom' de kolom die u voor het filter wilt gebruiken.
Als het opgeslagen rapport een kolomnaam bevat die overeenkomt met de kolom waarvoor u het filter maakt, verschijnt die kolomnaam boven in de lijst met waarden van het veld 'Waarden gebruiken in kolom'. Indien gewenst kunt u een andere kolom selecteren.
- Klik op 'OK'.
Het filter wordt weergegeven in het sectie 'Filters' op het tabblad 'Criteria'.
De SQL voor een kolomfilter bewerken
U kunt de logische SQL WHERE-clausule bewerken om te worden gebruikt als een filter. Hoewel dit meestal niet nodig is, is deze functie beschikbaar voor gebruikers die geavanceerde filtermogelijkheden willen toepassen. Raadpleeg voor een uitgebreide beschrijving van de SQL-syntaxis een naslagwerk over SQL van derden, een handleiding over SQL van een van de databaseleveranciers of een onlinereferentiebron. Zie Functies in Analytics gebruiken voor algemene informatie over het gebruik van SQL.
Ga als volgt te werk om de gegenereerde SQL voor een kolomfilter te bewerken:
- Plaats in het venster 'Filters' de cursor boven het filter 'Gegenereerde SQL' en klik op de pictogram 'Bewerken'.
- Het dialoogvenster 'Geavanceerd SQL-filter' wordt geopend.
- Voer uw wijzigingen in het tekstvak in en klik op 'OK'.
Het filter wordt weergegeven in het gebied 'Filters' op het tabblad 'Criteria'. Wanneer u deze optie hebt gekozen, wordt bij het bewerken van het filter altijd de SQL weergegeven die u hebt ingevoerd.
Voorbeeld: klanten identificeren met het hoogste verkoopvolume
In het volgende voorbeeld worden gegevens gerapporteerd over de tien klanten met het hoogste verkoopvolume in 2003.
"Datum gerealiseerd"."Kalenderjaar" = 2003
AND RANK("Opportunity Metrics"."Closed Revenue") <= 10
|