Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Vorig onderwerp

Volgend onderwerp

Wijzigingen in het controlespoor bekijken met het hoofdcontrolespoor

U kunt het controlespoor evalueren van wijzigingen die gebruikers hebben aangebracht aan gecontroleerde velden voor alle controleerbare recordtypen. Als voor het recordtype de opties waarmee het maken, verwijderen en herstellen van records wordt gevolgd, in de configuratie voor het controlespoor zijn geselecteerd, worden in het hoofdcontrolespoor ook de controlespoorrecords voor deze bewerkingen getoond.

Voordat u begint. Aan uw rol moet de machtiging 'Hoofdcontrolespoor en controle beheerconfiguratie openen' zijn toegewezen om deze procedure te kunnen uitvoeren.

Ga als volgt te werk om wijzigingen in het controlespoor met het hoofdcontrolespoor te bekijken:

  1. Klik rechtsboven op een pagina op de algemene koppeling 'Beheer'.
  2. Klik op de koppeling 'Bedrijfsadministratie' in de sectie 'Bedrijfsadministratie'.
  3. Klik op de koppeling 'Hoofdcontrolespoor' in de sectie 'Bedrijfscontrole'.

    Met het hoofdcontrolespoor worden de volgende waarden weergegeven:

    • ID. De tabelrij-ID.
    • Type record. Het type record dat wordt gecontroleerd.
    • Recordnaam. De naam van de record die wordt gecontroleerd.
    • IP-adres bron. Het IP-adres van de computer waarop de configuratiewijziging is uitgevoerd.

      OPMERKING: deze waarde wordt alleen weergegeven als deze informatie beschikbaar is.

    • Sessietype. Met deze waarde wordt aangegeven of de sessie een interactieve sessie of een sessie via webservices is.
    • Achternaam. De achternaam van de gebruiker.
    • Voornaam. De voornaam van de gebruiker.
    • Gebruikers-ID. De gebruikers-ID.
    • Bewerking. Het type configuratie dat is uitgevoerd. Bijvoorbeeld: 'Maken', 'Verwijderen' of 'Wijzigen'.
    • Gewijzigd veld. Het veld dat in het object is gewijzigd.
    • Oude waarde. De vorige waarde van het veld.
    • Nieuwe waarde. De nieuwe waarde van het veld. Bijvoorbeeld: als u de waarde van het veld voor de prioriteit van de serviceaanvraag wijzigt van 'Laag' in 'Hoog', blijft het veld 'Oude waarde' 'Laag' en wordt het veld 'Nieuwe waarde' 'Hoog'. Als u een record verwijdert, blijft het veld 'Oude waarde' leeg en wordt het veld 'Nieuwe waarde' gewijzigd in 'Record verwijderd'.
    • Datum. De datum waarop het object voor het laatst is gecontroleerd.

Zie Controlesporen aanpassen voor meer informatie over het controlespoor.

In de volgende procedure wordt beschreven hoe u lijsten met controlespoorrecords beheert.

Lijsten met controlespoorrecords beheren

  • Klik op de titelbalk van de pagina 'Hoofdcontrolespoor' op 'Menu' en selecteer vervolgens als volgt de optie voor de taak die u wilt uitvoeren:
    • Lijst exporteren. Zie Records in lijsten exporteren voor het exporteren van de lijst naar een bestand.
    • Aantal records. Zie Records in lijsten tellen voor informatie over het tellen van records in de lijst.
    • Lijst verfijnen. Zie Lijsten maken en verfijnen voor informatie over het verfijnen van de lijst. U kunt bijvoorbeeld het lijstfilter wijzigen, andere velden voor weergave selecteren of de sorteervolgorde voor de lijst wijzigen.
    • Lijst opslaan. Sla de lijst op. Door deze optie te selecteren wordt een pagina geopend waarop u opties voor het opslaan van de lijst kunt selecteren.
    • Lijstfilter weergeven. Geef het filter weer dat momenteel voor de lijst is gedefinieerd.
    • Nieuwe lijst maken. Hiermee maakt u een nieuwe gefilterde lijst. Zie Lijsten maken en verfijnen.
    • Lijsten beheren. Zie Lijstenpagina beheren voor informatie over het weergeven van lijstgegevens of het wijzigen van de volgorde waarin de lijst verschijnt in de keuzelijst met lijsten op de lijstpagina.


Gepubliceerd op augustus 2018 Copyright © 2005, 2018, Oracle. Alle rechten voorbehouden. Legal Notices.