Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Vorig onderwerp

Volgend onderwerp

Actiekoppelingen toevoegen aan analyses

U kunt actiekoppelingen toevoegen aan een analyse. U kunt actiekoppelingen gebruiken om toegang te krijgen tot de pagina's met recordgegevens in analyses die beschikbaar zijn op het tabblad 'Analyse'. Ga als volgt te werk als u actiekoppelingen door middel van de volgende methoden wilt toevoegen:

  • Actiekoppelingen gebruiken die een browserscript oproepen. Met deze methode kunt u de naam van het recordtype in het rapport als actiekoppeling configureren. Het actiekoppelingscript neemt de waarde van 'Rij-ID' uit het rapport over en gebruikt deze waarde om de specifieke record uit Oracle CRM On Demand op te halen. U kunt deze methode gebruiken voor de volgende recordtypen: 'Account', 'Campagne', 'Relatie', 'Lead', 'Verkoopkans', 'Serviceaanvraag', 'Gebruiker', 'Partner', 'Omzet per product voor verkoopkans', 'Oplossingen' en 'Activiteit' (afspraken en taken).
  • Het gebruik van URL's. Met deze methode kunt u koppelingen maken naar een willekeurig recordtype uit een tabel- of draaitabelweergave. U kunt de kolom 'Recordtype-ID' als actiekoppeling configureren.

    OPMERKING: als gebruikers klikken op een actiekoppeling op een pagina met een dynamische lay-out, worden de koppelingen weergegeven in de standaardlay-out voor de betreffende pagina.

Namen van recordtypen in actiekoppelingen

Wanneer u een actiekoppeling toevoegt, moet u de oorspronkelijke naam van het recordtype gebruiken in de code of URL waarmee de koppeling wordt toegevoegd. Als de beheerder de namen van recordtypen in Oracle CRM On Demand heeft gewijzigd, moet u achterhalen wat de oorspronkelijke naam is van het recordtype waaraan u de koppeling wilt toevoegen.

Stel dat de beheerder het recordtype 'Account' heeft gewijzigd in Klant. Als u een actiekoppeling wilt toevoegen aan een resultaat voor het recordtype 'Klant', moet de actiekoppeling die een browserscript of URL oproept verwijzen naar het recordtype 'Account' (dat wil zeggen: de oorspronkelijke naam van het recordtype). Afhankelijk van het type koppeling dat u wilt maken, moet u de naam van het recordtype in uw actiekoppeling gebruiken waarmee een browserscript of URL wordt opgeroepen. Als u een actiekoppeling voor het recordtype 'Klant' (oorspronkelijk het recordtype 'Account') toevoegt met behulp van een actiekoppelingscript, gebruikt u de recordtypenaam 'Account' in de koppelingsprompt.

Wanneer u een actiekoppeling toevoegt waarmee een browserscript wordt opgeroepen voor het recordtype 'Klant' (oorspronkelijk het recordtype 'Account'), moeten de prompts uit de bovenstaande foto als volgt zijn:

Naam

Prompt

Type record

Type record

Rij-ID

Rij-ID

Wanneer u het recordtype 'Waarde' in de scriptprompt opgeeft, moet de recordtypenaam correct worden gespeld. Het veld is echter hoofdlettergevoelig.

U kunt in dit veld de volgende recordtypen opgeven:

'Verkoopkans', 'Account', 'Relatie', 'Gebruiker', 'Service', 'Lead', 'Campagne', 'Partner', 'Oplossingen', 'Omzet', 'Afspraak', 'Taak'.

TIP: om de oorspronkelijke naam te achterhalen van het recordtype waarvoor u een koppeling wilt toevoegen, opent u de startpagina voor het recordtype. De URL in het veld 'Adres' van het browservenster geeft de oorspronkelijke naam van het recordtype aan. In het voorbeeld waarin de naam van het recordtype 'Account' is gewijzigd in 'Klant', wordt op de startpagina 'Klant' de volgende URL weergegeven:
https://servernaam/OnDemand/gebruiker/StartpaginaAccount
waarbij:
servernaam de URL is die wordt gebruikt voor het aanmelden bij Oracle CRM On Demand.

Als u een actiekoppeling voor het recordtype 'Klant' (oorspronkelijk het recordtype 'Account') toevoegt met behulp van een URL, gebruikt u de recordtypenaam Account in de URL, zoals u in het volgende voorbeeld kunt zien:

http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/AccountDetail?OMTGT=AccountDetailForm&OMTHD=AccountDetailNav&AccountDetailForm.Id="@">” @”</a>"

TIP: om de juiste URL voor de gegevenspagina van een recordtype te achterhalen, opent u de gegevenspagina voor een willekeurige record met het desbetreffende recordtype. Ga naar het veld 'Adres' en kopieer het relevante deel van de adrestekenreeks, van http t/m Id=. In het voorbeeld waarbij de naam van het recordtype 'Account' is gewijzigd in 'Klant', wordt de URL vanuit de gegevenspagina van een klantrecord gekopieerd.

In bepaalde gevallen wordt voor de gegevenspagina van een recordtype op alle plekken in de URL de volledige naam van het recordtype gebruikt, zoals bij de URL in het vorige voorbeeld. In andere gevallen wordt op bepaalde plekken in de URL echter een afgekorte versie van de naam van het recordtype gebruikt.

Als het recordtype waarvoor u de koppeling toevoegt oorspronkelijk het recordtype 'Verkoopkans' was, is de URL als volgt:

http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/OpportunityDetail?OMTGT=OpptyDetailForm&OMTHD=OpportunityDetailNav&OpptyDetailForm.Id="@">” @”</a>"

Ga als volgt te werk om actiekoppelingen toe te voegen met behulp van een actiekoppeling waarmee een browserscript wordt opgeroepen:

  1. Voeg in Oracle CRM On Demand Analytics op het tabblad 'Criteria' de kolommen aan het rapport toe.
  2. Voeg veld 'ID' van het recordtype (bijvoorbeeld 'Account-ID') aan het rapport toe. Het veld 'ID' van het recordtype is verplicht, omdat dit wordt gebruikt om te bepalen naar welke record moet worden genavigeerd. Deze kolom kan indien nodig worden verborgen, maar dit is niet verplicht, zoals hieronder wordt beschreven:
    1. Klik op de knop 'Kolomeigenschappen' van de kolom 'ID' van het recordtype.
    2. Klik in het dialoogvenster 'Kolomeigenschappen' op het tabblad 'Kolomopmaak'.
    3. Schakel het selectievakje 'Deze kolom verbergen' in op het tabblad voor kolomopmaak en klik op 'OK'.
  3. Klik op het tabblad 'Criteria' op de knop 'Kolomeigenschappen' voor de kolom met het recordtype waarvoor de actiekoppeling wordt gemaakt.
  4. Klik in het dialoogvenster 'Kolomeigenschappen' op het tabblad 'Interactie'.
  5. Voer op het tabblad 'Interactie' de volgende handelingen uit:
  6. Selecteer 'Actiekoppelingen' in de vervolgkeuzelijst voor 'Primaire interactie' onder 'Waarde'.
  7. Klik op de knop 'Actiekoppeling toevoegen'.
  8. Klik in het pop-upvenster 'Nieuwe actiekoppeling' dat wordt weergegeven op de knop 'Nieuwe actie maken' en selecteer 'Een browserscript oproepen' in de vervolgkeuzelijst die wordt geopend.
  9. Klik in het pop-upvenster 'Nieuwe actie maken' op de knop 'Bladeren' en selecteer 'USERSCRIPT.ActionLink' als functienaam.
  10. Voer het volgende uit in het gedeelte 'Parameters':
    1. Voer voor 'Recordtype', in de kolom 'Waarde', de naam in van het recordtype waarvoor u de analyse maakt (bijvoorbeeld 'Account'). Vink de selectievakjes 'Vast' en 'Verborgen' aan, omdat deze waarde hetzelfde blijft tijdens de analyse en niet opnieuw hoeft te worden ingevoerd. De ondersteunde recordtypen zijn: 'Verkoopkans', 'Account', 'Relatie', 'Gebruiker', 'Service', 'Lead', 'Campagne', 'Partner', 'Oplossingen', 'Omzet', 'Afspraak', 'Taak'.
    2. Selecteer voor 'Rij-ID' de optie 'Kolomwaarde' in de vervolgkeuzelijst en selecteer de overeenkomende kolom 'Object-ID' die u in de eerdere stap bij het definiëren van de criteria hebt toegevoegd. Vink de selectievakjes 'Vast' en 'Verborgen' ook voor deze rij aan, omdat deze waarde ongewijzigd blijft in het rapport en niet opnieuw hoeft te worden ingevoerd. (Selecteer bijvoorbeeld 'Account.Account-ID' in de vervolgkeuzelijst voor 'Kolomwaarden'.)
  11. Vink het selectievakje 'Niet weergeven in een pop-up' aan in het venster 'Kolomeigenschappen' als er slechts één actiekoppeling beschikbaar is bij uitvoering.
  12. Klik op 'OK'.
  13. Klik op het tabblad 'Resultaten' om het rapport weer te geven.

In de volgende procedure wordt beschreven hoe actiekoppelingen moeten worden toegevoegd met gebruik van URL's. U kunt deze procedure gebruiken om actiekoppelingen voor een willekeurig recordtype toe te voegen.

Ga als volgt te werk om actiekoppelingen toe te voegen met gebruik van URL's:

  1. Voeg in Oracle CRM On Demand Analytics op het tabblad 'Criteria' de kolommen toe aan het rapport, inclusief de kolom 'ID' van het recordtype (bijvoorbeeld 'Account-ID').

    OPMERKING: de actiekoppeling werkt pas, als u het veld 'ID' van het recordtype aan het rapport hebt toegevoegd.

  2. Klik op de knop 'Kolomeigenschappen' van de kolom 'ID' van het recordtype.
  3. Klik in het dialoogvenster 'Kolomeigenschappen' op het tabblad 'Gegevensindeling'.
  4. Voer op het tabblad 'Gegevensindeling' de volgende handelingen uit:
  5. Schakel het selectievakje voor negeren standaardgegevensindeling in.
  6. Selecteer de optie voor aangepaste tekstindeling in de lijst 'Tekst behandelen als'.
  7. Voer in het veld aangepaste tekstindeling achter het apenstaartje (@) de code voor de koppeling in, zoals in het volgende voorbeeld wordt aangegeven:

    http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/OpportunityDetail?OMTHD=OpportunityDetailNav&OMTGT=OpptyDetailForm&OpptyDetailForm.Id="@">” @”</a>
    waarbij:
    servernaam wordt weergegeven in het voorbeeld; vervang door de URL die u gebruikt om u aan te melden bij Oracle CRM On Demand.

    In het vorige voorbeeld is de URL van toepassing op het recordtype 'Verkoopkans'. Gebruik de juiste URL voor uw Oracle CRM On Demand server en het recordtype waarvoor u de koppeling maakt.

    OPMERKING: in de URL moet u de oorspronkelijke naam van het recordtype gebruiken. Als de bedrijfsbeheerder de namen van de recordtypen in Oracle CRM On Demand heeft gewijzigd, moet u achterhalen wat de oorspronkelijke naam is van het recordtype waaraan u de actiekoppelingen wilt toevoegen en moet u deze naam in de URL gebruiken.

    In Oracle CRM On Demand Analytics wordt het laatste @-teken in de tekenreeks vervangen door de waarde van de recordtype-ID van elke record in het rapport. Als u niet wilt dat de ID van het recordtype in de koppeling wordt weergegeven, kunt u het @-teken vervangen door de tekst die u wel wilt laten weergeven. In het volgende voorbeeld wordt de ID in de actiekoppeling vervangen door het woord Weergave:

    http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/OpportunityDetail?OMTHD=OpportunityDetailNav&OMTGT=OpptyDetailForm&OpptyDetailForm.Id="@">Weergave</a>"

  8. Klik op 'OK'.
  9. Klik op 'Tonen hoe de resultaten er op een dashboard uitzien' als u een voorbeeld wilt weergeven van de analyse.

In het volgende voorbeeld ziet u de code die moet worden gebruikt voor een koppeling in een activumrecord.

http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/AssetDetail?OMTHD=AssetDetailNav&OMTGT=AssetDetailForm&AssetDetailForm.Id="@">"@"</a>"

In het volgende voorbeeld ziet u de code die moet worden gebruikt voor een koppeling in een afspraakrecord.

http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/ApptDetail?OMTHD=ApptRead&OMTGT=ApptDetailForm&ApptDetailForm.Id="@">"@"</a>"

In het volgende voorbeeld ziet u de code die moet worden gebruikt voor een koppeling in een taakrecord.

http://"@[html]"<a target=_top href=https://servernaam/OnDemand/gebruiker/TaskDetail?OMTHD=ReadTaskDetail&OMTGT=TaskDetailForm&TaskDetailForm.Id="@">"@"</a>"


Gepubliceerd op augustus 2018 Copyright © 2005, 2018, Oracle. Alle rechten voorbehouden. Legal Notices.