Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Previous Topic

Next Topic

Variabeleprompts toevoegen in Analytics

Gebruikers kunnen met een variabeleprompt een waarde selecteren uit een set waarden die u in de prompt opgeeft. Er zijn twee typen variabeleprompts:

  • Presentatievariabele. Een presentatievariabeleprompt kan in een formule of filter worden gebruikt.
  • Aanvraagvariabele. Een aanvraagvariabeleprompt kan worden gebruikt om de waarde van een sessievariabele te overschrijven voor de duur van een aanvraag die is geïnitieerd vanuit de prompt. Als er een aanvraagvariabele met dezelfde naam als een systeemvariabele in een analyse bestaat, wordt de waarde van de systeemvariabele overschreven door de waarde die de gebruiker in de aanvraagvariabeleprompt selecteert. De geselecteerde waarde van de aanvraagvariabele is echter alleen geldig vanaf het moment dat de gebruiker op de knop 'Start' voor de prompt klikt totdat de analyseresultaten worden geretourneerd.

    OPMERKING: bepaalde systeemsessievariabelen kunnen niet worden overschreven.

Een variabeleprompt is niet afhankelijk van een kolom, maar u kunt wel een kolom gebruiken. De set waarden in een variabeleprompt kan bestaan uit:

  • Aangepaste waarden
  • Alle waarden uit een kolom
  • Specifieke waarden uit een kolom
  • Waarden in een opgeslagen groep
  • Waarden die zijn geretourneerd door een SQL-instructie die u opgeeft

U kunt bijvoorbeeld een variabeleprompt instellen die aangepaste waarden gebruikt, als gebruikers de omzetwaarden moeten kunnen zien nadat er verschillende kortingsniveaus zijn toegepast. U maakt dan een presentatievariabeleprompt en geeft de waarden als 10, 15 en 20 procent op. Vervolgens maakt u een nieuwe kolom in de analyse en voert u de formule Omzet vermenigvuldigd met de door u opgegeven variabele in.

Als voorbeeld van een variabeleprompt waarbij waarden uit een kolom worden gebruikt, kunt u een presentatievariabeleprompt maken waarbij de waarden van de kolom 'Verkoopfase' worden gebruikt en u vervolgens een filter in de analyse maakt waarbij de variabele wordt gebruikt om op de geselecteerde verkoopfase te filteren. Een variabeleprompt waarbij de waarden van een kolom worden gebruikt, werkt op dezelfde manier als een kolomprompt. Variabeleprompts hebben echter het voordeel dat u meerdere variabeleprompts kunt gebruiken met de waarden van dezelfde kolom, terwijl u slechts één kolomprompt voor een bepaalde kolom kunt maken.

Een variabeleprompt toevoegen

  1. Klik op het tabblad 'Prompts' van de analyse-editor op het pictogram 'Nieuw' en selecteer vervolgens 'Variabeleprompt'.
  2. Ga in het dialoogvenster Nieuwe prompt als volgt te werk:
    1. Voer in het veld 'Vragen' naar een van de volgende handelingen uit:
      • Selecteer 'Presentatievariabele' en voer vervolgens een naam voor de variabele in.
      • Selecteer 'Aanvraagvariabele' en voer vervolgens de naam voor de variabele in. De naam moet precies gelijk zijn aan de naam van de sessievariabele waarvan u de waarde wilt overschrijven.
    2. Voer het gewenste label voor de prompt in en voer desgewenst een omschrijving in.

      Het label wordt bij uitvoering naast het promptveld weergegeven.

    3. Kies in de vervolgkeuzelijst 'Gebruikersinvoer' een methode waarmee de gebruiker een waarde om op te filteren kan kiezen.
    4. Als u het type gebruikersinvoer 'Keuzelijst', 'Selectievakjes', 'Keuzerondjes' of 'Lijstvak' hebt geselecteerd, typt of selecteert u de waarden voor de variabele.
    5. Geef in de sectie 'Opties' van het dialoogvenster de opties voor de variabeleprompt op.

      De opties zijn afhankelijk van wat u in het veld Gebruikersinvoer hebt geselecteerd.

    6. Als u de prompt hebt gedefinieerd, klikt u op 'OK' om het dialoogvenster te sluiten.
  3. Sla de analyse op.

Gepubliceerd op augustus 2022 Copyright © 2005, 2022, Oracle en/of geaffilieerde bedrijven. Legal Notices.