Analytische gegevens > Een analyse ontwerpen > Stap 3: Prompts in Analytics definiëren (optioneel) > Kolomprompts toevoegen in Analytics
Kolomprompts toevoegen in Analytics
Gebruikers kunnen met een kolomprompt waarden selecteren om een kolom in een analyse te filteren. U kunt het bereik van mogelijke filterwaarden definiëren en opgeven hoe de gebruiker de filterwaarden voor de analyse selecteert.
Definieer kolomprompts op het tabblad 'Prompts'. Wanneer u meerdere kolomfilterprompts hebt samengesteld voor een analyse, worden ze beurtelings aan de gebruiker weergegeven in de aangegeven volgorde, van boven naar beneden, of van links naar rechts als u het selectievakje 'Nieuwe kolom' voor de prompts inschakelt.
U kunt meerdere kolomprompts voor een analyse maken, maar u kunt slechts één kolomprompt voor een bepaalde kolom in de analyse maken.
U kunt een kolomprompt ook gebruiken om een variabele van een van de volgende typen in te vullen:
- Presentatievariabele. Een presentatievariabele kan in een formule of filter worden gebruikt.
- Aanvraagvariabele. Een aanvraagvariabele kan worden gebruikt om de waarde van een sessievariabele te overschrijven voor de duur van een aanvraag die is geïnitieerd vanuit de prompt. Als u opgeeft dat met de kolomprompt een aanvraagvariabele moet worden ingevuld, vervangt de waarde die de gebruiker in de kolomprompt selecteert, de waarde van de sessievariabele vanaf het moment dat de gebruiker op de knop 'Start' voor de prompt klikt totdat de analyseresultaten worden geretourneerd.
Een kolomprompt toevoegen
- Klik op het tabblad 'Prompts' van de analyse-editor op het pictogram 'Nieuw' en selecteer vervolgens 'Kolomprompt' en de gewenste kolom.
- Ga in het dialoogvenster Nieuwe prompt als volgt te werk:
- (Optioneel) Als u een aangepast label wilt maken, schakelt u het selectievakje 'Aangepast label' in en vervangt u in het veld 'Label' de bestaande kolomnaam door het nieuwe aangepaste label.
Als u geen aangepast label maakt, wordt de naam van de kolom als label weergegeven.
- (Optioneel) Voer in het tekstvak 'Omschrijving' een omschrijving in.
- Kies in de vervolgkeuzelijst 'Operator' een vergelijkingsoperator, zoals 'gelijk aan', 'is groter dan' of 'begint met'.
- Kies in de vervolgkeuzelijst 'Gebruikersinvoer' een methode waarmee de gebruiker een waarde om op te filteren kan kiezen. De opties zijn onder andere:
- Geef in de sectie 'Opties' van het dialoogvenster de opties voor de kolomprompt op.
De opties zijn afhankelijk van wat u in het veld Gebruikersinvoer hebt geselecteerd.
OPMERKING: als u het type gebruikersinvoer 'Keuzelijst', 'Selectievakjes', 'Keuzerondjes' of 'Lijstvak' hebt geselecteerd, kunt u de waarden van de prompt beperken met waarden van andere prompts door de juiste optie in het veld 'Waarden beperken met' in de sectie 'Opties' van het dialoogvenster te selecteren.
- Als met de kolomprompt een variabele moet worden ingevuld, gaat u op een van de volgende manieren te werk:
- Selecteer in het veld 'Een variabele instellen' de optie 'Presentatievariabele' en voer vervolgens een naam voor de variabele in.
- Selecteer in het veld 'Een variabele instellen' de optie 'Aanvraagvariabele' en voer vervolgens de naam voor de variabele in. De naam moet precies gelijk zijn aan de naam van de sessievariabele waarvan u de waarde wilt overschrijven.
- Klik op 'OK' wanneer u klaar bent.
De kolomfilterprompt wordt weergegeven in het deelvenster 'Weergeven'.
- Sla de analyse op.
|