Afdrukken      PDF-versie openen van online-help


Previous Topic

Next Topic

Dashboards bewerken

Wanneer u een dashboard bewerkt, kunt u dashboardpagina's en -subpagina's toevoegen of verwijderen, inhoud aan die pagina's toevoegen, en eigenschappen en instellingen zoals afdrukopties bewerken.

U kunt de volgende typen inhoud aan dashboardpagina's toevoegen:

  • Inhoud die is opgeslagen in de catalogus, in een map waartoe u toegang hebt, bijvoorbeeld analyses en pagina's van andere dashboards.
  • Dashboardobjecten

    In de volgende tabel worden de dashboardobjecten omschreven.

    Term

    Definitie

    Kolommen

    Gebruik kolommen om de inhoud in een dashboard uit te lijnen. U kunt net zoveel kolommen op een dashboardpagina maken als u wilt. De eerste keer dat u een dashboardobject of een item uit de catalogus naar een nieuw dashboard sleept, wordt automatisch een kolom gemaakt. De kolommen die in dashboards worden gebruikt, hebben niets te maken met de kolommen die in analyses worden gebruikt.

    Secties

    Gebruik secties om de inhoud in kolommen in te delen. Alle inhoud die u vanuit het selectievenster naar de paginalay-out sleept, wordt geplaatst in een sectie binnen een kolom.

    Actiekoppeling

    Gebruik dit object om actiekoppelingen in een dashboard in te sluiten. Actiekoppelingen zijn koppelingen waarmee een gekoppelde actie wordt uitgevoerd wanneer erop wordt geklikt.

    Menu met actiekoppelingen

    Gebruik dit object om groepen actiekoppelingen in een dashboard in te sluiten. Gebruikers kunnen in een groep actiekoppelingen de actie selecteren die moet worden uitgevoerd.

    Koppeling of afbeelding

    Gebruik dit object om koppelingen toe te voegen aan externe pagina's of analyses.

    Ingesloten inhoud

    Gebruik dit object om inhoud van een opgegeven URL in het dashboard in te sluiten.

    Tekst

    Gebruik dit object om tekst in een dashboard in te sluiten, bijvoorbeeld om tips en instructies te leveren.

    Map

    Gebruik dit object om een weergave van een Analytics-map in een dashboard in te sluiten, zodat gebruikers van het dashboard naar een andere analyse in de catalogus kunnen navigeren.

In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een dashboard bewerkt.

Voordat u begint. Als u een dashboard wilt bewerken, moet uw gebruikersrol de machtiging 'Ga naar V3 Analytics' hebben. Als u andere dashboards wilt bewerken dan uw eigen persoonlijke dashboard ('Mijn dashboard'), moet aan uw gebruikersrol ook de machtiging 'Dashboards beheren' zijn toegewezen. Als u een aangepast dashboard wilt bewerken dat is opgeslagen onder /Gedeelde mappen/Gemigreerde map die organisatiebreed wordt gedeeld, moet aan uw gebruikersrol bovendien de machtiging 'Ga naar gemigreerde map die organisatiebreed wordt gedeeld' zijn toegewezen.

Ga als volgt te werk om een dashboard te bewerken

  1. Klik op de tab 'Analyse'.
  2. Klik op Catalogus op de startpagina.
  3. Ga naar het dashboard dat u wilt bewerken.

    OPMERKING: u kunt ook een afzonderlijke dashboardpagina bewerken.

  4. Klik op het pictogram Bewerken op de werkbalk.
  5. Voer zo nodig een of meer van de volgende taken uit in de dashboardbouwer:
    • Een dashboardpagina of -subpagina toevoegen:
      • Klik op het pictogram 'Dashboardpagina toevoegen' en selecteer de gewenste optie.
    • Inhoud toevoegen aan een dashboardpagina:
    • Verwijder een dashboardpagina:
      • Klik op het tabblad voor de pagina en klik vervolgens op het pictogram 'Huidige pagina verwijderen'.
    • Gebruik de opties die beschikbaar zijn onder het pictogram 'Extra' om:
      • Dashboard- en dashboardpagina-eigenschappen in te stellen.
      • Instellingen op te geven voor het afdrukken en exporteren van een dashboardpagina.
      • Op te geven (in het dialoogvenster 'Rapportkoppelingen') welke koppelingen worden weergegeven met de analyses op de dashboardpagina, behalve voor analyses waarvoor aangepaste instellingen zijn opgegeven.
      • Op te geven of de knoppen 'Toepassen' en 'Opnieuw instellen' van een prompt bij uitvoering al of niet op de dashboardpagina moeten worden opgenomen. Deze instelling is van toepassing op de dashboardpagina en vervangt de instellingen van de knoppen 'Toepassen' en 'Opnieuw instellen' voor de promptdefinitie en dashboardeigenschappen, tenzij voor de velden voor de knoppen 'Toepassen' en 'Opnieuw instellen' in de eigenschappen van het dashboard de optie 'Pagina-instellingen gebruiken' is ingesteld.
      • De pagina te publiceren naar een ander dashboard op een willekeurige dashboardlocatie waartoe u toegang hebt. Met deze functionaliteit kunt u de pagina's met anderen delen, zelfs als de pagina deel uitmaakt van een dashboard dat is opgeslagen onder 'Mijn mappen'.
      • Geavanceerde pagina-eigenschappen in te stellen zodat u navigatieparameters kunt configureren voor de dashboardpagina of het dashboard.

        OPMERKING: de optie waarmee gebruikers persoonlijke opgeslagen aanpassingen voor de pagina kunnen maken, is altijd geselecteerd en kan niet worden uitgeschakeld.

  6. Als u de eigenschappen van een object wilt bewerken, klikt u op het pictogram 'Eigenschappen' voor het object.

    Zie De eigenschappen van dashboardprompts en analyses bewerken voor meer informatie.

  7. Als u een object van de dashboardpagina wilt verwijderen, klikt u op het pictogram 'Verwijderen' voor het object.

    OPMERKING: als een object van een dashboard wordt verwijderd, wordt het alleen van de huidige dashboardpagina verwijderd. Als het object al in de catalogus is opgeslagen, wordt het niet uit de catalogus verwijderd.

  8. Sla het dashboard op als u de wijzigingen hebt aangebracht.

    TIP: u kunt op elk gewenst moment in de dashboardbouwer een voorbeeld van de dashboardpagina weergeven door op 'Voorbeeld' te klikken.

  9. Klik op 'Uitvoeren' om de dashboardbouwer af te sluiten en het dashboard te openen.

Gepubliceerd op augustus 2022 Copyright © 2005, 2022, Oracle en/of geaffilieerde bedrijven. Legal Notices.