Analytische gegevens > Een analyse ontwerpen > Step 2: Reviewing Results and Creating Layouts > Resultaten weergeven in grafiekweergaven
Resultaten weergeven in grafiekweergaven
Gebruik de grafiekweergave om gegevens als een grafiek voor te stellen. In de volgende tabel worden de grafiektypen weergegeven die beschikbaar zijn en wordt een beschrijving gegeven van het gebruik van deze grafieken. Deze tabel bevat ook de beschikbare stijlen voor elk type. Alle grafiektypen, met uitzondering van spreidings-, radar- en micrografieken, kunnen alle grafiektypen tweedimensionaal (2D) of driedimensionaal (3D) zijn. Niet alle grafiektypen zijn geschikt voor alle gegevenstypen.
Grafiektype
|
Grafieksubtype
|
Omschrijving
|
Stijlen
|
Staafmeter
|
- Verticaal
- Horizontaal
- Gestapeld verticaal
- Gestapeld horizontaal
- 100% gestapeld verticaal
- 100% gestapeld horizontaal
|
In een staafgrafiek worden aan categorieën gekoppelde hoeveelheden weergegeven. Staafgrafieken tonen hoeveelheden als staaflengten en categorieën als staven of groepen staven.
Staafgrafieken zijn handig voor het vergelijken van verschillen tussen vergelijkbare items. Bijvoorbeeld: u kunt de verkoop van concurrerende producten, de verkoop van dezelfde producten in verschillende tijdsperioden of de verkoop van dezelfde producten in verschillende markten vergelijken.
Staafgrafieken kunnen worden gebruikt om metingkolommen te vergelijken door staven in een horizontale of verticale richting weer te geven.
|
- Rechthoek
- Driehoek
- Cilinder
- Ruit
- Overgang
- Patroonopvulling
|
Lijn
|
Geen
|
In een lijngrafiek worden hoeveelheden in de loop van de tijd of per categorie weergegeven.
Lijngrafieken zijn handig voor het weergeven van trends in de loop van de tijd. Ze kunnen worden gebruikt om meerdere metingkolommen uit te zetten.
|
- Standaardlijn
- Trapsgewijze lijn
- Kromme lijn
|
Gebied
|
|
In een vlakgrafiek wordt de trend van de bijdrage van elke waarde in de loop van de tijd of per categorie weergegeven.
Een vlakgrafiek is een lijngrafiek waarvoor de regio´s tussen lijnen worden ingevuld. De regio´s worden gestapeld en worden opgeteld tot de totale waarde voor elke periode of categorie. In 100% gestapelede grafieken wordt elke categorie weergegeven als een procentuele bijdrage aan de totale waarde.
|
- Effen opvulling
- Overgangsopvulling
- Patroonopvulling
|
Taart
|
Geen
|
In een taartdiagram worden gegevenssets als percentages van een geheel weergegeven.
Taartdiagrammen zijn handig voor het vergelijken van delen van een geheel, bijvoorbeeld verkoop op regio of op district.
|
- Effen opvulling
- Overgangsopvulling
- Patroonopvulling
|
Lijn-staaf
|
|
In een lijn-staafgrafiek worden twee sets gegevens uitgezet met verschillende bereikwaarden: de ene set als staven, de andere set als lijnen die de staven overlappen.
Lijn-staafgrafieken zijn handig voor het weergeven van trendrelaties tussen gegevenssets.
|
- Rechthoek
- Driehoek
- Cilinder
- Ruit
- Overgang
- Patroonopvulling
|
Tijdreekslijn
|
Geen
|
Met een tijdreekslijngrafiek worden tijdreeksgegevens uitgezet. In deze grafiek wordt de horizontale as geschaald op basis van de tijd die tussen gegevenspunten is verstreken.
|
- Standaardlijn
- Trapsgewijze lijn
- Kromme lijn
|
Pareto
|
Geen
|
Een paretografiek is een vorm van staafgrafiek en lijngrafiek waarin criteria in aflopende volgorde worden weergegeven. In dit grafiektype geeft de lijn een cumulatief totaal van de percentages weer.
Pareto-diagrammen zijn handig voor het identificeren van essentiële elementen, zoals het beste en slechtste of het meeste en minste
|
- Rechthoek
- Driehoek
- Cilinder
- Ruit
- Overgang
- Patroonopvulling
|
Spreiding
|
Geen
|
Een spreidingsdiagram geeft x- en y-waarden weer als afzonderlijke punten, gespreid binnen een x/y-raster. Gegevenspunten worden uitgezet op basis van twee onafhankelijke variabelen. In een spreidingsdiagram kunt u een groot aantal gegevenspunten uitzetten en clusters van gegevenspunten bekijken.
Spreidingsdiagrammen zijn handig voor het opmerken van relaties en trends in grote gegevenssets.
TIP: als u een spreidingsgrafiek wilt maken, zet u één feit uit op de x-as en een ander feit op de y-as. Deze feiten worden uitgezet voor selecties op de niveau-as.
|
- Standaardspreiding
- Spreiding met lijnen
|
Ballon
|
Geen
|
Een ballondiagram is een variatie op een spreidingsdiagram dat gegevenselementen als een cirkel (ballon) weergeeft. Er worden drie variabelen in twee dimensies weergegeven. Eén waarde wordt vertegenwoordigd door de locatie van de cirkel op de x-as. Een andere waarde wordt vertegenwoordigd door de locatie van de cirkel op de y-as. De derde waarde wordt vertegenwoordigd door de relatieve grootte van de cirkel.
Ballondiagrammen zijn handig voor het in kaart brengen van gegevens met drie variabelen en voor het weergeven van financiële gegevens in een bepaalde periode.
TIP: als u een ballongrafiek wilt maken, zet u één feit uit op de x-as, een ander feit op de y-as en een derde feit op de radiusas van de ballon. Deze drie feiten worden uitgezet voor selecties op de niveau-as.
|
Geen
|
Radar
|
Geen
|
Een radardiagram bevat dezelfde informatie als een staafdiagram, maar geeft de gegevens weer vanuit het centrum van het diagram. Elk gegevenselement heeft zijn eigen waardeas.
Radardiagrammen zijn handig voor het bepalen van de overlapping en verspreiding van gegevens.
|
Geen
|
Micrografiek
|
- Sparklijn
- Sparkstaaf
- Sparkvlak
|
Al deze grafiektypen vormen een op tekstgrootte gebaseerde afbeelding (met een gelijke grootte als een stuk tekst in de buurt) die alleen wordt weergegeven in de context van een trellisweergave. Dit is perfect voor het weergeven van trendgegevens.
Een micrografiektype is handig binnen een geavanceerde trellis, waarin gegevens worden weergegeven als een combinatie van sparkgrafieken en getallen.
Een micrografiek bevat geen assen of legenda´s. Net als grotere grafieken worden metingwaarden van een micrografiek weergegeven als staven (of lijnen of vlak) met een relatieve grootte. Elke metingnaam wordt weergegeven in de bijbehorende kolomkoptekst. Nadere details van de meting worden weergegeven als knopinfotekst wanneer uw uw muisaanwijzer boven een gegevenscel houdt.
|
Geen
|
Waterval
|
Geen
|
Met een watervalgrafiek kunt u weergeven hoe een waarde sequentieel en cumulatief toe- of afneemt. Een watervalgrafiek helpt de aandacht van de gebruiker te vestigen op de wijze waarop elke meting bijdraagt aan het algehele totaal. Dit wordt via opmaak met behulp van kleur aangeduid. Er wordt een beginwaarde bij volgende waarden opgeteld (zowel negatieve als positieve verschillen of wijzigingen) om tot een totaal te komen. Er is slechts één totaal per watervalgrafiek en subtotalen kunnen worden toegevoegd.
|
- Drie kleuren ('Toename', 'Afname', 'Totaal')
- Vier kleuren ('Eerst', 'Toename', 'Afname', 'Totaal')
- Eén kleur
- Twee kleuren
- Aangepast
|
OPMERKING: in Oracle CRM On Demand wordt een grafiekengine van derden gebruikt. Het type grafiek, de grootte en het aantal elementen dat is opgenomen, bepalen of assen of legenda's worden weergegeven. De weergave van assen of legenda's wordt beperkt door de hoeveelheid beschikbare ruimte op de webpagina. Door de besturingselementen voor breedte en hoogte aan te passen, kunnen soms verborgen assen en legenda's worden weergegeven.
OPMERKING: als u een grafiektype selecteert dat niet compatibel is met de resultaten, worden geen resultaten weergegeven.
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u een grafiekweergave bewerkt.
Ga als volgt te werk om een grafiekweergave te bewerken:
- Als de weergave niet al in de samengestelde lay-out aanwezig is, voegt u de weergave toe.
Zie Weergaven toevoegen en bewerken voor instructies over het toevoegen van weergaven.
- Klik op het tabblad 'Resultaten' van de analyse-editor op de knop 'Weergave bewerken' voor de grafiekweergave.
De editor voor de grafiekweergave wordt geopend.
- Sleep velden in het deelvenster Lay-out en zet deze zo nodig neer in de neerzetdoelen.
Zie Informatie over neerzetdoelen in weergave-editors voor meer informatie over neerzetdoelen.
TIP: u kunt kolommen aan de analyse toevoegen terwijl u in de editor van de grafiekweergave werkt door de naam van het veld voor de kolom te selecteren in het deelvenster 'Onderwerpgebieden' en deze naar een neerzetdoel te slepen. U kunt ook naar het tabblad 'Criteria' navigeren om extra kolommen toe te voegen. Zie Kolommen toevoegen aan analyses voor informatie over het toevoegen van kolommen op het tabblad 'Criteria'. Alle kolommen die u toevoegt in de editor van de grafiekweergave, worden aan de algemene analyse toegevoegd. U kunt de kolommen zien op het tabblad 'Criteria' in andere weergaven, en in de grafiekweergave. U kunt een kolom echter niet uit de analyse verwijderen terwijl u in de editor van de grafiekweergave werkt. Als u een kolom uit de grafiekweergave en uit de analyse wilt verwijderen, moet u naar het tabblad 'Criteria' gaan en 'Verwijderen' selecteren in de vervolgkeuzelijst met opties voor de kolom.
- Klik op het pictogram voor het bewerken van grafiekeigenschappen op de werkbalk.
- In het dialoogvenster met grafiekeigenschappen geeft u de gewenste eigenschappen op.
U kunt het volgende opgeven:
- Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van uw wijzigingen, klikt u op 'OK' om het dialoogvenster met de grafiekeigenschappen te sluiten.
De grafiek wordt vernieuwd. De grootte van de grafiek kan wijzigen afhankelijk van de gekozen opties.
- Klik op 'Gereed' om de editor van de grafiekweergave te sluiten.
- Sla de analyse op.
De weergave van grafieken opmaken
U kunt de weergave van een grafiek op basis van een van volgende instellingen opmaken:
- De positie van de grafiekelementen (zoals lijnen of staven in een lijn-staafgrafiek of delen in een cirkelgrafiek). Met positionele opmaak kunt u de weergave van een grafiek aanpassen op basis van de positie van grafiekelementen, dat wil zeggen de numerieke volgorde waarin grafiekelementen (bijvoorbeeld staven) in een groep worden weergegeven. Een groep wordt bepaald door de attribuutkolommen die in het neerzetdoelgebied 'Groeperen op' worden weergegeven in de editor van de grafiekweergave.
- Condities toegepast op kolommen. Conditionele opmaak wordt toegepast op de kolomwaarden die aan de conditie voldoen. U kunt een kleur opgeven waarin grafiekgegevens moeten worden weergegeven op basis van een specifieke kolomwaarde of een bereik kolomwaarden die voldoen aan de conditie die voor de kolom is opgegeven.
In de volgende procedure wordt beschreven hoe u de weergave van een grafiek opmaakt.
Ga als volgt te werk om de weergave van een grafiek op te maken:
- Klik op het tabblad 'Resultaten' van de analyse-editor op het pictogram 'Weergave bewerken' voor de grafiekweergave.
- Klik in de editor van de grafiekweergave op de werkbalk op het pictogram voor het bewerken van grafiekeigenschappen.
- Klik in het dialoogvenster met grafiekeigenschappen op het tabblad 'Stijl'.
- Klik op de desbetreffende koppeling om het dialoogvenster voor stijl en conditionele opmaak te openen.
- U kunt de weergave van een grafiek op basis van de positie van de grafiekelementen als volgt opmaken:
- Klik op het tabblad voor stijlopmaak.
- Selecteer het tabblad voor het grafiekelement (bijvoorbeeld 'Staaf') waaraan u een aangepaste opgemaakte positie wilt toevoegen.
- Klik op het pictogram 'Nieuwe positie toevoegen' (groen plusteken).
- Geef in de tabel met aangepaste opgemaakte posities de opmaak voor de nieuwe positie-invoer op. Bijvoorbeeld: als u de kleur wilt selecteren die op de positie moet worden toegepast, klikt u op de pijl omlaag naast het vak 'Kleur' om toegang te krijgen tot het dialoogvenster voor kleurselectie. (Houd er rekening mee dat de opmaakopties afhankelijk zijn van het element.)
- Klik op 'OK'.
- U kunt de weergave van een grafiek op basis van een conditie die wordt toegepast als volgt opmaken:
- Klik op het tabblad 'Conditionele opmaak'.
- Klik op de optie om conditionele opmaak toe te voegen en selecteer de kolom waarop u een conditie wilt toepassen.
- Selecteer in het dialoogvenster 'Nieuwe conditie' de operator en voer een kolomwaarde of een bereik kolomwaarden voor deze conditie in.
- Klik op 'OK'.
- Als u de kleur wilt selecteren die op kolomwaarden moet worden toegepast wanneer aan de conditie wordt voldaan, klikt u op het tabblad 'Conditionele opmaak' op de pijl omlaag naast het vak 'Kleur' om toegang te krijgen tot het dialoogvenster voor kleurselectie.
OPMERKING: als u meerdere condities opgeeft, worden alle condities geëvalueerd en worden de opmaken samengevoegd voor de condities waaraan is voldaan. Als er een conflict tussen de opmaken is, wordt met de conditie waaraan als laatste is voldaan, de opmaak bepaald die wordt weergegeven.
- Klik op 'OK'.
- Wanneer u klaar bent met het aanbrengen van wijzigingen, klikt u op 'OK' om het dialoogvenster met grafiekeigenschappen te sluiten.
- Klik op 'Gereed' om de editor van de grafiekweergave te sluiten.
- Sla de analyse op.
|