Eigenschappen XPT-sjablonen

Configureer XPT-sjablonen door de eigenschappen in te stellen die in de onderstaande tabel worden beschreven.

Naam eigenschap	Beschrijving	Standaard
Schaalbare XPT-modus voor offlinerapporten	Als u deze eigenschap instelt op 'waar', worden de grote geplande rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, zonder geheugenproblemen uitgevoerd. De eerste 100.000 rijen van het rapport worden in het geheugen opgeslagen. De overige rijen worden in het bestandssysteem opgeslagen. Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', worden de geplande rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, in het geheugen verwerkt. Stel deze eigenschap in op 'niet waar' voor rapporten die minder gegevens bevatten.	Niet waar
Schaalbare XPT-modus voor statische online uitvoer	Als u deze eigenschap instelt op 'waar', worden de grote onlinerapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, zonder geheugenproblemen uitgevoerd. De eerste 100.000 rijen van het rapport worden in het geheugen opgeslagen. De overige rijen worden in het bestandssysteem opgeslagen. Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', worden de onlinerapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, in het geheugen verwerkt. Stel deze eigenschap in op 'niet waar' voor rapporten die minder gegevens bevatten.	Niet waar
Asynchrone modus activeren voor interactieve uitvoer	Als u deze eigenschap instelt op 'waar', sturen interactieve rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, asynchrone oproepen naar Oracle WebLogic Server. Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', sturen interactieve rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, synchrone oproepen naar Oracle WebLogic Server. In Oracle WebLogic Server geldt een limiet voor het aantal synchrone oproepen. Alle vastgelopen aanroepen vervallen na 600 seconden.	Waar

Naam eigenschap

Beschrijving

Standaard

Schaalbare XPT-modus voor offlinerapporten

Als u deze eigenschap instelt op 'waar', worden de grote geplande rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, zonder geheugenproblemen uitgevoerd. De eerste 100.000 rijen van het rapport worden in het geheugen opgeslagen. De overige rijen worden in het bestandssysteem opgeslagen.

Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', worden de geplande rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, in het geheugen verwerkt. Stel deze eigenschap in op 'niet waar' voor rapporten die minder gegevens bevatten.

Niet waar

Schaalbare XPT-modus voor statische online uitvoer

Als u deze eigenschap instelt op 'waar', worden de grote onlinerapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, zonder geheugenproblemen uitgevoerd. De eerste 100.000 rijen van het rapport worden in het geheugen opgeslagen. De overige rijen worden in het bestandssysteem opgeslagen.

Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', worden de onlinerapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, in het geheugen verwerkt. Stel deze eigenschap in op 'niet waar' voor rapporten die minder gegevens bevatten.

Niet waar

Asynchrone modus activeren voor interactieve uitvoer

Als u deze eigenschap instelt op 'waar', sturen interactieve rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, asynchrone oproepen naar Oracle WebLogic Server.

Als u deze eigenschap instelt op 'niet waar', sturen interactieve rapporten waarvoor de XPT-sjabloon wordt gebruikt, synchrone oproepen naar Oracle WebLogic Server. In Oracle WebLogic Server geldt een limiet voor het aantal synchrone oproepen. Alle vastgelopen aanroepen vervallen na 600 seconden.

Waar