In Oracle Analytics kunt u verbinding maken met een externe Databricks-gegevensbron.
- Klik op de Beginpagina van Oracle Analytics op Maken en vervolgens op Verbinding.
- Klik op Databricks.
- Voer in Verbindingsnaam een gebruikersvriendelijke weergavenaam in.
- Selecteer in Verbindingstype de optie Standaard of Geavanceerd, afhankelijk van uw vereisten.
- Standaard: hiermee worden details van de doelgegevensbron weergegeven, zoals Host, Poort en HTTP-pad.
- Geavanceerd: hiermee worden details van de doelgegevensbron als een string in Verbindingsstring weergegeven.
Voor de details van de verbinding raadpleegt u het tabblad 'JDBC/ODBC' voor een Databricks-cluster, of het tabblad 'Verbindingsdetails' voor een Databricks SQL-warehouse.
- Voor Host kopieert u de hostnaam voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld:
adb-1234567890.1.azuredatabricks.net
.
- Voor Poort kopieert u het poortnummer voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld
443
.
- Voor HTTP-pad kopieert u de waarde van het HTTP-pad voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld:
/sql/1.0/warehouses/a1234567890b1234567890a
.
- Voor Verbindingsstring geeft u een JDBC-verbindings-URL op in de indeling:
jdbc:databricks://<server-hostname>:443;httpPath=<http-path>[;<setting1>=<value1>;<setting2>=<value2>;<settingN>=<valueN>]
Bijvoorbeeld:
jdbc:databricks://adb-1234567890.1.azuredatabricks.net:443;HttpPath=/sql/1.0/warehouses/a1234567890b1234567890a
- Voor Gebruikersnaam en Wachtwoord voert u gebruikersreferenties in met toegang tot de Databricks-gegevensbron.
- In Driverklassennaam (alleen-lezen) kunt u het volledige pad van de gebruikte driver bekijken.
Opmerking:
De optie
Externe gegevensverbinding gebruiken is standaard geselecteerd en kan niet worden gewijzigd omdat u dit verbindingstype niet kunt gebruiken voor lokale gegevensbronnen.
- Klik op Opslaan.