Verbinding maken met een externe Databricks-gegevensbron

In Oracle Analytics kunt u verbinding maken met een externe Databricks-gegevensbron.

Oracle Analytics vereist dat externe connectiviteit is geactiveerd en dat Data Gateway is geïnstalleerd op het systeem waarop uw Databricks-gegevensbron wordt gehost. Daarnaast moet Data Gateway worden geconfigureerd met een Databricks-driver. Zie Externe gegevensconnectiviteit configureren voor een Databricks-gegevensbron.
  1. Klik op de Beginpagina van Oracle Analytics op Maken en vervolgens op Verbinding.
  2. Klik op Databricks.
  3. Voer in Verbindingsnaam een gebruikersvriendelijke weergavenaam in.
  4. Selecteer in Verbindingstype de optie Standaard of Geavanceerd, afhankelijk van uw vereisten.
    • Standaard: hiermee worden details van de doelgegevensbron weergegeven, zoals Host, Poort en HTTP-pad.
    • Geavanceerd: hiermee worden details van de doelgegevensbron als een string in Verbindingsstring weergegeven.
    Voor de details van de verbinding raadpleegt u het tabblad 'JDBC/ODBC' voor een Databricks-cluster, of het tabblad 'Verbindingsdetails' voor een Databricks SQL-warehouse.
    • Voor Host kopieert u de hostnaam voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld:

      adb-1234567890.1.azuredatabricks.net.

    • Voor Poort kopieert u het poortnummer voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld 443.
    • Voor HTTP-pad kopieert u de waarde van het HTTP-pad voor uw Databricks-gegevensbron. Bijvoorbeeld:

      /sql/1.0/warehouses/a1234567890b1234567890a.

    • Voor Verbindingsstring geeft u een JDBC-verbindings-URL op in de indeling:

      jdbc:databricks://<server-hostname>:443;httpPath=<http-path>[;<setting1>=<value1>;<setting2>=<value2>;<settingN>=<valueN>]

      Bijvoorbeeld:

      jdbc:databricks://adb-1234567890.1.azuredatabricks.net:443;HttpPath=/sql/1.0/warehouses/a1234567890b1234567890a

  5. Voor Gebruikersnaam en Wachtwoord voert u gebruikersreferenties in met toegang tot de Databricks-gegevensbron.
  6. In Driverklassennaam (alleen-lezen) kunt u het volledige pad van de gebruikte driver bekijken.

    Opmerking:

    De optie Externe gegevensverbinding gebruiken is standaard geselecteerd en kan niet worden gewijzigd omdat u dit verbindingstype niet kunt gebruiken voor lokale gegevensbronnen.
  7. Klik op Opslaan.