Voor de meeste typen dashboardfilters kunt u een parameter maken en binden. Nadat u de parameter hebt gemaakt, kunt u deze binden aan andere filters in de werkmap. U kunt deze bijvoorbeeld binden aan hetzelfde filter op een ander canvas, zodat u gegevenswaarden kunt doorgeven tussen filters.
U kunt de gegevenswaarden van de dashboardfilter selecteren en de optie Parameter maken gebruiken. Zo kunt u een parameter maken en binden aan het filter. Voor de gemaakte parameter worden geselecteerde waarden en overeenkomende kolommen gebruikt als de eigenschappen voor deze parameter. Deze wordt toegevoegd aan het tabblad Parameters van de werkmap. De naam van de parameter is hetzelfde als die van de gefilterde kolom. Als u bijvoorbeeld een parameter bindt aan een kolomfilter 'Stad', wordt er een parameter gemaakt met de naam 'Stad'.
- Selecteer op de beginpagina een werkmap, klik op Acties, selecteer Openen en klik op Bewerken.
- Klik in het paneel 'Gegevens' op het tabblad Visualisaties, sleep Dashboardfilters naar het canvas en zet ze hier neer.
- Klik in het venster 'Gegevens' op het tabblad Gegevens en sleep de kolom die u wilt gebruiken om het canvas te filteren naar de visualisatie van dashboardfilters.
- Optioneel: Selecteer de filterwaarden.
- Klik op Eigenschappen om het venster 'Eigenschappen' te openen en klik op Filterbesturingselementen.
- Zoek en vouw het filter uit dat u zojuist hebt toegevoegd, klik op het veld Filtertype en selecteer een geschikt filtertype.
- Als u Lijst, Bereik of Top/Onderste N hebt geselecteerd, klikt u op het dashboardfilter, klikt u op Aan parameter binden (x) en selecteert u Parameter maken om de geselecteerde filterwaarden te gebruiken en de parameter te maken en te binden aan het filter.
- Als u Lijstvak of Selectievakje/Keuzerondje hebt geselecteerd, ga dan in het deelvenster Eigenschappen onder 'Filterbesturingselementen' naar Parameterbinding (selectie). Klik vervolgens op Geen. Selecteer Parameter maken om de geselecteerde filterwaarden te gebruiken en de parameter te maken en aan het filter te binden, of selecteer een bestaande parameter om aan het filter te binden.
- Optioneel: Als u wilt opgeven of de gebruiker verplicht een filterwaarde moet selecteren, gaat u naar het deelvenster Eigenschappen en klikt u onder 'Filterbesturingselementen' op het veld Selectie vereist en selecteert u Aan.
- Klik op Opslaan.