Verschillende kaartachtergronden gebruiken in een werkmap

Als auteur kunt u verschillende kaartachtergronden gebruiken in kaartvisualisaties.

Hier is een voorbeeld van de manier waarop u een kaartachtergrond kunt gebruiken in een werkmap.
  1. Klik op de beginpagina op Maken en klik vervolgens op Werkmap.
  2. Selecteer een gegevensset in het dialoogvenster Gegevensset toevoegen.
  3. Klik op Toevoegen aan werkmap.
    Het deelvenster 'Werkmap' en een lijst met gegevenselementen worden getoond.
  4. Selecteer een kaartgerelateerd gegevenselement (klik bijvoorbeeld op Plaats) en klik op Visualisatie selecteren.
  5. Selecteer Kaart in de lijst met beschikbare visualisaties.
    De standaardkaartachtergrond wordt weergegeven. Als er geen standaard is ingesteld, wordt een bestaande Oracle kaartachtergrond weergegeven.
  6. Selecteer in het deelvenster Eigenschappen van de visualisatie het tabblad Kaart.
  7. Klik op Achtergrondkaart en selecteer een kaart in de dropdownlijst.
    Selecteer bijvoorbeeld Google Maps, waarna Google Maps wordt weergegeven als de kaartachtergrond.
  8. Optioneel: Klik op een andere waarde om het soort kaart te wijzigen (bijvoorbeeld 'Satelliet', 'Weg', 'Hybride' of 'Terrein').
  9. Optioneel: Klik op Kaartachtergronden beheren in de opties bij Achtergrondkaart om het deelvenster Kaartachtergronden weer te geven.
    Gebruik deze optie voor het beheren van de kaartachtergronden die u wilt gebruiken.