U gebruikt SQL-operatoren om vergelijkingen en rekenkundige bewerkingen tussen expressies op te geven.
U kunt verschillende typen SQL-operatoren gebruiken.
Operator | Voorbeeld | Beschrijving | Syntaxis |
---|---|---|---|
BETWEEN |
|
Hiermee wordt bepaald of een waarde zich tussen twee niet-inclusieve grenzen bevindt.
|
|
IN |
|
Hiermee wordt bepaald of een waarde aanwezig is in een set met waarden. |
|
IS NULL |
|
Hiermee wordt bepaald of een waarde NULL is. |
|
LIKE |
|
Hiermee wordt bepaald of een waarde overeenkomt met een hele string of een deel ervan. Deze wordt vaak met jokertekens gebruikt om een overeenkomende tekenstring van nul of meer tekens (%) aan te geven of één overeenkomend teken (_). |
|
+ |
|
Plusteken voor optellen |
|
- |
|
Minteken voor aftrekken |
|
* of X |
|
Maalteken voor vermenigvuldigen |
|
/ |
|
Deelteken voor delen |
|
% |
Percentage |
|
|
|| |
|
Aaneenschakeling tekenstring |
|
( |
|
Haakje openen |
|
) |
|
Haakje sluiten |
|
> |
|
Groterdanteken, geeft waarden aan die hoger zijn dan de vergelijking |
|
< |
|
Kleinerdanteken, geeft waarden aan die lager zijn dan de vergelijking |
|
= |
Gelijkteken, geeft dezelfde waarde aan |
|
|
>= |
Teken voor groter dan of gelijk aan, geeft waarden aan die hetzelfde zijn als de vergelijking of hoger |
|
|
<= |
Teken voor kleiner dan of gelijk aan, geeft waarden aan die hetzelfde zijn als de vergelijking of lager |
|
|
<> |
|
Niet gelijk aan, geeft waarden aan die hoger of lager zijn, dus verschillend |
|
, |
|
Komma, gebruikt om elementen in een lijst te scheiden |
|