Interactiviteit van consumenten bepalen voor selectiestappen

Geef het niveau van interactiviteit en controle op dat consumenten moeten hebben bij afzonderlijke selectiestappen in uw werkmap.

U kunt het niveau van consumenteninteractiviteit configureren voor selectiestappen die worden gebruikt als besturingselementen voor dashboardfilters en voor selectiestappen die worden gebruikt voor afzonderlijke visualisaties.

U kunt kiezen uit de volgende niveaus van consumenteninteractiviteit:
  • Volledig: hiermee hebben consumenten volledige controle over de selectiestap. Ze kunnen de actie en operator en de niveau- of onderdeelselecties wijzigen. Ze kunnen ook selectiestappen toevoegen of verwijderen.
  • Beperkt: hiermee kunnen consumenten de acties en operatoren bekijken, maar alleen de niveau- of onderdeelselecties wijzigen. Hiermee wordt voorkomen dat selectiestappen worden toegevoegd of verwijderd.
  • Minimaal: hiermee worden de acties en operatoren volledig verborgen voor consumenten, maar kunnen ze de niveau- of onderdeelselecties wijzigen. Hiermee wordt voorkomen dat selectiestappen worden toegevoegd of verwijderd.

Voor alle drie de niveaus hebben consumenten toegang tot de instelling 'Waarden beperken' en kunnen ze de selectiestap deactiveren of activeren.

  1. Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
  2. Klik op een dashboardfilter of dashboardvisualisatie om er een te selecteren.
  3. Klik op Eigenschappen en doe het volgende:
    • Klik voor een dashboardfilter op Besturingselementen voor filters.
    • Klik voor een afzonderlijke visualisatie op Filters.
  4. Klik in de rij 'Interactiviteit consument' op Volledig en selecteer een optie.
  5. Klik op Opslaan.