Een parameter fungeert als een door de gebruiker gedefinieerde variabele waarmee u een of meer huidige waarden opslaat en beheert die u op meerdere plaatsen in een werkmap wilt gebruiken. Gebruik parameters om de gegevens van een werkmap dynamisch te manipuleren.
Wanneer u een parameter maakt, kunt u een waarde opgeven die in Oracle Analytics wordt gebruikt om de huidige waarde van de parameter te initialiseren. U kunt een lijst met beschikbare en initiële waarden voor een parameter opgeven door de waarden handmatig in te voeren of door een logische SQL-query te gebruiken.
Het bereik van een parameter is beperkt tot de werkmap waarin u de parameter definieert. U kunt parameters niet delen met andere werkmappen.