Opgeven welke tabel de granulariteit bepaalt

Standaard wordt de laagste granulariteit bepaald door de tabel met de granulariteit van een gegevensset, maar u kunt hiervoor een andere gegevenssettabel opgeven.

Elke tabel in de gegevensset kan een eenheid bevatten. Dit kan er echter toe leiden dat de eenheid wordt gedupliceerd aan één zijde van een een-op-veel- of veel-op-veelrelatie, wat een onverwacht zoekvraagresultaat kan opleveren. In dergelijke gevallen kunt u de tabel aan één zijde van de cardinaliteit instellen op Granulariteit behouden om het detailniveau van de tabel te behouden.
Ga voor een voorbeeld waarom u de granulariteit van een tabel zou wijzigen naar Wat is 'Granulariteit behouden'?
Wanneer u een tabel instelt op Granulariteit behouden, wordt in het joindiagram bovenaan de tabel een groene balk weergegeven. Deze groene balk geeft de tabel aan waarvan de granulariteit door de gegevensset wordt gebruikt.
  1. Klik op de beginpagina op Navigator Pictogram Navigator dat gebruikt wordt om de Navigator weer te geven en vervolgens op Gegevens.
  2. Klik op het tabblad Gegevenssets.
  3. Zoek de gegevensset die u wilt openen en klik in het menu Acties op Openen.
  4. Zoek de tabel in het joindiagram. Klik hierop met de rechtermuisknop en selecteer Granulariteit behouden.

    In het joindiagram geeft de tabel een pictogram Granulariteit behouden weer Pictogram 'Granulariteit behouden'.
  5. Klik op Gegevensset opslaan.