Een parameter gebruiken in een uitdrukkingsfilter

U kunt een parameter opnemen in de SQL-uitdrukking van een uitdrukkingsfilter om een complex visualisatiefilter te maken.

In deze zelfstudie wordt aan de hand van een casus uitgelegd hoe u een parameter gebruikt in een expressiefilter:

Pictogram voor zelfstudie Zelfstudie

Zie voor meer informatie: Syntaxis voor verwijzende parameters.
  1. Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
  2. Klik op de visualisatie waaraan u het expressiefilter wilt toevoegen en bevestig dat het deelvenster Grammatica van de visualisatie wordt weergegeven.
  3. Schuif in het deelvenster 'Grammatica' naar het gebied Filters, ga met de muisaanwijzer naar Opties voor neerzetdoelen en klik erop. Selecteer vervolgens Uitdrukkingsfilter maken.
  4. Voer bij Label een naam in voor het uitdrukkingsfilter.
  5. Gebruik in het veld Uitdrukking de volgende syntaxis om de uitdrukking op te bouwen:
    @parameter("parameter name")('default value')
    Bijvoorbeeld:
    rank(Sales)<=@parameter("Top N")(10)
  6. Klik op Valideren en klik vervolgens op Toepassen om het uitdrukkingsfilter op te slaan.