Gegevensacties maken in visualisaties die zijn ingesloten in externe containers

U kunt visualisaties insluiten in externe containers, bijvoorbeeld een HTML-pagina of een applicatiepagina van een consument. U kunt ook gegevensacties opnemen in de visualisatie. Met een ingesloten gegevensactie kunt u interactief werken met de visualisatie die in de externe container is ingesloten. U kunt een set gegevenselementen die in een visualisatie worden gebruikt ophalen uit een externe container. U kunt elk gewenst aantal ingesloten gegevensacties toevoegen.

Met 'Event publiceren' kunnen externe applicaties de set gegevenselementwaarden ontvangen in de geselecteerde visualisatie, ook wel de visualisatiecontext genoemd. De set waarden voor gegevenselementen in de geselecteerde visualisaties mag geen eenheidkolommen of verborgen kolommen bevatten.

De eventnaam wordt opgegeven in de externe container en doorgegeven wanneer u het contextevent publiceert. De context is de set waarden voor gegevenselementen op de geselecteerde locatie in de visualisatie. Als de gegevensactie wordt gebruikt in meerdere werkmappen of meerdere gegevenselementen in een werkmap, geeft u een unieke naam op zodat de actie eenvoudiger kan worden getraceerd. Bijvoorbeeld: als u DV ingesloten inhoud GA1 als naam voor de actie hebt ingevoerd, kunt u Event van GA1opgeven in het veld Eventnaam om aan te geven van welke gegevensactie het event afkomstig is.

Let op het volgende als u Waarden doorgeven invoert:
  • Gebruik Alle om de doorsnede van de cel waarop u klikt, bijvoorbeeld 'Product' en 'Jaar', dynamisch te bepalen en die waarden aan het doel door te geven.
  • Gebruik Gegevens verankeren om de gegevensactie weer te gegeven bij uitvoering, maar alleen als de vereiste kolommen die in het veld Verankeren aan zijn opgegeven, in de weergavecontext beschikbaar zijn.
  • Gebruik Geen om de pagina (URL of canvas) te openen, maar geen gegevens door te geven. Bijvoorbeeld: u wilt naar www.oracle.com navigeren zonder context door te geven.
  • Gebruik Aangepast om een aangepaste set kolommen op te geven om door te geven.
Let op het volgende als u Ondersteunt meerdere selectie selecteert:
  • Aan: de gegevensactie wordt opgeroepen wanneer er een of meer gegevenspunten zijn geselecteerd.
  • Aan: de gegevensactie wordt opgeroepen wanneer een enkel gegevenspunt is geselecteerd.

    Deze instelling is vooral nuttig wanneer de selectie van meerdere gegevenspunten mogelijk leidt tot een fout, bijvoorbeeld bij sommige REST-API's van derden.

Nadat de werkmap is opgeslagen, kunt u de werkmap insluiten in externe containers. De ingesloten visualisaties worden getoond in de externe container. Wanneer u met de rechtermuisknop op een visualisatie met toepasselijke gegevensacties klikt, worden deze weergegeven in het dropdownmenu van de visualisatie. Als u op een ingesloten gegevensactie klikt, worden de contextgegevens voor de visualisatie opgehaald en ter verwerking doorgegeven aan de navigatieactieservice. Daarin wordt vervolgens een event met de payload voor de contextgegevens geïnitieerd. U kunt zich abonneren op dit event om de payload in de eventcallback te ontvangen en de payload in andere gebieden te gebruiken.

  1. Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
  2. Klik in de werkmap op Menu en selecteer Gegevensacties.
  3. Klik op Acties toevoegen. Ga in 'Nieuwe gegevensactie' naar Naam en voer een naam in.
  4. Klik op Type en selecteer Event publiceren.
  5. Klik op Gegevens toevoegen of Gegevens selecteren in het veld Verankeren aan en selecteer een of meer gegevenselementen waarvoor u waarden wilt doorgeven wanneer de gegevensactie wordt toegepast.
  6. Voer een eventnaam in.
  7. Klik op het veld Waarden doorgeven en selecteer welke waarden u via de gegevensactie wilt doorgeven aan de consument.
  8. Klik op Ondersteunt meervoudige selectie om de waarde in te stellen.
    • Aan: de gegevensactie kan worden opgeroepen wanneer er een of meer gegevenspunten zijn geselecteerd.
    • Uit: de gegevensactie kan alleen worden opgeroepen wanneer er één gegevenspunt is geselecteerd.

      Deze instelling is vooral nuttig wanneer de selectie van meerdere gegevenspunten mogelijk leidt tot een fout (bijvoorbeeld bij sommige REST-API's van derden).

  9. Klik op OK om op te slaan.