De parameter van de constructorfunctie configureren

Wanneer met Sites een nieuwe instance van de constructorfunctie wordt gemaakt, wordt een parameter doorgegeven die contentItemData, scsData en contentClient bevat om te helpen met de ontwikkeling van inhoudlay-out.

Hier volgt voorbeeldcode voor de constructorfunctie:

function ContentLayout(params) {
    this.contentItemData = params.contentItemData || {};
    this.scsData = params.scsData;
    this.contentClient = params.contentClient;
}
ContentLayout.prototype = {
    render: function (parentObj) {
        var content = {
            blogTitle: this.contentItemData.data['starter-blog-post_title'],
        };

        if (this.scsData) {
            content = $.extend(content, {
                'scsData': this.scsData
            });
        }

    }
};
return ContentLayout;

De parameter voor de constructorfunctie omvat de volgende objecten:

  • params.contentItemData: bevat het inhouditem en de bijbehorende naam, beschrijving, ID en gegevens. Bijvoorbeeld: het veld 'blogpost_title' in het inhouditem is toegankelijk met params.contentItemData.data['blogpost_title'].

  • params.scsData:: met dit object worden gegevens doorgegeven wanneer de constructor wordt aangeroepen vanuit sites. Dit object bestaat niet voor inhoudlay-outs die worden weergegeven in applicaties van derden. Dit object bevat een Sites SDK object, de methode contentTriggerFunction om een trigger te genereren en de paginakoppelingen Details.

  • params.contentClient: dit is het object contentClient dat is gemaakt vanuit de Content SDK en wordt gebruikt om de inhoudlay-out aan te roepen. Het is daarom geconfigureerd met de juiste parameters voor de contentserver. Als er aanvullende aanroepen naar de contentserver moeten worden uitgevoerd, kunt u dit object contentClient gebruiken in plaats van uw eigen object te maken. Dit object bevat client-API's voor de inhoud. API's zijn beschikbaar voor het uitvoeren van zoekvragen, voor zoekopdrachten en voor het ophalen van inhouditems en de bijbehorende inhoudtypen. Andere helper-API's zijn ook beschikbaar, bijvoorbeeld expandMacros() om de macro's uit te vouwen die in opgemaakte tekst worden gebruikt.