Stap 7: Acties registreren

Oracle Content Management acties worden aangeroepen voor componenten wanneer triggers worden gegenereerd.

Voor een component kan elk aantal acties worden geregistreerd en kan ook de payload worden gedefinieerd die met de actie wordt ondersteund. Wanneer een gebruiker een actie selecteert, kan hij of zij de payload invullen die aan de actie moet worden doorgegeven.

Net zoals met de registratie van triggers kunt u acties registreren die met uw component worden ondersteund in de registratiegegevens in het bestand appinfo.json. U kunt de registratie van de voorbeeldactie in uw component bekijken door het bestand appinfo.json te openen en de code "actions" te zoeken.

"actions": [{
  "actionName": "setImageWidth",
  "actionDescription": "Update the image width",
  "actionPayload": [{
    "name": "imageWidth",
    "description": "Image Width in pixels",
    "type": {
      "ojComponent": {
        "component": "ojInputText"
      }
    },
    "value": ""
  }]
}]

Deze geregistreerde actie is zichtbaar in het dialoogvenster 'Actie' dat wordt opgeroepen wanneer u op een trigger klikt op het tabblad Koppeling in het paneel 'Instellingen' voor de component.

Controleer de resultaten voor stap 7.

  1. Vernieuw uw pagina op uw site, zodat de wijzigingen in de component kunnen worden opgehaald met de sitebuilder.

  2. Open de pagina in de bewerkmodus.

  3. Sleep de component naar de pagina.

  4. Zet een knopcomponent neer op de pagina.

  5. Open het paneel 'Instellingen' voor de knopcomponent.

  6. Wijzig op het tabblad 'Algemeen' het label van de knop in Klik hierop!.

  7. Selecteer het tabblad Koppeling op het paneel 'Instellingen'.

  8. Selecteer Triggeracties bij Type koppeling.

  9. Klik op de trigger Klikken op knop voor de knopcomponent.

  10. Vouw in het dialoogvenster de component Een_lokale_component op het linkerzijpaneel uit.

  11. Sleep de actie De afbeeldingsbreedte bijwerken van de component Een_lokale_component naar de pagina.

  12. Voer 300px in het veld Afbeeldingsbreedte in pixels in.

U hebt nu geleerd hoe u een actie kunt registreren en hoe die actie wordt weergegeven in de gebruikersinterface. In de volgende stap leert u hoe u een componentactie kunt afhandelen wanneer deze wordt aangeroepen.

Doorgaan naar Stap 8: Acties uitvoeren.