Zie de documentatie en ondersteuningswebsite van Microsoft voor informatie over teken- en andere functiebeperkingen van Excel.
Ga als volgt te werk om een functie handmatig te maken:
Klik in Excel op de cel waarin u de functie wilt invoeren.
Voer een isgelijkteken in (=).
Voer de functienaam in, bijvoorbeeld HsSetValue
Voer parameters in voor de functie in overeenstemming met regels die zijn beschreven in Richtlijnen voor functiesyntaxis aan de hand van de informatie die specifiek geldt voor elke functie in Functieomschrijvingen.
Als u het werkblad wilt vernieuwen, selecteert u op het Smart View-lint de knop Vernieuwen.
Functies worden alleen gevalideerd wanneer u ze vernieuwt.