Variabelen bewerken

Wanneer u statische of verwijzingsvariabelen hebt gemaakt, kunt u ze makkelijk bewerken in Oracle Smart View for Office.

Ga als volgt te werk om variabelen te bewerken:

  1. Open een rapportpackage.
    • Als u een statische variabele wilt bewerken, hoeft u geen doclets uit te checken.

    • Als u van plan bent een verwijzingsvariabele te bewerken, opent u de Word- of Excel-verwijzingsdoclet of het verwijzingsbestand dat als de bron is gebruikt voor de verwijzingsvariabele en checkt u deze doclet of dit verwijzingsbestand uit.

  2. Selecteer Variabelen in de dropdownlijst in het venster Rapportpackage.

    Toont de beschikbare opties in de dropdownlijst in het rapportpackage. De opties zijn Report Center en Variabelen.

    De lijst met variabelen die beschikbaar zijn in het rapportpackage wordt weergegeven in het paneel.

  3. Selecteer een variabele en klik op de knop Bewerken, De knop 'Variabele bewerken'. Deze wordt weergegeven wanneer u een variabele met de muis aanwijst in de lijst..

    Opmerking:

    Als u de variabele wilt zoeken om deze te bewerken, volgt u de procedure in Variabelen zoeken.

    De knop Bewerken, Knop 'Variabele bewerken'. Deze wordt weergegeven wanneer u een variabele in de lijst met de muis aanwijst.

    In de volgende afbeelding is de variabele CurrentMonth, een statische variabele, geselecteerd om te bewerken.


    Een variabele die is geselecteerd in de lijst met variabelen in het Smart View-venster.

    Nadat u op Knop 'Variabele bewerken' hebt geklikt, worden de velden Naam, Omschrijving en Waarde weergegeven. Hier is een voorbeeld van een statische variabele die kan worden bewerkt:


    De bewerkbare velden Naam, Omschrijving en Waarde van een variabele
  4. Voer een van de volgende acties uit:
    • Als u een statische variabele wilt wijzigen, typt u waar nodig over de gegevens in de velden Naam, Omschrijving en Waarde, en klikt u vervolgens op De knop OK, aangegeven door een groen vinkje..

      De statische variabele wordt direct bijgewerkt als u op De knop OK, aangegeven door een groen vinkje. klikt.

    • Ga als volgt te werk om een verwijzingsvariabele te wijzigen:

      1. Zorg ervoor dat u de verwijzingsdoclet of het verwijzingsbestand die/dat als bron is gebruikt van de verwijzingsvariabele, hebt geopend en uitgecheckt.

      2. Typ waar nodig over de gegevens in de velden Naam en Omschrijving.

      3. Als u het veld Waarde wilt wijzigen, selecteert u de tekst in een Word-doclet of de juiste cel in de Excel-verwijzingsdoclet en klikt u vervolgens op De knop Waarde selecteren, aangegeven door een pijl die naar rechts wijst.

        Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u een verwijzingsvariabele bewerkt:

        • Afbeeldingen en vormen worden niet ondersteund als waarden van verwijzingsvariabelen.

        • Voor waarden van verwijzingsvariabelen kunnen andere verwijzingsvariabelen niet als bron worden gebruikt.

        • Als een bereik van een Excel-verwijzingsdoclet is ingesloten in Word of PowerPoint, kunnen er geen waarden van verwijzingsvariabelen aan de ingesloten inhoud worden ontleend.

        • Waarden van verwijzingsvariabelen kunnen maar 255 tekens bevatten.

        • Waarden van verwijzingsvariabelen kunnen slechts uit één regel bestaan. Selecteer één cel in een Excel-spreadsheet. Selecteer In Word tekst uit één regel of één tabelcel.

        • Voor verwijzingsvariabelen kan PowerPoint-inhoud niet als bron worden gebruikt.

      4. Nadat u klaar bent met het bewerken van de verwijzingsvariabelen voor de uitgecheckte doclet of het uitgecheckte verwijzingsbestand, uploadt u het brondocument en checkt u dit in.

        Zodra de doclets of verwijzingsbestanden zijn ingecheckt, zijn de variabelen met de bijgewerkte waarden beschikbaar voor andere rapportpackage-auteurs.

  5. Herhaal de voorgaande stappen voor alle variabelen die bewerking vereisen.