Gebruikersvoorkeuren instellen

Stel voorkeuren in voor applicatie-instellingen, weergave-instellingen en gebruikersvariabelen.

1. Selecteer een applicatie in de boomstructuurlijst in het Smart View-venster.
2. Klik met de rechtermuisknop en selecteer Gebruikersvoorkeuren.
3. Geef in Voorkeuren opties op voor de volgende instellingen:

   • Applicatie-instellingen— Hier kunt u opties voor e-mail beheren, instellingen voor aliassen opgeven, opties voor goedkeuringen instellen en instellingen voor afwezigheid opgeven.

     Opmerking:

     Wijzigingen in de aliastabel worden pas van kracht als u de verbinding met de provider verbreekt en opnieuw verbinding maakt.

   • Weergave-instellingen— Hier kunt u het formaat van getallen instellen, geselecteerde paginaonderdelen onthouden, toestaan dat wordt gezocht als het aantal pagina's een door u ingesteld aantal overschrijdt, de inspringing van onderdelen instellen, consolidatieoperatoren gebruiken, een ophaalbewerking voor een gedeeltelijk raster uitvoeren, het aantal onderdelen voor elke pagina 'Dimensies' opgeven, het op elke pagina opgegeven record voor 'Toegang toewijzen' weergeven en de datumnotatie instellen.

   • Gebruikersvariabelen: variabelen die zijn ingesteld door de beheerder om u te helpen bij het navigeren door grote formulieren en rasters.

     Als u het geselecteerde onderdeel voor een gebruikersvariabele wilt wijzigen, klikt u op om het dialoogvenster 'Onderdelen selecteren' te openen.

     Oracle Smart View for Office 21.100 of hoger: u kunt een aliastabel toepassen op de onderdelen in het dialoogvenster Onderdelen selecteren. Klik op , selecteer Aliastabel en kies een aliastabel in de lijst in het pop-upvenster. Wanneer u een tabel selecteert, wordt het venster gesloten. De geselecteerde aliastabel wordt nu toegepast op de onderdelen in het dialoogvenster 'Onderdelen selecteren'. Selecteer een onderdeel voor de gebruikersvariabele en sluit het dialoogvenster.

     Als u de aliastabel wijzigt in Onderdelen selecteren heeft dit alleen invloed op de weergave in het dialoogvenster wanneer u gebruikersvariabelen instelt.

     Zie Onderdelen selecteren in de onderdeelselectie voor meer informatie over het gebruik van Onderleen selecteren.