Info over toelichtingen en onbekende onderdelen

Stel opties in om toelichtingen en onbekende onderdelen op een ad-hocblad te markeren. Gebruik vervolgens het dialoogvenster 'Toelichtingen bewerken' om naar wens toelichtingen en onbekende onderdelen te wijzigen of verwijderen.

Wanneer u met een provider bent verbonden, kunt u opties activeren in Smart View waarmee u snel het volgende kunt detecteren:

  • Onbekende onderdelen in een raster

  • Tekst die buiten het raster is getypt, zoals uw eigen opmerkingen op een blad

In Smart View worden cellen die deze soorten tekst bevatten toelichtingen genoemd.

U kunt opties in Smart View instellen waarmee u snel en eenvoudig toelichtingscellen kunt vinden, inclusief ongeldige, of onbekende, onderdelen in het raster of relevante notities die u buiten het raster aan een blad hebt toegevoegd.

In de visiedatabase is bijvoorbeeld de naam van een onderdeel gewijzigd van "Totaal entiteiten" in "Totaal entiteit". Met Smart View wordt deze wijziging bijgehouden en in het blad aan u getoond als u een celstijl definieert waarmee toelichtingen worden aangeroepen. U kunt vervolgens snel de wijziging zien en deze snel corrigeren door rechtstreeks in het raster te werken of door op Toelichting bekijken in het Smart View lint te klikken en de cel te wijzigen in het dialoogvenster Toelichting bewerken.

Als u toelichtingen op een ad-hocblad wilt aanroepen, opent u een ad-hocraster in het venster Opties, tabblad Opmaak:

  • Selecteer het aankruisvakje Celstijlen gebruiken.
  • Een celstijl instellen voor toelichtingen

Vervolgens kunt u eenvoudig toelichtingscellen op het ad-hocblad identificeren. Selecteer een toelichting om deze bewerken in het dialoogvenster Toelichting bewerken.

U kunt tevens het selectievakje Altijd tonen bij vernieuwen aanvinken om het dialoogvenster Toelichting bewerken te starten na elke keer vernieuwen.