Richtlijnen voor syntaxis

Gebruik de volgende richtlijnen om parameters in te voeren voor functies.

Zie Functieomschrijvingen voor de syntaxis van afzonderlijke functies.

  • De verbindingsparameter is de door de gebruiker gedefinieerde naam voor een verbinding.

    De parameter voor de verbinding moet voorafgaan aan de POV.

  • De POV bestaat uit paren van een dimensie en een onderdeel in de vorm dimensie#onderdeel, bijvoorbeeld:

    Entity#Connecticut
  • De relaties tussen bovenliggende en onderliggende entiteiten worden aangegeven met een punt, (.). Bijvoorbeeld:

    Entity#UnitedStates.Maine
  • De verbinding en elk paar dimensie#onderdeel voor een POV kunnen worden opgesplitst in afzonderlijke functieparameters, waarbij elke parameter tussen dubbele aanhalingstekens, ("), wordt geplaatst en de parameters van elkaar worden gescheiden met een komma, (,). Bijvoorbeeld:

    "MyVision","Entity#UnitedStates","Account#Sales"

    In Smart View (Mac and Browser) wordt het gebruik van een puntkomma (;) als scheidingsteken in de parameter dimensie#onderdeel niet ondersteund.

  • Als een POV-dimensie#onderdeel niet is opgegeven, wordt in Smart View het onderdeel op het bovenste niveau van die dimensie aan de functie toegevoegd. Bijvoorbeeld: in de volgende functie HsGetValue is er geen dimensie en onderdeel 'Period' opgegeven:

    =HsGetValue("MyVision","Account#Amount","Years#2017","Scenario#Annual, Contract","Version#Final","Entity#AR02-Argentina-,IS_Adjustments","Package#Depreciation","Currency#Local Currency")

    In dit geval wordt in Smart View het onderdeel 'Period' op het bovenste niveau (dit is 'Period') aan de functie toegevoegd, Period#Period. Bijvoorbeeld:

    =HsGetValue("MyVision","Account#Amount","Period#Period","Years#2017","Scenario#Annual Contract","Version#Final","Entity#AR02-Argentina-IS_Adjustments","Package#Depreciation","Currency#Local Currency")
  • Gebruik een dimensienaam en de aliassen ervan niet door elkaar in functies. Voor onderdelen kunt u echter zowel de onderdeelnaam als de alias ervan uit de geselecteerde aliastabel gebruiken.