Essbase vanuit Marketplace implementeren voor federatieve partities

Vereisten

Bij deze instructies wordt ervan uitgegaan dat u als domeinbeheerder van Oracle Cloud Infrastructure het volgende al hebt gedaan:

• Er is een compartiment, een dynamische groep en beleid gemaakt voor de Oracle Cloud Infrastructure tenancy, zoals beschreven in Voordat u begint met Oracle Essbase.

• Op de Oracle Cloud Infrastructure-tenancy is een kluis gemaakt voor coderingssleutels en -geheimen, zoals beschreven in Kluis, geheimen en coderingswaarden maken.

• Op de Oracle Cloud Infrastructure-tenancy zijn een vertrouwelijke applicatie en een initiële Essbase systeembeheerder gemaakt voor coderingssleutels en -geheimen, zoals beschreven in Essbase toegang instellen in Identity Cloud Service. Zorg ervoor dat u het clientgeheim van de toepassing en het Essbase beheerderswachtwoord in de kluis bewaart.

• Optioneel: een Autonomous Data Warehouse Serverless gefaciliteerd, zoals beschreven in Autonomous Data Warehouse faciliteren voor federatieve partities. Zorg ervoor dat het wachtwoord van de databasebeheerder in de kluis wordt bewaard.

  Opmerking:

  U kunt Autonomous Data Warehouse tijdens de implementatie van Essbase faciliteren.

Instructies

Implementeer vanuit Marketplace in Oracle Cloud Infrastructure een Essbase stack naar dezelfde tenancy als die waar u Autonomous Data Warehouse hebt gefaciliteerd (of wilt faciliteren).

Volg de instructies in Essbase implementeren terwijl u deze stappen voltooid.

1. Als u Autonomous Data Warehouse Serverless al eerder hebt gefaciliteerd, controleert u of deze actief is.

2. Stel op het scherm Essbase instance de Essbase bestandscatalogus dusdanig in dat deze wordt geïntegreerd met de OCI-objectopslagbucket.

   Wijzig de catalogusopslagsoort van de standaardwaarde (lokaal bestandssysteem) naar Object Storage. Deze stap is vereist als u gegevens van Essbase wilt laden in Autonomous Data Warehouse.

   
   
   
   
   

   Opmerking:

   Als u Object Storage integratie selecteert,

   • U kunt het na implementatie niet meer terugzetten naar het lokale bestandssysteem.
   • Door alle Essbase taken waarvoor lees-/schrijftoegang tot bestanden in de Essbase catalogus is vereist, wordt ernaar gezocht in (of worden geëxporteerd naar) de bucket met OCI-objectopslag die in OCI is gekoppeld aan de Essbase gegevensopslag.
   • Zie Stack maken en Bestanden opgeven in een cataloguspad voor meer informatie.
3. In het scherm Databaseconfiguratie selecteert u hoe u Autonomous Data Warehouse Serverless wilt configureren voor Essbase. Essbase gebruikt deze database als de repository voor de eigen RCU-schema's.

   1. Als u Autonomous Data Warehouse Serverless wilt faciliteren tijdens de implementatie van Essbase, klikt u op Geavanceerde databaseopties tonen en selecteert u in Een soort databasewerkbelasting kiezen de optie Autonomous Data Warehouse.

      
      
      
      
      

   2. U kunt ook de optie Bestaande database gebruiken selecteren als u een eerder gefaciliteerde Autonomous Data Warehouse Serverless wilt gebruiken.

      
      
      
      
      

4. Gebruik een kluis in het gedeelte Identiteit en beveiliging van OCI-console om het beheerderswachtwoord van Autonomous Database te coderen en op te slaan. Zie Kluis, geheimen en coderingswaarden maken voor meer informatie.

5. Voer de overige instructies in Essbase implementeren uit.

Na de implementatie van Essbase: hoe nu verder?

In dezelfde instance van Autonomous Data Warehouse die de repositorydatabase is voor Essbase, moet u het volgende doen:

• Een schema maken voor federatieve partities: het moet een nieuw, leeg schema zijn, ontworpen voor de feitentabel. Voor dit schema mag geen andere database-instance of ander databasesoort worden gebruikt.
• Een feitentabel en draaitabeldimensie voor identiteit instellen: voor de feitentabel mag geen andere database-instance of ander databasesoort worden gebruikt.