Toegang tot meerdere Essbase servers via een centrale Smart View URL

U kunt voor eindgebruikers vanuit Smart View één enkel toegangspunt tot meerdere Essbase serverinstances configureren.

Voor onafhankelijk ingezette Essbase instances die niet bij EPM Shared Services zijn geregistreerd, kunt u gebruikmaken van Provider Services om alle Essbase servers dusdanig te configureren dat deze als nodes onder een centrale Smart View URL toegankelijk zijn.

Nadat u dit hebt gedaan, kunnen Smart View gebruikers via een enkele URL in hun verbindingspagina's toegang krijgen tot Essbase servers.

Centrale URL-toegang instellen:

  1. Navigeer op uw huidige Essbase Server computer naar de locatie van de kloonscripts.

    • Linux

      <Essbase Product Home>/modules/oracle.essbase.sysman/scripts/copyclusterkey
    • Windows

      <Essbase Product Home>\modules\oracle.essbase.sysman\scripts\copyclusterkey

    Als u niet weet waar u <Essbase Product Home> in uw omgeving kunt vinden, raadpleegt u Omgevingslocaties in het Essbase platform voor een uitleg.

  2. Kopieer het script cloneTokenManagerKeys (.sh of .cmd) en het bestand updatedClusterId.py naar de bin-map van <Domain home> op uw huidige Essbase Server computer. Als u niet weet waar <Domain home> zich bevindt in uw omgeving, bekijkt u Omgevingslocaties in het Essbase platform voor de uitleg.

    Voor Linux:

    1. Kopieer cloneTokenManagerKeys.sh en updatedClusterId.py naar $DOMAIN_HOME/bin. Bijvoorbeeld:

      /scratch/<home dir>/Oracle/Middleware/Oracle_Home/user_projects/domains/essbase_domain/bin
    2. Open een opdrachtprompt in de directory $DOMAIN_HOME/bin en geef uitvoeringsrechten aan cloneTokenManagerKeys.sh. Bijvoorbeeld

      chmod +x cloneTokenManagerKeys.sh
    3. Voer het script uit en geef daarbij een secundaire beheerdersserver-URL op om die te synchroniseren (voor single sign-on bij gebruik van Provider Services) met de huidige server.

      De syntaxis is als volgt:

      ./cloneTokenManagerKeys.sh t3://<ADMIN-SERVER-NAME>:<ADMIN-PORT>

      Bijvoorbeeld:

      ./cloneTokenManagerKeys.sh t3://AdminServer2:7001

      Als er meerdere omgevingen moeten worden gesynchroniseerd, voert u de beheerdersserver-URL in van elke omgeving, gescheiden door spaties. Bijvoorbeeld:

      ./cloneTokenManagerKeys.sh t3://AdminServer2:7001 t3://AdminServer3:7001

      Als TLS (SSL) actief is, gebruikt u het protocol t3s om de URL op te geven. Bijvoorbeeld:

      ./cloneTokenManagerKeys.sh t3s://AdminServer2:7002

    Voor Windows:

    1. Kopieer cloneTokenManagerKeys.cmd en updatedClusterId.py naar %DOMAIN_HOME%\bin. Bijvoorbeeld:

      C:\Oracle\Middleware\Oracle_Home\user_projects\domains\essbase_domain\bin
    2. Open een opdrachtprompt in de directory %DOMAIN_HOME%\bin.

    3. Voer het script uit en geef daarbij een secundaire beheerdersserver-URL op om die te synchroniseren (voor single sign-on) met de huidige server met gebruik van Provider Services.

      De syntaxis is als volgt:

      .\cloneTokenManagerKeys.cmd t3://<ADMIN-SERVER-NAME>:<ADMIN-PORT>

      Bijvoorbeeld:

      .\cloneTokenManagerKeys.cmd t3://AdminServer2:7001

      Als er meerdere omgevingen moeten worden gesynchroniseerd, voert u de beheerdersserver-URL in van elke omgeving, gescheiden door spaties. Bijvoorbeeld:

      .\cloneTokenManagerKeys.cmd t3://AdminServer2:7001 t3://AdminServer3:7001

      Als TLS (SSL) actief is, gebruikt u het protocol t3s om de URL op te geven. Bijvoorbeeld:

      .\cloneTokenManagerKeys.cmd t3s://AdminServer2:7002
  3. Nadat u het synchronisatieproces hebt voltooid, start u alle Essbase Servers opnieuw die u hebt gesynchroniseerd met de huidige Essbase Server. Raadpleeg Servers starten, stoppen en controleren.

  4. Configureer uw Essbase Servers door deze toe te voegen aan Provider Services beheer met de Essbase webinterface.

    1. Navigeer in de Essbase webinterface naar Console en klik op Configuratie.

    2. Ga naar het tabblad Gecentraliseerde URL en klik op Toevoegen.

    3. Voer in het dialoogvenster Host toevoegen informatie over een van de Essbase Servers in. Geef een alias en een agent-URL op.


      Dialoogvenster 'Host toevoegen' Ingevoerde alias is PHX250. Ingevoerde Essbase URL is https://phx250.example.com:9001/essbase/agent.

    4. Klik op Versturen en klik op Toevoegen om meer Essbase Servers toe te voegen die u toegankelijk wilt maken met één Smart View URL.


      Twee gecentraliseerde URL's die zijn geconfigureerd in de console van de Essbase webinterface. De Essbase discovery-URL https://iad150.example.com:9001/essbase/agent is gekoppeld aan een alias van LocalMachine. Er is nog een Essbase discovery-URL, https://phx250.example.com:9001/essbase/agent, gekoppeld aan een alias van PHX250.

    5. Log vanuit Smart View in bij de Essbase Server die u zojuist hebt geconfigureerd. U moet nu verbinding kunnen maken met alle instances die u hebt geconfigureerd voor de gecentraliseerde URL.


      Privéverbinding met Smart View met twee serverinstancenodes, PHX250 en LocalMachine, onder één URL (de URL van de lokale computer).

    6. Als u daarnaast toegang met hoge beschikbaarheid (failover) wilt instellen voor een applicatie die wordt gehost op een of meer van de Essbase Servers die u hebt geconfigureerd met een gecentraliseerde URL, gaat u door naar Actief-actief (alleen-lezen) Essbase clusters configureren en beheren.