Voor veel bewerkingen moet verbinding worden gemaakt met brongegevens buiten de kubus. Een efficiënte manier om dit te doen, is verbindingen en gegevensbronnen te maken en deze op te slaan als herbruikbare objecten in Oracle Essbase.
U kunt bijvoorbeeld een partitie instellen tussen een kubus en RDBMS-tabellen, gegevens uitwisselen tussen een kubus en Oracle Database, beveiligingsfilters ontwikkelen door variabelen te gebruiken om onderdelen of gebruikersnamen op te halen uit externe brongegevens, en gegevens laden uit REST-API-eindpunten.
Voor veel kubusbewerkingen zijn verbindingsgegevens nodig, zoals inloggegevens, om toegang te krijgen tot externe brongegevens of hosts. U kunt deze eenmaal definiëren als verbindingen en gegevensbronnen, en ze vervolgens hergebruiken voor allerlei bewerkingen. Zo hoeft u niet telkens alle details op te geven wanneer u een taak uitvoert.
U kunt opgeslagen verbindingen en gegevensbronnen algemeen of per applicatie implementeren. Deze abstracties maken de volgende bewerkingen mogelijk:
Dimensies en gegevens laden
Kubussen importeren
Variabele beveiligingsfilters definiëren
Kubussen verbinden met behulp van partities, en toegang krijgen tot realtime gegevens
Doordrillen naar externe gegevensbronnen
Als u een netwerkverbinding hebt tussen een externe gegevensbron en Essbase, kunt u verbindingen en gegevensbronnen definiëren in Essbase om eenvoudig gegevens uit de externe bron op te halen ('pull'). Als er geen netwerkverbinding tussen Essbase en de externe gegevensbron is, moet u het laden van gegevens of het opbouwen van dimensies streamen met het CLI-hulpprogramma. Hiervoor moet u eerst een lokale verbinding maken en vervolgens de opdracht 'dataload' of 'dimbuild' uitvoeren met de stream-optie.
Met een verbinding worden gegevens over een externe server en de vereiste inlogreferenties opgeslagen. Door één verbinding te definiëren die kan worden gebruikt voor meerdere processen en artefacten, kunt u veel aspecten van uw analyse vereenvoudigen. Bijvoorbeeld: wanneer het tijd is om een systeemwachtwoord te wijzigen, hoeft u slechts één verbinding bij te werken.
Een gegevensbron is ook een object dat u eenmalig kunt definiëren en daarna kunt hergebruiken, als ondersteuning bij het beheren van de inkomende en uitgaande gegevensstromen van de kubussen. U kunt een gegevensbron definiëren om een externe gegevensbron te vertegenwoordigen, ongeacht of deze een relationeel systeem, een tabel, een bestand of een andere kubus is.
U kunt één verbinding definiëren en deze gebruiken voor toegang tot meerdere gegevensbronnen. Bijvoorbeeld: een externe Oracle Database server met afzonderlijke tabellen voor producten, wederverkopers en verkoopregio's. U hebt slechts één verbinding nodig voor toegang tot Oracle Database, maar mogelijk wilt u unieke gegevensbronnen maken voor toegang tot elke tabel.
Eén geval waarin u mogelijk meerdere gegevensbronnen per verbinding definieert, is het volgende: als u afzonderlijke laadregels gebruikt om elke dimensie op te bouwen in een kubus, kan elk regelbestand worden ingesteld voor toegang tot de relevante tabel in Oracle Database. Bijvoorbeeld: stel, uw kubus bevat een dimensie 'Market' en u bouwt regelmatig dimensies op met de laadregel Dim_Market om de dimensie 'Market' te vullen vanuit de tabel SALES_TERRITORIES. Op dezelfde wijze gebruikt u de laadregel Dim_Product om de dimensie 'Product' te vullen vanuit de tabel PRODUCT. Voor beide laadregels kan dezelfde verbinding worden gebruikt, maar omdat de gegevens uit verschillende tabellen afkomstig zijn, hebt u twee verschillende gegevensbronnen gedefinieerd.
Vroeger moest u verbindings- en gegevensbrondetails hard coderen in Essbase artefacten zoals regelbestanden, locatiealiassen en partities. Hoewel hardgecodeerde gegevens nog altijd worden ondersteund in deze artefacten, kunt u veel efficiënter werken als u algemene verbindingen en gegevensbronnen definieert (of op applicatieniveau).