Kenmerkkoppelingen instellen

Als u handmatig met kenmerken wilt werken, gebruikt u de structuureditor en het tabblad <wintitle>Kenmerken</wintitle> in het programma 'Onderdelen inspecteren'. Eerst koppelt u kenmerkdimensies aan basisdimensies en vervolgens koppelt u kenmerkonderdelen aan onderdelen van de basisdimensie.

Kenmerken worden gekoppeld aan basisdimensies. Basisdimensies zijn standaardschaarsheiddimensies met onderdelen waaraan u kenmerken wilt koppelen.

Een kenmerkdimensie koppelen aan een basisdimensie

Ga als volgt te werk om een kenmerkendimensie in <uw applicatie> te koppelen aan een basisdimensie:

  1. De structuur openen:

    In de Redwood interface,

    1. Open op de pagina 'Applicaties' <yourapplication> en open daarna de database (kubus).
    2. Klik op Structuur starten.
    3. Als de structuur is vergrendeld en u beheerder bent, klikt u op Structuur ontgrendelen Afbeelding van het pictogram 'Structuur ontgrendelen' in Redwood..

      Voordat u een vergrendelde structuur gedwongen ontgrendelt, moet u controleren of er niemand anders mee werkt.

    In de klassieke webinterface,

    1. Vouw <uw applicatie> uit op de pagina Applicaties.
    2. Open het menu Acties rechts van de kubusnaam en selecteer Structuur.
  2. Selecteer een basisdimensie waaraan u een kenmerkdimensie wilt koppelen. Voor deze oefening kiest u 'Market'.
  3. Als u nog niet in de bewerkmodus bent, klikt u op Bewerken.
  4. Klik met de rechtermuisknop op 'Market' en selecteer Inspecteren.
  5. Klik op Kenmerken.
  6. Selecteer een kenmerkdimensie; selecteer voor deze oefening 'Intro Date' uit de kolom Kenmerknaam.
  7. Klik op de pijl naar rechts naast Gekoppelde kenmerken om het geselecteerde kenmerk te koppelen aan de normale dimensie die u hebt geselecteerd in stap 4.
  8. Klik op Toepassen en sluiten.
  9. Klik op Opslaan om de structuur op te slaan.

Als u een kenmerkdimensie aan een basisdimensie hebt gekoppeld, moet u leden van de kenmerkdimensie koppelen aan leden van de basisdimensie. Deze leden moeten allemaal afkomstig zijn van hetzelfde niveau in de basisdimensie.

Een kenmerkonderdeel koppelen aan een onderdeel van de basisdimensie

Ga als volgt te werk om een kenmerkonderdeel in <uw applicatie> te koppelen aan een onderdeel van een basisdimensie:
  1. Klik, terwijl de structuur van <uw applicatie> nog geopend is, op Bewerken.
  2. Vouw eerst 'Market' en dan 'East' uit en selecteer 'New York'.

    'New York' is het basisonderdeel waaraan we een kenmerk gaan koppelen.

  3. Klik met de rechtermuisknop op 'New York' en selecteer Inspecteren.
  4. Selecteer Kenmerken.
  5. Selecteer het kenmerkonderdeel dat u wilt koppelen aan New York.
    • Selecteer in de Redwood interface de pijl omlaag in de rij Population en selecteer het onderdeel.
    • Vouw in de klassieke webinterface vanuit de onderdelenstructuur Population uit en selecteer het onderdeel.
  6. Klik op Toepassen en sluiten.
  7. Klik op Opslaan om de structuur op te slaan.

Zie voor meer informatie: Werken met kenmerken.