Met het prestatieanalyseprogramma dat beschikbaar is in de console van de webinterface van Essbase, kunt u statistische gegevens controleren over het gebruik en de prestaties van uw Essbase service.
Met het prestatieanalyseprogramma worden de logbestanden in de achtergrond gelezen en gescand met intervallen die u opgeeft. Op basis van de logbestanden worden .csv-bestanden met Essbase activiteitsgegevens gemaakt. De gegevens zijn afkomstig van het ODL-logboek van de applicatie, het agentlogboek en de WebLogic-logboeken.
Zodra een prestatieanalyseprogrammabestand is gegroeid tot 10 MB, wordt er een nieuw bestand gemaakt. Door Essbase worden standaard in totaal 112 bestanden bewaard, waarna Essbase eerst het oudste bestand verwijdert. Het meest recente bestand heet EssbaseHpa_Data.csv. De oudere bestanden krijgen een naam met een nummer erin, bijvoorbeeld EssbaseHpa_n_Data.csv.
Via een sjabloon in de webinterface van Essbase, in Bestanden Galerij > Systeemprestaties > Status- en prestatieanalyse
komt u meer te weten over het prestatieanalyseprogramma. Als u de galerijsjabloon wilt gebruiken, kopieert u CSV-gegevens en plakt u die in de sjabloon.
Als u een servicebeheerder bent, kunt u het prestatieanalyseprogramma activeren in de console van de webinterface. Er wordt dan uit logbestanden informatie opgehaald over gebruik en prestaties.
Met het prestatieanalyseprogramma worden CSV-gegevens gegenereerd op basis van logs en in kolommen ingedeeld. Eerst verzamelt u de CSV-gegevens en opent u de CSV-bestanden in Excel. Vervolgens kunt u de gegevens bekijken en ermee werken met behulp van Excel-filterprogramma's.
Open de bestanden in Excel en bekijk de kolommen boven aan de bestanden. De meeste kolommen spreken voor zich. Ze bevatten gegevens die nuttig zijn voor het filteren van prestatieanalyse, zoals applicatie en kubusnaam, tijdstempel en datum.
Kolommen 'N' en 'O' moeten uitgebreider worden besproken, omdat ze belangrijke informatie bevatten. Kolom 'N' bevat gegevens zoals configuratie-instellingen, database-instellingen en inloggegevens van gebruikers. Kolom 'O' bevat specifieke invoer binnen deze categorieën. In Excel kunt u filteren op kolom 'N' en een categorie kiezen en vervolgens filteren op kolom 'O' om specifieke invoer binnen die categorieën te kiezen.
Als u filtert op kolom 'N' en vervolgens de specifieke categorie kiest waarin u bent geïnteresseerd, kunt u vervolgens activiteiten binnen die categorie bekijken door te filteren op kolom 'O'.
Voorbeeldweergave van een filter op kolom 'N':
Voorbeeldweergave van een filter op kolom 'O':