Als u gegevens in een analyse wilt filteren, kunt u elk benoemd filter toepassen.
Gebruik de volgende procedure om een benoemd filter toe te passen op een analyse.
Ga als volgt te werk om een benoemd filter toe te passen op een analyse:
- Maak of open de analyse waaraan u een benoemd filter wilt toevoegen.
- Zoek het deelvenster 'Catalogus' op het tabblad Criteria van de Analyse-editor en navigeer naar de juiste map die het benoemde filter bevat. Filters worden meestal opgeslagen binnen de submap 'Onderwerpgebied'. Bijvoorbeeld 'Gedeelde mappen/2. Functionele voorbeelden/Filters/A - voorbeeldomzet/demo'.
- Selecteer het benoemde filter en klik op de knop Meer opties toevoegen. Het dialoogvenster Opgeslagen filter toepassen wordt weergegeven.
- Geef aan hoe u het benoemde filter op de analyse wilt toepassen. U kunt een van de of beide volgende opties selecteren:
-
Selecteer het vakjeAlle bestaande filters wissen voor toepassing om alle bestaande filters uit de analyse te verwijderen voordat u het benoemde filter toevoegt.
-
Selecteer het vakje Inhoud van het filter toepassen in plaats van een verwijzing naar het filter om de werkelijke inhoud van het filter op de analyse toe te passen. Als u de inhoud kopieert, kunt u de filtercriteria bewerken zonder het opgeslagen filter te wijzigen. Wanneer u het vakje Inhoud van het filter toepassen in plaats van een verwijzing naar het filter deactiveert, wordt een verwijzing naar het filter aan de analyse toegevoegd. Vanuit de analyse kunt u de inhoud van het benoemde filter bekijken, maar niet wijzigen.
- Klik op OK.
Het filter wordt weergegeven in het deelvenster 'Filters'.