Voor het afdrukken of exporteren kunt u de lay-out van een dashboardpagina opgeven.
U kunt aangepaste lay-outs maken voor het afdrukken en exporteren van dashboardpagina's, indien dit is toegestaan in uw organisatie.
Met aangepaste afdruklay-outs kunnen uw eindgebruikers dashboardinhoud van hoge kwaliteit afdrukken. Zie Dashboardpagina's afdrukken voor meer informatie over het afdrukken van dashboardpagina's.
Met behulp van aangepaste exportlay-outs kunnen uw eindgebruikers voor Excel aangepaste dashboardinhoud exporteren. Zie Dashboards en dashboardpagina's exporteren voor meer informatie over het exporteren van dashboardpagina's.
Als u een aangepaste lay-out maakt, gebeurt het volgende:
De dashboardpagina wordt geëxporteerd naar BI Publisher en de volgende items worden automatisch gegenereerd:
Een BI Publisher rapport met een lay-out op basis van de geëxporteerde dashboardlay-out
Een gegevensmodel voor het ophalen van gegevens voor de componenten van de dashboardpagina
De rapporteditor voor BI Publisher wordt geopend in een nieuw browservenster met de automatisch gegenereerde lay-out die als een miniatuur wordt weergegeven. In de rapporteditor kunt u de lay-out bewerken of verwijderen, of een nieuwe lay-out toevoegen.
Nadat u de aangepaste lay-outs in BI Publisher hebt opgeslagen, zijn deze voor de desbetreffende dashboardpagina beschikbaar en worden ze weergegeven in het gebied 'Aangepaste afdruk- en exportlay-outs' van het dialoogvenster Afdruk- en exportopties.
Vervolgens stelt u de aangepaste afdruklay-outs die u hebt gemaakt beschikbaar aan eindgebruikers (in het menu 'Afdrukken' of 'Exporteren naar Excel' van een dashboardpagina) door ze te selecteren in het gebied 'Aangepaste afdruk- en exportlay-outs' van het dialoogvenster Afdruk- en exportopties.
Vervolgens stelt u de aangepaste lay-outs die u hebt gemaakt beschikbaar aan eindgebruikers met de volgende opties in het gebied 'Aangepaste afdruk- en exportlay-outs' van het dialoogvenster Afdruk- en exportopties:
PDF: met deze optie komt de aangepaste lay-out beschikbaar in het menu 'Afdrukken' van een dashboardpagina.
Excel: met deze optie komt de aangepaste lay-out beschikbaar in het menu 'Exporteren naar Excel' van een dashboardpagina.
Opmerking:
De standaardopmaak van de tabelkoptekst in Excel is 'Terugloop'. Voer de volgende acties uit om de terugloopinstelling voor de tabelkoptekst te wijzigen:Klik in de titel op Weergave bewerken.
Klik rechts van het veld 'Titel' op Titel.
De pagina Titel opmaken wordt weergegeven.
Schakel het selectievakje Terugloop uit en klik op OK.
De lettertypegrootte van de analyse en het dashboard wordt in pixels uitgedrukt terwijl de Excel-lettertypegrootte in punten wordt uitgedrukt. Wanneer u vanuit een analyse of dashboard naar Excel exporteert, wordt de lettertypegrootte 75% van die van de analyse of het dashboard.
Opmerking:
Als u het gegevensmodel of de lay-out handmatig uit de Oracle BI presentatiecatalogus verwijdert, werkt het bijbehorende BI Publisher rapport niet meer en zijn de aangepaste lay-outs niet meer beschikbaar. Als u een analyse verwijdert, zijn het gegevensmodel en de lay-out wel beschikbaar, maar deze kunnen niet worden uitgevoerd.Opmerking:
Als u aangepaste lay-outs maakt, houd er dan rekening mee dat mogelijk niet alle aanpassingen en weergaven in BI Publisher worden ondersteund. Enkele van de niet-ondersteunde items zijn hiërarchische kolommen, prestatietegels, kaartweergaven, trellisweergaven en dashboardprompts. Als een item niet wordt ondersteund, wordt het item uit de lay-out verwijderd en wordt er een bericht weergegeven met de reden waarom het item niet wordt ondersteund.Zie Aangepaste lay-outs maken voor het afdrukken en exporteren van dashboardpagina's voor informatie over het maken van een aangepaste lay-out.
Aangepaste afdruklay-outs ondersteunen een beperkte set items.
De volgende items worden niet ondersteund in BI Publisher bij gebruik van een aangepaste afdruklay-out om een dashboardpagina af te drukken:
Kolomselectieweergaven.
Weergaven 'Segment maken'.
Weergaven 'Doellijst maken'.
Trechtergrafiekweergaven.
Legendaweergaven.
Weergaven 'Logisch SQL'.
Kaartweergaven.
Weergaven van het type 'Lange omschrijving'.
Prestatietegelweergaven.
Tickerweergaven.
Trellisweergaven, inclusief micrografieken.
Weergaven 'Weergaveselectie'.
De volgende typen datameterweergaven:
Bol.
Verticale staaf.
Horizontale staaf.
De volgende typen grafiekweergaven:
Taartgrafieken met meerdere eenheden; in plaats hiervan wordt een afzonderlijke taartgrafiek weergegeven voor elke eenheid.
Tijdreekslijngrafieken.
Spreidingsgrafieken.
Watervalgrafieken.
De volgende grafiekinstellingen in het dialoogvenster Grafiekeigenschappen:
Op het tabblad Algemeen: Zoomen en schuiven
Op het tabblad Stijl: instellingen voor voorwaardelijke opmaak
Op het tabblad Schaal: alle instellingen
Op het tabblad Titels en labels staan de volgende opmaakinstellingen:
Afkappen op het tabblad Weergaveopties van het dialoogvenster Lettertype-opmaak: Item voor de grafiektitel en de astitels.
Getallen verwerken als, Notatie negatief getal en Scheidingsteken voor duizendtallen gebruiken in het dialoogvenster Opmaak: Item: tabblad Getalnotatie voor verticale aslabels en gegevensmarkeringen en Decimalen in het dialoogvenster Opmaak: Item: tabblad Getalnotatie voor verticale aslabels.
Labeloriëntatie in het dialoogvenster Opmaak: Item: tabblad Weergaveopties voor verticale aslabels en horizontale aslabels en Afkorten in het dialoogvenster Opmaak: Item: tabblad Weergaveopties voor verticale aslabels.
Hiërarchische kolommen.
Opmaak van dashboardkolommen.
Dashboardprompts.
Prompts voor (draai)tabellen.
Rand prompt op een weergave.
Geblokkeerde dashboardkolommen.
Met de optie 'Kolom blokkeren' in het menu 'Kolomeigenschappen' kunt u een kolom blokkeren aan een rand (boven of links) van een dashboardlay-out.
Een vaste grootte die voor een dashboardkolom of -sectie is opgegeven.
U geeft een vaste grootte op door de optie Grootte in het gebied 'Aanvullende indelingsopties' van het dialoogvenster Sectie-eigenschappen en het dialoogvenster Kolomeigenschappen in te stellen.
Vaste koppen van rijen en kolommen in een tabel of draaitabel.
U geeft vaste koppen op door de optie Vaste kopteksten met schuivende inhoud te selecteren als methode om door gegevens te bladeren. Zie het dialoogvenster Tabeleigenschappen: tabblad Stijl, het dialoogvenster Eigenschappen van draaitabel en het dialoogvenster Trelliseigenschappen: tabblad Algemeen voor meer informatie.
De groepeerfunctionaliteit voor bellengrafieken (bereikt via het neerzetdoel 'Bellen'), spreidingsgrafieken (bereikt via het neerzetdoel 'Punten') en taartgrafieken (bereikt via het neerzetdoel 'Taartgrafieken').
Houd ook rekening met het volgende verwachte objectgedrag in BI Publisher: draaitabellen worden uitgevouwen.