Wie gebruikt de catalogus?

Verschillende gebruikers hebben toegang tot de catalogus.

Er zijn drie soorten primaire gebruikers in Oracle BI EE: inhoudgebruikers, inhoudontwerpers en catalogusbeheerders. Elk soort gebruiker voert verschillende taken uit in de catalogus en ziet daarom ook een andere versie van de catalogusinterface. Functionaliteit die beschikbaar is voor het ene soort gebruiker is mogelijk niet beschikbaar voor het andere soort gebruiker. Bovendien kunnen de beschikbare catalogusfunctionaliteit en objecten per gebruiker verschillen, afhankelijk van de machtigingen die door de Presentation Services beheerder zijn ingesteld en de afzonderlijke machtigingen van het object, die gewoonlijk zijn ingesteld door de inhoudontwerper.

Inhoudgebruikers kunnen de pagina Catalogus gebruiken voor het bekijken van de Business Intelligence objecten die vereist zijn voor de uitvoering van hun reguliere taken. Bijvoorbeeld: een verkoopmanager heeft toegang nodig tot een analyse voor het bijhouden van de wekelijkse omzet van een bepaald drankmerk in de regio's 'Midden' en 'Oost'. De machtigingen die door de inhoudontwerper en catalogusbeheerder zijn ingesteld, bepalen welke taken de inhoudgebruikers kunnen uitvoeren op een afzonderlijk stuk inhoud als binnen de catalogus. Bijvoorbeeld: inhoudgebruikers in bedrijf A zijn alleen gemachtigd voor het zoeken naar, bekijken van en werken met objecten die aan hen zijn toegewezen, maar inhoudgebruikers in bedrijf B kunnen niet alleen zoeken naar en werken met inhoud, maar ook inhoud maken en deze opslaan in hun persoonlijke mappen.

Inhoudontwerpers zijn de personen die de inhoud voor de inhoudgebruikers maken. Inhoudontwerpers hebben veel uitgebreidere toegangsrechten voor de catalogus nodig om efficiënt objecten te kunnen maken, bewerken en testen en problemen met objecten te kunnen oplossen. Zij hebben dan ook toegang tot meer functionaliteit dan inhoudgebruikers. Net als bij inhoudgebruikers worden de machtigingen van inhoudontwerpers ingesteld door de beheerder. Een inhoudontwerper moet bijvoorbeeld inhoud kunnen opslaan in en ophalen uit de openbare mappen voor het functionele gebied 'Verkoop', maar niet voor het functionele gebied 'Bedrijfsvoering'. Of een inhoudontwerper moet bijvoorbeeld worden toegewezen aan verschillende groepen zodat hij zich bij Presentation Services kan aanmelden als verschillende gebruikers om de nieuwe of gewijzigde inhoud te testen.

Beheerders hebben de meest uitgebreide toegangsrechten voor de catalogus nodig. Hun toegangsniveau wordt echter nog steeds bepaald door de rechten die aan hun rol zijn toegewezen door de Presentation Services beheerder. Gewoonlijk omvatten de catalogustaken van de beheerder het instellen van machtigingen voor catalogusobjecten en mappen, het archiveren van de catalogus, het maken en beheren van mapstructuren en het beheren van systeem- en gebruikersgegevens.

Opmerking:

In de loop der tijd kunnen er inconsistenties in de catalogus ontstaan door verbroken koppelingen, verwijderde gebruikers of NFS-bestandssysteemfouten. U kunt de catalogus om de zoveel tijd valideren en geïnformeerd worden over inconsistenties en het corrigeren daarvan. Zie Validating the Catalog in System Administrator's Guide for Oracle Business Intelligence Enterprise Edition voor informatie over validatie.