Opgeven of een tabel in een gegevensset in de cache staat of live is

De gegevenstoegangsinstelling van een gegevenssettabel bepaalt of de gegevens van de tabel in de cache worden geladen of rechtstreeks uit de gegevensbron worden opgehaald.

U kunt een tabel instellen op Automatische caching of Live.

Automatische caching: als u deze optie selecteert, worden de gegevens van de tabel (opnieuw) in de cache geladen. Deze optie kan zorgen voor snellere prestaties wanneer u de gegevens van een tabel vernieuwt vanuit de transformatie-editor of vanuit een werkmap. Als u deze optie selecteert, wordt de menuoptie Opnieuw laden weergegeven op tabel- en gegevenssetniveau.
Deze optie ondersteunt maximaal 2 GB aan gegevens na compressie. Als er meer dan 2 GB aan gegevens zijn of als het laden van de gegevens te lang duurt, wordt in de gegevenstoegangsmodus een livequery gebruikt wanneer het verbindingstype deze ondersteunt. Als u automatische caching wilt gebruiken en er meer dan 2 GB aan gegevens zijn, voegt u kolomfilters toe aan de tabel. Beperk bijvoorbeeld een datumbereik om de omvang van de gegevens te verkleinen.
Live: als u deze optie selecteert, worden de gegevens van de tabel rechtstreeks uit de gegevensbron opgehaald. Wanneer een tabel is ingesteld op Live, worden de gegevensbronquery's van de tabel vanuit het bronsysteem beheerd. Deze optie is handig wanneer de gegevens zijn opgeslagen in een krachtig systeem zoals Oracle Autonomous Data Warehouse. De optie zorgt er ook voor dat de nieuwste gegevens worden gebruikt.

In een gegevensset met meerdere tabellen kan voor sommige tabellen automatische caching worden gebruikt en kunnen andere tabellen live gegevens bevatten. Als u meerdere tabellen opnieuw laadt met dezelfde koppeling en het opnieuw laden van gegevens voor een tabel mislukt, worden tabellen waarvoor is ingesteld dat automatische caching wordt gebruikt, overgezet zodat live gegevens worden gebruikt.

Stel voor de beste prestaties voor alle tabellen in een gegevensset in dat gegevens op dezelfde manier worden geopend. Wanneer voor de tabellen in een gegevensset zowel automatische caching als live gegevens worden gebruikt, moet het systeem joins oplossen en zijn de prestaties afhankelijk van de benodigde hoeveelheid gegevens uit elke tabel bij het uitvoeren van de query's.

Klik op de beginpagina op Navigator en vervolgens op Gegevens.
Klik op het tabblad Gegevenssets.
Zoek de gegevensset die u wilt openen en klik in het menu Acties op Openen.
Ga in het joindiagram naar de tabelpaginatabbladen en klik op de tabel waarin u wilt werken.
Klik in de transformatie-editor op Definitie bewerken.

.jpg
Controleer of het deelvenster voor gegevenstoegang wordt getoond.
Als het deelvenster voor gegevenstoegang niet wordt getoond, gaat u naar de rechterkant van het venster en versleept u het handvat om het deelvenster te openen.

.png
Klik op het veld Gegevenstoegang en geef aan hoe de tabel toegang heeft tot de gegevens.

.png
Klik op OK.