U kunt kaartlagen en -achtergronden verbergen of tonen voor gebruikers van visualisatiewerkmappen.
- Klik op de beginpagina op Navigator en vervolgens op Console.
- Klik op Kaarten en vervolgens op Achtergronden of Kaartlagen.
- Klik op het blauwe vinkje Opnemen om het geselecteerde rij-item beschikbaar te maken of te verbergen voor gebruikers.
U kunt kaartachtergronden, afbeeldingsachtergronden, aangepaste kaartlagen en systeemkaartlagen weergeven of verbergen.