Visualisaties zijn in verschillende indelingen te exporteren, waarna ze bekeken en opgeslagen kunnen worden of met anderen gedeeld.
U kunt de volgende uitvoeropties opgeven wanneer u een visualisatie exporteert:
- Voor PowerPoint (pptx), Acrobat (pdf) en Afbeelding (png): geef de bestandsnaam, het papierformaat en de afdrukstand op.
Wanneer u een van deze visuele opmaken deelt, wordt de visualisatie opnieuw weergegeven op basis van de grootte en afdrukstand die u selecteert. Als u een tabel deelt, bevat het uitvoerbestand dus mogelijk niet alle rijen en kolommen van de tabel die wordt weergegeven in uw visualisatie.
- Voor Gegevens (csv): geef de naam van het uitvoerbestand op. Deze optie bevat alleen de gegevens die in de werkmap worden gebruikt. Het uitvoerbestand maakt gebruik van het scheidingsteken voor gegevens voor de landinstelling van uw computer. Bijvoorbeeld: als uw landinstelling is ingesteld op 'Brazilië', is het scheidingsteken voor numerieke decimalen een komma, in plaats van een punt die wordt gebruikt als uw landinstelling is ingesteld op 'Verenigde Staten'.
- Voor Excel (xlsx): geef de bestandsnaam voor tabellen en draaitabellen op.
- Voor Package (dva): geef op of werkmapgegevens en verbindingsreferenties moeten worden opgenomen. Als u wilt toestaan dat gebruikers het DVA-bestand van de werkmap kunnen openen zonder een wachtwoord in te vullen, klikt u op Verbindingsreferenties opnemen en geeft u het wachtwoord op.
- Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan met de visualisatie die u wilt exporteren, klik op Acties en selecteer Openen.
- Klik op Bewerken om de werkmap weer te geven voor bewerking.
- Ga naar het canvas Visualiseren en klik op de visualisatie die u wilt exporteren.
- Klik in de visualisatie op Menu, ga met de muis op Exporteren staan en klik vervolgens op Bestand.
- Selecteer in het veld Indeling de gewenste uitvoerindeling en geef de uitvoeropties op.
- Klik op Opslaan.