U kunt een parameter gebruiken als filterbesturingselement van het dashboard om de waarden van dimensie- en maatkolommen te selecteren en te wijzigen voor de visualisaties op een canvas.
In deze zelfstudies wordt aan de hand van gebruiksscenario's uitgelegd hoe u een parameter gebruikt in het filtersbesturingselement van het dashboard:
Zelfstudie
Zelfstudie
Opmerking:
Als u een parameter als filterbesturingselement van het dashboard toevoegt, fungeert deze als kolomselectie; er worden geen gegevens mee gefilterd.
Als u een parameter als dashboardfilterbesturingselement gebruikt, biedt deze niet dezelfde functies als een standaardfilter. Deze biedt bijvoorbeeld niet de functies 'Top/Onderste N', 'Uitsluiten', 'NULL-waarden' en 'Waarden beperken'.
U kunt parameters ook gebruiken om een dashboardfilter te binden aan een overeenkomend filter in andere canvassen in de werkmap. Hierdoor kunt u een geselecteerde filterwaarde doorgeven van het ene canvas naar het andere. Zie voor meer informatie:
Een parameter maken en binden aan een dashboardfilter.
- Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
- Klik in het venster 'Gegevens' op Visualisaties, schuif naar de sectie 'Dashboardbesturingselementen' en sleep Dashboardfilters naar het canvas.
- Klik in het venster 'Gegevens' op Parameters en sleep een parameter naar Filterbesturingselementen in het deelvenster Grammatica van de dashboardfiltervisualisatie.
- Klik op Opslaan.