Opgeven of een tabel in een gegevensset in de cache staat of live is
Configureer de instelling Gegevenstoegang van een gegevenssettabel om te bepalen of gegevens in de cache worden opgeslagen of rechtstreeks vanuit de gegevensbron worden geladen.
- Klik op de beginpagina op Navigator
en vervolgens op Gegevens. - Ga in het Joindiagram naar de tabbladen van de tabelpagina en klik op de tabel die u wilt configureren.
- Klik in de tabeleditor op Definitie bewerken.
- Zorg ervoor dat de opties voor gegevenstoegang worden weergegeven aan de rechterkant.
Als de opties voor gegevenstoegang niet worden weergegeven, plaatst u de muis op het midden van de rechterkant van het venster voor de optie Uitvouwen. Klik vervolgens op Uitvouwen.
- Klik op het veld Gegevenstoegang en geef aan hoe de tabel toegang heeft tot de gegevens.
Een type gegevenstoegang kiezen voor tabellen met gegevenssets
U geeft het gebruik op van gegevens in de cache of gegevens die rechtstreeks uit een gegevensbron worden geladen met behulp van de instellingen voor gegevenstoegang van Oracle Analytics.
Tip: voor de beste prestaties, als u een gegevensset met meerdere tabellen hebt, stelt u alle tabellen in om gegevens op dezelfde manier te openen. Hoewel u sommige tabellen kunt configureren voor caching en andere voor live gegevens, kan dit van invloed zijn op de prestaties. Als het opnieuw laden van een tabel bijvoorbeeld mislukt, worden tabellen waarvoor is ingesteld dat automatische caching wordt gebruikt, overgezet zodat live gegevens worden gebruikt.
Instellingen voor Gegevenstoegang:
| Optie | Wanneer moet het gebruikt worden? | Resultaat | Overige informatie |
|---|---|---|---|
| Live | U gebruikt een krachtige database zoals Oracle Autonomous Data Warehouse en u wilt altijd de nieuwste en meest actuele gegevens gebruiken. | De gegevens van een tabel worden rechtstreeks vanuit de gegevensbron geladen. | Het bronsysteem beheert de query's van de gegevensbron van de tabel. |
| Automatische caching | U wilt snellere prestaties wanneer u de gegevens van een tabel vernieuwt vanuit de transformatie-editor of vanuit een werkmap. Als het laden van een gegevensset mislukt, begrijpt u dat het type gegevenstoegang overschakelt naar de modus Live. | De gegevens van een tabel worden waar mogelijk uit de cache geladen. Als het laden van een gegevensset mislukt of kolommen worden toegevoegd, schakelt gegevenstoegang tijdelijk over naar de modus Live totdat het opnieuw laden is geslaagd. | Als u deze optie selecteert, wordt de menuoptie Opnieuw laden weergegeven op tabel- en gegevenssetniveau.
Deze optie ondersteunt maximaal 2 GB aan gegevens na compressie. Als er meer dan 2 GB aan gegevens zijn of als het laden van de gegevens te lang duurt, wordt een livequery gebruikt (als het verbindingstype deze ondersteunt). Als u automatische caching wilt gebruiken en er meer dan 2 GB aan gegevens zijn, voegt u kolomfilters toe aan de tabel. Beperk bijvoorbeeld een datumbereik om de omvang van de gegevens te verkleinen. |
| Geëxtraheerd | U wilt ervoor zorgen dat in-memory caching van gegevenssets wordt voltooid voordat u query's toestaat, wat veerkracht en consistente prestaties voor werkmappen biedt. Als het laden van een gegevensset mislukt, begrijpt u dat de laatst geladen gegevens in werkmappen worden gebruikt. | De gegevens van een tabel worden altijd uit de cache geladen (meest recent geladen of eerder geladen). | In de geëxtraheerde modus moet de bewerking 'Gegevens opnieuw laden' (in het dialoogvenster 'Inspecteren') worden voltooid voordat andere gebruikers de gegevensset kunnen gebruiken, zodat deze volledig in de cache is opgeslagen. Daarnaast kan een auteur van een gegevensset wijzigingen aanbrengen, zoals het toevoegen van een kolom. De wijzigingen zijn alleen zichtbaar voor gebruikers wanneer alle gegevens beschikbaar zijn in de cache. Als het opnieuw laden van een gegevensset mislukt of als er nieuwe kolommen worden toegevoegd, worden de laatst geladen gegevens in werkmappen gebruikt. |