U kunt weergaven koppelen zodat een bepaalde weergave de wijzigingen in een of meer andere weergaven bepaalt.
Wanneer u bijvoorbeeld in de hoofdweergave 2011 selecteert als jaarwaarde, ziet u in de detailweergave de gegevens van 2011 in een grafiek.
Voor het koppelen definieert u de volgende twee weergaven:
Een hoofdweergave die de gegevenswijzigingen in een of meer detailweergaven bepaalt
De volgende typen weergaven kunnen hoofdweergaven zijn: trechtergrafiek, datameter, grafiek, warmtematrix, kaart, draaitabel, tabel en trellis. In een trellisweergave kunnen alleen de buitenranden hoofdweergaven zijn. De subvisualisaties kunnen geen hoofdweergaven zijn.
Hoofdweergaven kunnen zich in dezelfde analyse bevinden als de detailweergave of in een andere analyse.
Een hoofdweergave bevat een hoofdkolom. Hierin stelt u de interactie in voor het versturen van hoofd-detailevents via een kanaal. Hoofd-detailevents worden via een kanaal overgebracht naar de detailweergave. De hoofdweergave moet worden weergegeven in de body van de weergave en niet op de paginarand of de sectieschuifregelaar.
Een detailweergave die reageert op events zoals het klikken op een waarde in een hoofdweergavetabel
De volgende typen weergaven kunnen detailweergaven zijn: trechtergrafiek, datameter, grafiek, warmtematrix, kaart, draaitabel, tabel en trellis. In een trellisweergave kunnen alleen de buitenranden detailweergaven zijn. De subvisualisaties kunnen geen detailweergaven zijn.
Voor een detailweergave geldt het volgende:
Kan luisteren naar hoofd-detailevents van meerdere hoofdweergaven.
Kan zich in dezelfde analyse bevinden als de hoofdweergave, of in een andere analyse.
Kan niet fungeren als hoofdweergave voor een andere weergave.
Onderwerpen
Als onderdeel van het koppelen van weergaven in hoofd-detailrelaties definieert u de hoofdweergave waarin wijzigingen naar de detailweergaven worden verstuurd.
Als onderdeel van het koppelen van weergaven in hoofd-detailrelaties definieert u de detailweergaven waarin wijzigingen worden ontvangen van de hoofdweergave.
Opmerking: plaats de hoofdweergavekolom (dat wil zeggen, de kolom in de hoofdweergave waarvoor de optie Primaire interactie is ingesteld op "Hoofd-detailevents versturen") in het gebied 'Prompts' of 'Secties' van de detailweergave.
In het volgende voorbeeld wordt een tabelweergave van de analyse 'Opbrengsten per plaats' gekoppeld aan een staafgrafiek via een hoofd-detailrelatie.
In de grafiekweergave wordt de kolom 'Plaats' als de hoofdweergave geconfigureerd. Met de kolom 'Plaats' worden events naar de grafiekweergave verstuurd via het opgegeven Plaatskeuze-kanaal.
De grafiekweergave bevat een prompt die gebruikers in staat stelt een plaats te kiezen. Gegevens in de grafiek worden op basis van de gekozen plaats weergegeven.
De grafiek is de detailweergave en met de prompt 'Plaats' wordt geluisterd naar events van de tabelweergave in het opgegeven Plaatskeuze-kanaal. Stel dat de gebruiker op een waarde klikt in de kolom 'Plaats' in de tabelweergave. De prompt in de grafiekweergave wordt ingesteld op die plaats en de grafiek wordt vernieuwd.