U kunt drillen in resultaten.
Onderwerpen:
Met drillen kunt u snel en gemakkelijk door hiërarchische gegevensniveaus in weergaven navigeren.
Resultaten die in weergaven worden weergegeven, vertegenwoordigen vaak hiërarchische gegevensstructuren. Deze hiërarchieën zijn in de metagegevens vastgelegd, waardoor u toegang hebt tot de verschillende detailniveaus binnen die hiërarchieën.
Drill omlaag om gegevens met meer details weer te geven, dus met meer leden.
Drill omhoog om minder gegevens weer te geven.
Bijvoorbeeld: in de resultaten van de analyse 'Merkopbrengsten' kunt u drillen voor meer gegevens in de grafiek van 'Opbrengsten per product'. Klik hiervoor op het gegevenspunt 'MobilePhones'. Meer gegevens worden weergegeven in de grafiek, zoals de opbrengsten van MobilePhones per verkoopkantoor voor elk van de laatste drie jaren.
Wanneer u omlaag drillt in een tabel, draaitabel, warmtematrix of trellis, worden de gegevens op het detailniveau toegevoegd aan de huidige gegevens.
Als u bijvoorbeeld omlaag drillt in een continent, worden in de tabel gegevens voor het continent en voor de landen van dat continent weergegeven.
Wanneer u in een grafiek omlaag drillt, worden de huidige gegevens vervangen door de gegevens van het detailniveau.
Bijvoorbeeld: wanneer u omlaag drillt in een continent, worden in de grafiek de gegevens voor de landen van dat continent weergegeven, maar niet voor het continent zelf.
Door in een kaart te drillen kunt u door de gegevens navigeren. Drillen is beschikbaar wanneer de functie 'Pannen' is geselecteerd, wat wordt aangegeven doordat de cursor de vorm van een handje heeft. Als u kaartgegevens aanwijst, wordt een informatievenster weergegeven met informatie over de desbetreffende locatie.
Wanneer u klikt op een regio of een punt in de kaart, geldt het volgende:
Alle kolommen waarin u kunt drillen worden in het informatievenster weergegeven als koppelingstekst. Wanneer u op de koppeling voor een eenvoudige drill klikt, drillt u in de gegevens, wordt de kaart opnieuw getekend met een andere laag en wordt het informatievenster gesloten. Als er actiekoppelingen zijn gedefinieerd, ziet u een pop-upvenster met extra koppelingen.
Wanneer u drillt, wordt de kaartopmaak bijgewerkt in overeenstemming met de nieuwe gedrillde gegevens. Bij sommige drills (zoals drillen in een provincie) wordt de kaart ingezoomd op de opgegeven regio, terwijl tegelijkertijd de opmaak wordt bijgewerkt. De manier waarop u zoomt en de opmaaktypen en geografische niveaus die de kaart bevat, hebben invloed op wat er wordt weergegeven. Een opmaaktype heeft een bepaald 'zoombereik' en is op verschillende zoomniveaus zichtbaar. Bij terugzoomen kan een ander opmaaktype worden weergegeven, als u verder uitzoomt dan het zoomniveau dat is ingesteld voor het gedrillde opmaaktype.
Gebruik de zoomschuifregelaar als u na het omlaag drillen weer omhoog wilt drillen. Gebruik de knop Terug op een dashboardpagina als u de oorspronkelijke kaartweergave wilt weergeven op het zoom- of drillniveau dat van kracht was voordat u begon met drillen.