Gegevensacties gebruiken om verbinding te maken met Oracle Analytics Publisher rapporten

U kunt een gegevensactie maken voor een koppeling met een Publisher-rapport.

U configureert een gegevensactie om geselecteerde kolomwaarden uit een visualisatie door te geven voor weergave in een Publisher rapport.

• U moet uw Publisher rapport opslaan in een lokale map.

• Wanneer de analyse als gegevensmodel wordt gebruikt in het Publisher rapport, moet de waarde Gebruikersinvoer voor prompts in de onderliggende analyse worden ingesteld op Keuzelijst zodat geselecteerde waarden kunnen worden doorgegeven aan prompts in het Publisher rapport.

• U kunt waardelijsten en lijstfilters doorgeven voor weergave als prompts in uw Publisher rapport. U kunt echter geen getal-, datum- of uitdrukkingsfilters doorgeven.

U kunt een koppeling naar een analytische gegevensactie maken om geselecteerde gegevenspunten over te brengen van een Oracle Analytics werkmap naar een Oracle Analytics Publisher rapport.

1. Selecteer op de beginpagina een werkmap die het gegevensmodel gebruikt uit het Publisher rapport, klik op Acties en selecteer vervolgens Openen.
2. Klik op Menu en selecteer Gegevensacties.
3. Klik op Actie toevoegen en voer een naam in voor de nieuwe navigatiekoppeling.
4. Klik op het veld Type en selecteer Koppeling Analytics.
5. Voer in het veld Naam een naam in voor de gegevensactie.
6. Klik op het veld Doel, selecteer Selecteren uit catalogus en blader naar het Publisher rapport waarnaar gegevens moeten worden doorgestuurd door de gegevensactie. Klik vervolgens op OK.
7. Controleer of Parametertoewijzing is ingesteld op Standaard.
8. Controleer of de waarde van het veld Waarden doorgeven is ingesteld op Alles.
9. Klik op Ondersteunt meervoudige selectie om de waarde in te stellen.
   • Aan: de gegevensactie kan worden opgeroepen wanneer er een of meer gegevenspunten zijn geselecteerd.
   • Uit: de gegevensactie kan alleen worden opgeroepen wanneer er één gegevenspunt is geselecteerd.

     Deze instelling is vooral nuttig wanneer de selectie van meerdere gegevenspunten mogelijk leidt tot een fout (bijvoorbeeld bij sommige REST-API's van derden).

10. Optioneel: Klik op Openen in om in te stellen hoe de gegevensactie wordt geopend voor een consumentgebruiker.
    • Automatisch: de gegevensactie wordt geopend in de huidige modus voor het openen van gegevensacties. Standaard wordt deze geopend in een nieuw tabblad in hetzelfde browservenster.
    • Nieuw tabblad: de gegevensactie wordt geopend in een nieuw tabblad in hetzelfde browservenster.
    • Hetzelfde tabblad: de gegevensactie wordt geopend in het huidige tabblad waarbij het huidige canvas wordt vervangen.
    • Pop-up: de gegevensactie wordt geopend in een pop-upvenster. Deze optie is niet beschikbaar voor Publisher rapporten.
11. Klik op OK.
12. Selecteer gegevenspunten in de visualisatie en kies de gegevensactie om te testen of de waarden zijn doorgegeven aan het Publisher rapport.

U kunt een gegevensactiekoppeling maken waarmee aangepaste kolomnamen worden doorgegeven in de URL van een Oracle Analytics Publisher rapport.

1. Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
2. Klik op Menu en selecteer Gegevensacties.
3. Klik op Actie toevoegen en voer een naam in voor de nieuwe navigatiekoppeling.
4. Klik op het veld Type en selecteer Koppeling Analytics.
5. Voer in het veld Naam een naam in voor de gegevensactie.
6. Klik op het veld Doel, selecteer Selecteren uit catalogus, blader naar het Publisher rapport waaraan u gegevens wilt doorgeven met de gegevensactie, selecteer het en klik op OK.
7. Klik op Parametertoewijzing en selecteer Aangepaste toewijzing instellen om aangepaste kolomnamen op te geven die u als URL-parameters wilt doorgeven aan het Publisher rapport.
8. Klik op Rij toevoegen en klik op Kolom selecteren voor elke kolom die u aan het Publisher rapport wilt doorgeven met een aangepaste naam.
9. Klik op Parameter invoeren en voer een aangepaste naam in voor elke kolomnaam die u wilt vervangen.

   De aangepaste naam wordt doorgegeven aan het Publisher rapport in de URL.

10. Controleer of de waarde van het veld Waarden doorgeven is ingesteld op Alles.
11. Klik op Ondersteunt meervoudige selectie om de waarde in te stellen.
    • Aan: de gegevensactie kan worden opgeroepen wanneer er een of meer gegevenspunten zijn geselecteerd.
    • Uit: de gegevensactie kan alleen worden opgeroepen wanneer er één gegevenspunt is geselecteerd.

      Deze instelling is vooral nuttig wanneer de selectie van meerdere gegevenspunten mogelijk leidt tot een fout (bijvoorbeeld bij sommige REST-API's van derden).

12. Optioneel: Klik op Openen in om in te stellen hoe de gegevensactie wordt geopend voor een consumentgebruiker.
    • Automatisch: de gegevensactie wordt geopend in de huidige modus voor het openen van gegevensacties. Standaard wordt deze geopend in een nieuw tabblad in hetzelfde browservenster.
    • Nieuw tabblad: de gegevensactie wordt geopend in een nieuw tabblad in hetzelfde browservenster.
    • Hetzelfde tabblad: de gegevensactie wordt geopend in het huidige tabblad waarbij het huidige canvas wordt vervangen.
    • Pop-up: de gegevensactie wordt geopend in een pop-upvenster. Deze optie is niet beschikbaar voor Publisher rapporten.
13. Klik op OK.
14. Selecteer gegevenspunten in de visualisatie en kies de gegevensactie om te verifiëren of de aangepaste kolomnamen worden weergegeven in de URL van het Publisher rapport.