Een afbeelding als kaartachtergrond gebruiken en kaartlaagvormen op de afbeelding tekenen

U kunt een afbeelding uploaden als een kaartachtergrond en vervolgens laagvormen op deze afbeelding tekenen.

1. Klik in de beginpagina van Oracle Analytics op Navigator en klik vervolgens op Console.
2. Klik op de Console op Kaarten.
3. Klik in Kaarten op het tabblad Achtergronden en vouw Afbeeldingsachtergronden uit.
4. Klik op Afbeelding toevoegen, selecteer de gewenste afbeelding en klik op Openen.
5. Voer een naam en beschrijving in voor de geladen afbeelding en klik op Opslaan.

U kunt aangepaste kaartlaagvormen tekenen en bewerken op een geladen afbeelding en de vormen aan gegevens in kaartvisualisaties koppelen.

1. Klik in de beginpagina van Oracle Analytics op Navigator en klik vervolgens op Console.
2. Klik op de Console op Kaarten.
3. Klik in Kaarten op het tabblad Achtergronden en vouw Afbeeldingsachtergronden uit.
4. Selecteer de afbeelding in Afbeeldingsachtergronden, klik op Opties en selecteer vervolgens Kaartlaag maken.
5. Selecteer Veelhoek, Lijn of Punt en teken een vorm op de afbeelding.

   Vorm	Acties
   Veelhoek	Klik op de afbeelding en sleep en klik om elke rand van de veelhoek te tekenen tot de vorm klaar is. Klik vervolgens om te voltooien.
   Cirkel	Klik op de afbeelding, sleep om de grootte van de cirkel te wijzigen en klik vervolgens om te voltooien.
   Lijn	Klik op de afbeelding en sleep en klik om elke lijnrand te tekenen tot de lijn is voltooid.
   Punt	Klik op de afbeelding op de locatie waar u een gegevenspunt wilt tekenen.

   Als u een afbeelding van een motorfiets hebt geladen, kunt u over elk zichtbaar deel de omtrek van een vorm tekenen. Teken bijvoorbeeld een veelhoek en gebruik deze als onregelmatige vorm voor de brandstoftank, of teken een lijn voor de voorvork of een cirkel voor een band, enzovoort.

   Elke nieuwe vorm die u maakt, krijgt een standaardnaam en wordt weergeven in de lijst onder Functies.
6. Voer voor elke vorm een naam in die overeenkomt met een sleutelkolomwaarde in de gegevensset.

   Als u bijvoorbeeld een veelhoek hebt getekend voor de brandstoftank en de PartID van de sleutelkolom in de gegevensset de waarde 'BT' heeft voor brandstoftank, moet u BT invoeren als naam voor de vorm.

   U kunt de naam van de vorm ook bewerken door op het bijbehorende object in lijst Functies te klikken.

7. Optioneel: Als u de positie van een vorm wilt wijzigen, klikt u op de vorm en sleept u deze naar een nieuwe positie.
8. Optioneel: Als u de grootte van een vorm wilt wijzigen, klikt u op de vorm of rand en houdt u de muisknop ingedrukt. Sleep de vorm vervolgens naar de gewenste grootte en klik nogmaals om te voltooien.
9. Klik op Opslaan.

U kunt een gegevensset aan de vormen van de kaartachtergrondlaag koppelen die u op een geladen afbeelding hebt getekend, en deze gegevensset in een werkmap gebruiken.

1. Klik op de Beginpagina op Maken om een gegevenssetbestand te maken dat u aan de kaartachtergrond wilt koppelen.

   Selecteer bijvoorbeeld motorfiets.xls om een gegevensset voor een motorfiets te maken met de sleutelkolom 'PartID' die waarden bevat die overeenkomen met de namen van van de vormen die u hebt getekend.

2. Klik in de sleutelkolom van de gegevensset op Opties, selecteer Locatiedetails, kies de aangepaste kaartlaag en klik op OK om de sleutelkolom aan de geselecteerde kaartlaag toe te wijzen.
3. Maak een werkmap.
4. Sleep de sleutelkolom naar de visualisatie. De kolom wordt automatisch in 'Categorie (Locatie)' geplaatst.

   Er wordt een kaartvisualisatie voorgesteld op basis van de sleutelkolom en de bijbehorende kaartachtergrond wordt weergegeven.

5. Desgewenst kunt u meer kolommen toevoegen en meer visualisaties maken.
6. Klik op Opslaan.