U kunt een planning definiëren voor het uitvoeren van een rapporttaak.
Definieer op het tabblad 'Planning' van de pagina 'Rapporttaak plannen' wanneer het rapport moet worden uitgevoerd op basis van deze terugkeerpatroonopties.
Optie | Beschrijving | Waarden |
---|---|---|
Frequentie |
Hiermee wordt gedefinieerd wanneer de rapporttaak moet worden uitgevoerd met behulp van de planner in de lijst Frequentie. |
N.v.t. |
Frequentie |
Eenmalig |
Gebruik de optie Nu uitvoeren of de datumkiezer om de specifieke begindatum en -tijd in te voeren. |
Frequentie |
Uur/minuut |
Gebruik onderstaande waarden:
|
Frequentie |
Dagelijks |
Gebruik onderstaande waarden:
|
Frequentie |
Wekelijks |
Gebruik onderstaande waarden:
|
Frequentie |
Maandelijks |
Gebruik onderstaande waarden:
|
Frequentie |
Jaarlijks |
Gebruik onderstaande waarden:
|
Frequentie |
Op specifieke datums |
Met de optie Datum toevoegen kunt u de datum en tijd voor het uitvoeren van de taak opgeven. Voeg indien nodig meerdere specifieke datums op. |
Nu uitvoeren |
Deze optie is afhankelijk van de opties die onder Frequentie zijn geselecteerd. |
N.v.t. |
Begin |
Deze optie is afhankelijk van de opties die onder Frequentie zijn geselecteerd. Hoermee worden de datum en tijd opgegeven waarop de rapporttaak moet worden gestart. |
N.v.t. |
U kunt een taak koppelen met een planningstrigger die in een willekeurig gegevensmodel is gedefinieerd.
Met een planningstrigger kunt u een rapport uitvoeren wanneer aan de triggervoorwaarde wordt voldaan. U kunt één trigger per rapporttaak configureren. De planningstrigger die u aan een rapporttaak koppelt, kan in elk willekeurig gegevensmodel in de catalogus worden opgeslagen. U hoeft de planningstrigger niet te maken in het gegevensmodel van het rapport waarvoor u deze wilt uitvoeren. U kunt planningstriggers hergebruiken in meerdere rapporttaken.
Met een planningstrigger wordt een voorwaarde getest die, indien eraan voldaan wordt, een taak uitvoert.
Als de triggervoorwaarde een resultaat retourneert, wordt de opgegeven taak uitgevoerd. Als niet aan de triggervoorwaarde wordt voldaan, wordt de taakinstance overgeslagen. U kunt ook een herhalingsschema voor de trigger instellen, zodat deze de voorwaarde blijft controleren. Als niet aan de voorwaarde wordt voldaan, kunt u met een tijdsinterval in minuten instellen hoelang moet worden gewacht voordat de trigger opnieuw wordt verwerkt.
U kunt in de volgende gevallen een planningstrigger gebruiken:
Stel de triggers in het gegevensmodel in. U kunt ze vervolgens selecteren op het tabblad Planningen.