Het schema voor een taak definiëren

U kunt een planning definiëren voor het uitvoeren van een rapporttaak.

  1. Selecteer Rapporttaak onder 'Maken' op de beginpagina van Oracle BI Publisher.
  2. Klik in 'Rapporttaak plannen' op het tabblad 'Algemeen' op 'Zoeken' naast het veld Rapport.
  3. Navigeer in 'Openen' naar het rapport en selecteer het. Klik vervolgens op Openen.
  4. Klik in 'Rapporttaak plannen' op het tabblad Plannen.
  5. Selecteer in de lijst Frequentie de optie die u voor dit rapport wilt gebruiken.
  6. Voltooi de volgende opties voor de opgegeven frequentie.
  7. Klik op Versturen.
  8. Typ in 'Versturen' in het veld Naam rapporttaak een naam en klik op OK.

Een terugkeerpatroon definiëren

Definieer op het tabblad 'Planning' van de pagina 'Rapporttaak plannen' wanneer het rapport moet worden uitgevoerd op basis van deze terugkeerpatroonopties.

Optie Beschrijving Waarden
Frequentie

Hiermee wordt gedefinieerd wanneer de rapporttaak moet worden uitgevoerd met behulp van de planner in de lijst Frequentie.

N.v.t.

Frequentie

Eenmalig

Gebruik de optie Nu uitvoeren of de datumkiezer om de specifieke begindatum en -tijd in te voeren.

Frequentie

Uur/minuut

Gebruik onderstaande waarden:

  • Elke: selecteer 'Uur' of 'Minuut/minuten' en voer het juiste gehele getal in voor de verhoging.

  • Begin: voer met de datumkiezer de datum en tijd in waarop de taak moet worden uitgevoerd.

  • Einde: (optioneel) voer met de datumkiezer een einddatum en -tijd in voor de taak.

Frequentie

Dagelijks

Gebruik onderstaande waarden:

  • Elke: voer de verhoging in dagen in. Voorbeeld: voer 1 in als u het rapport elke dag wilt uitvoeren. Voer 2 in als u het rapport om de dag wilt uitvoeren.

  • Begin: voer met de datumkiezer de datum en tijd in waarop de taak moet worden uitgevoerd. Wanneer (op welk uur van de dag) de taak wordt uitgevoerd is afhankelijk van de geselecteerde tijd.

  • Einde: (optioneel) voer met de datumkiezer een einddatum en -tijd in voor de taak.

Frequentie

Wekelijks

Gebruik onderstaande waarden:

  • Elke: voer de verhoging in weken in en selecteer de gewenste dag of dagen van de week. Als u het rapport bijvoorbeeld elke dinsdag en donderdag wilt uitvoeren, voert u 1 in en selecteert u 'Dinsdag' en 'Donderdag'. Als u het rapport om de week op woensdag wilt uitvoeren, selecteert u op het tabblad Planning het volgende: Frequentie = dagelijks, Elke =14, Begin = eerste woensdag waarop u het rapport wilt uitvoeren en Einde = toekomstige einddatum.

  • Begin: voer met de datumkiezer de datum en tijd in waarop de taak moet worden uitgevoerd. Het tijdstip waarop de taak elke keer wordt verwerkt is afhankelijk van de geselecteerde tijd.

  • Einde: (optioneel) voer met de datumkiezer een einddatum in voor de taak.

Frequentie

Maandelijks

Gebruik onderstaande waarden:

  • Elke: selecteer elke maand waarin de taak moet worden uitgevoerd.

  • Op: selecteer een dag van de week, bijvoorbeeld de eerste maandag van elke maand, of selecteer een specifieke dag van de maand, bijvoorbeeld 15.

  • Begin: voer met de datumkiezer de datum en tijd in waarop de taak moet worden uitgevoerd. Het tijdstip waarop de taak elke keer wordt verwerkt is afhankelijk van de geselecteerde tijd.

  • Einde: (optioneel) voer met de datumkiezer een einddatum in voor de taak.

Frequentie

Jaarlijks

Gebruik onderstaande waarden:

  • Elke: geef de verhoging op in jaren waarin de taak moet worden uitgevoerd.

  • Op: selecteer een dag in een maand, bijvoorbeeld de eerste dag van januari, of selecteer een dag van de week voor elke maand, bijvoorbeeld de eerste maandag in januari.

  • Begin: voer met de datumkiezer de datum en tijd in waarop de taak moet worden uitgevoerd. Het tijdstip waarop de taak elke keer wordt verwerkt is afhankelijk van de geselecteerde tijd.

  • Einde: (optioneel) voer met de datumkiezer een einddatum in voor de taak.

Frequentie

Op specifieke datums

Met de optie Datum toevoegen kunt u de datum en tijd voor het uitvoeren van de taak opgeven. Voeg indien nodig meerdere specifieke datums op.

Nu uitvoeren

Deze optie is afhankelijk van de opties die onder Frequentie zijn geselecteerd.

N.v.t.

Begin

Deze optie is afhankelijk van de opties die onder Frequentie zijn geselecteerd.

Hoermee worden de datum en tijd opgegeven waarop de rapporttaak moet worden gestart.

N.v.t.

Planningstriggers gebruiken

U kunt een taak koppelen met een planningstrigger die in een willekeurig gegevensmodel is gedefinieerd.

Met een planningstrigger kunt u een rapport uitvoeren wanneer aan de triggervoorwaarde wordt voldaan. U kunt één trigger per rapporttaak configureren. De planningstrigger die u aan een rapporttaak koppelt, kan in elk willekeurig gegevensmodel in de catalogus worden opgeslagen. U hoeft de planningstrigger niet te maken in het gegevensmodel van het rapport waarvoor u deze wilt uitvoeren. U kunt planningstriggers hergebruiken in meerdere rapporttaken.

Planningstriggers

Met een planningstrigger wordt een voorwaarde getest die, indien eraan voldaan wordt, een taak uitvoert.

Als de triggervoorwaarde een resultaat retourneert, wordt de opgegeven taak uitgevoerd. Als niet aan de triggervoorwaarde wordt voldaan, wordt de taakinstance overgeslagen. U kunt ook een herhalingsschema voor de trigger instellen, zodat deze de voorwaarde blijft controleren. Als niet aan de voorwaarde wordt voldaan, kunt u met een tijdsinterval in minuten instellen hoelang moet worden gewacht voordat de trigger opnieuw wordt verwerkt.

U kunt in de volgende gevallen een planningstrigger gebruiken:

  • Een rapporttaak mag pas worden uitgevoerd als een extractie-, overbrengings- of laadproces is voltooid.
  • Accountbeheer wil dat een rapport wordt getriggerd als een ontvangst van de vorige dag een bepaald bedrag overschrijdt.
  • Human Resources heeft alleen een rapport nodig als er in de afgelopen week nieuwe medewerkers in het systeem zijn ingevoerd.

Stel de triggers in het gegevensmodel in. U kunt ze vervolgens selecteren op het tabblad Planningen.

Een planningstrigger activeren

U kunt een trigger activeren die in het gegevensmodel is gedefinieerd.

  1. Selecteer Trigger gebruiken.
  2. Optioneel: Stel de waarde Maximum aantal pogingen in om het maximum aantal keer op te geven dat de voorwaarde met de planningstrigger moet worden gecontroleerd. De standaardwaarde is 1. In dit veld zijn alleen positieve gehele getallen toegestaan.
  3. Optioneel: U kunt de waarde Onderbrekingstijd instellen om het aantal minuten op te geven dat moet worden gewacht voordat de planningstrigger opnieuw wordt verwerkt. Als de waarde Maximum aantal pogingen is ingesteld op een waarde die groter is dan 1, wordt dit veld geactiveerd. In dit veld zijn alleen positieve gehele getallen toegestaan.

    Het maximum aantal pogingen en de onderbrekingstijd mogen het tijdsinterval voor de terugkerende planning niet overschrijden. Als de voorwaarde 'niet waar' retourneert wanneer het maximum aantal pogingen is bereikt, krijgt de taak de status 'Overgeslagen'.

  4. Selecteer het gegevensmodel waarmee de planningstrigger wordt gedefinieerd.
  5. Kies een optie uit de lijst Trigger.
  6. Selecteer de waarden die moeten worden gebruikt als de planningstrigger parameters bevat.