U kunt werkmapfilters, canvasfilters, selectiestappen en parameters aan de filterbalk toevoegen.
Deze items op de filterbalk zijn meestal het eerste filterniveau dat u toevoegt aan een werkmap. Vervolgens kunt u andere niveaus toevoegen om de gegevens te verfijnen. Voeg bijvoorbeeld dashboardfilters toe waarmee consumenten eigen filterwaarden kunnen selecteren of voeg visualisatiefilters toe waarmee bepaalde waarden van de ene visualisatie naar de andere worden overgebracht.
Filters op de filterbalk kunnen worden vastgezet (dit wordt werkmapfilters genoemd) om de gegevens op alle canvassen in de werkmap te beperken, of losgemaakt (dit wordt canvasfilters genoemd) om de gegevens op een canvas te beperken. Zie voor meer informatie: Werkmap- en canvasfilters toevoegen.
Selectiestappen werken net iets anders dan filters op de filterbalk, maar ze kunnen ook worden vastgezet of losgemaakt. Zie Selectiestappen gebruiken voor meer informatie.
Zie Een parameter gebruiken op de filterbalk voor meer informatie over het gebruik van parameters op de filterbalk.
Voor een minder rommelige ervaring kunt u de items op de filterbalk voor consumenten verbergen (zie De filterbalk tonen of verbergen in 'Presenteren'). Via de filterbalk kunt u ook het niveau van interactie voor uw gebruikers aanpassen (zie Filteropties voor werkmap opgeven in 'Presenteren' en Filteracties voor canvas opgeven in 'Presenteren').