Punten verbinden op een kaart met dynamische lijnen

Verbind punten op een kaart met behulp van een laagtype van een dynamische lijnkaart om snel de verbindingen te visualiseren.

Gebruik gedefinieerde kolommen voor bronattributen als beginnodes en gedefinieerde kolommen voor doelattributen als eindnodes om de dynamische regels te maken.

Als u bijvoorbeeld dynamische lijnen wilt genereren tussen een vertrekluchthaven en alle bijbehorende aankomstluchthavens, kunt u attribuutkolommen met de naam 'Breedte vertrekluchthaven' en 'Lengte aankomst-/vertrekluchthaven' gebruiken als beginnodes en kolommen voor doelattributen met de naam 'Breedte aankomstluchthaven' en 'Lengte aankomstluchthaven' als eindnodes.
Beschrijving van GUID-AA421D0D-B74D-41C9-A847-D93F82E1C81E-default.png volgt hierna
.png

In deze zelfstudie wordt uitgelegd hoe verbindingen tussen vertrek- en aankomstluchthavens worden getoond met behulp van een kaartlaag met dynamische lijnen en breedte- en lengtegraadcoördinaten: Pictogram voor zelfstudie Zelfstudie

  1. Ga op de beginpagina met uw muis op een werkmap staan en klik op Acties. Selecteer vervolgens Openen.
  2. Sleep in het deelvenster 'Visualisaties' de kaartvisualisatie Pictogram 'Kaartvisualisatie' naar het canvas.
  3. Klik in het deelvenster 'Grammatica' naast laag 1 op Laagopties, klik op Laagtype en selecteer Dynamische lijn.
    De nieuwe laag toont de categorie (beginnode) en categorie (eindnode).

  4. Sleep bron- en doelattributen in het deelvenster 'Gegevens' naar 'Categorie' (beginnode) en 'Categorie' (eindnode).

  5. Sleep een bron- of doelattribuut naar 'Kleur' om de lijnen eenvoudiger te onderscheiden.
  6. Klik op 'Eigenschappen' en klik vervolgens op Lagen Pictogram 'Kaartlagen'.
  7. Klik in de rij 'Grootte' op 8 en gebruik de schuifregelaar om de lijngrootte voor leesbaarheid te verkleinen.
  8. Sleep vanuit het deelvenster 'Gegevens' een bron- of doelattribuut naar de filterbalk om de focus te leggen op de gegevens die in de kaart worden getoond.
  9. Klik op Opslaan.