Vastleggingsprofielen activeren en de volgorde wijzigen

Vastleggingsprofielen zijn van toepassing op alle batches die worden vastgelegd via de gekoppelde procedure. Wanneer u een vastleggingsprocessor specificeert als een naverwerkingsstap in een clientprofiel of andere processortaak, worden alle online-vastleggingsprofielen verwerkt in de volgorde waarin ze op het tabblad Vastleggen staan. U kunt de verwerking van de vastleggingsprofielen op verschillende manieren beperken:

  • U kunt een vastleggingsprofiel op Offline zetten, zoals hieronder wordt beschreven. Hierdoor wordt het vastleggingsprofiel tijdelijk gedeactiveerd.

  • U kunt in het vastleggingsprofiel aangeven dat het vastleggen is beperkt tot documenten die aan een van de geselecteerde documentprofielen zijn toegewezen. Hierdoor kunt u verschillende typen documenten vastleggen in afzonderlijke inhoudbeheersystemen op basis van het toegewezen documentprofiel van het document. Zie voor meer informatie: Vastleggingsprofielen beperken op basis van documentprofiel.

Ga als volgt te werk om de verwerking van vastleggingsprofielen te activeren en de volgorde te wijzigen:

  1. Selecteer de procedure in het deelvenster 'Procedures' aan de linkerkant.
    De configuratiepagina's voor de geselecteerde procedure worden rechts weergegeven.
  2. Open het tabblad Vastleggen.
  3. Als u een vastleggingsprofiel wilt activeren, selecteert u het in de tabel Vastleggingsprofielen en klikt u op Vastleggingsprofiel activeren.

    Actieve vastleggingsprofielen hebben de status Online in de kolom Status en inactieve vastleggingsprofielen hebben de status Offline.

  4. Gebruik de knoppen voor omhoog en omlaag om de volgorde van de vastleggingsprofielen te wijzigen.

    Opmerking:

    Documenten waarin een fout is gevonden, blijven in de batch staan tot de fout is verholpen en de documenten opnieuw worden vastgelegd.