Processtartschermen

Met een startscherm voor een proces kunt u een proces starten dat in Oracle Process Cloud Service is gedefinieerd.

Voor de juiste werking van een startscherm voor een proces op een site, moet zijn voldaan aan de volgende voorwaarden:

  • De gekoppelde processen en processtartschermen moeten zijn gedefinieerd met Oracle Process Cloud Service voordat u deze kunt weergeven met deze component. Zie Gestructureerde processen ontwikkelen in Processen gebruiken in Oracle Integration.
  • Als de gebruiker het processtartscherm wil gebruiken, moet deze de rol hebben die is gekoppeld aan het procestraject dat het startscherm bevat.
  • Een beheerder moet de integratie tussen Oracle Process Cloud Service en Oracle Content Management instellen. Zie Integratie met Oracle Process Cloud Service in Administering Oracle Content Management. Voor integratie tussen de twee services is SSO (Single Sign-On) vereist. Beide services moeten zich dan ook in hetzelfde identiteitsdomein bevinden.

Ga als volgt te werk om een processtartschermcomponent aan een pagina toe te voegen:

  1. Navigeer naar de pagina die u wilt bewerken en zorg ervoor dat Schakelaar 'Bewerken' is ingesteld op Bewerken.
  2. Voeg de component aan de pagina toe.
  3. Als u de component en de weergave ervan wilt bewerken, klikt u op het menupictogram Menupictogram 'Component' en kiest u Instellingen.
  4. Kies Aangepaste instellingen om een startscherm voor een proces te selecteren en de standaardinstellingen voor het scherm op te geven.
    1. Als uw site een openbare site is, selecteert u een proxyservice.
    2. Selecteer een partitie voor het startscherm. U kunt de testpartitie gebruiken om te controleren of het proces volgens planning werkt, of de productiepartitie gebruiken om het proces voor algemeen gebruik te implementeren.
    3. Als u altijd de versie van het proces wilt gebruiken die als standaardversie is geselecteerd, selecteert u Standaardprocesversie gebruiken. Als u deze optie niet selecteert, selecteert u een specifieke versie, en als het proces is bijgewerkt, moet u de selectie in deze instellingen bijwerken.
    4. Selecteer een proces.
    5. Selecteer een startscherm. Schermen hebben de volgende syntaxis: procestype:versie:procesnaam:starten. Bijvoorbeeld: Basisgoedkeuring:1.0:Proces:Basisgoedkeuring starten.

      Als boven aan het scherm het bericht 'Geen Process Cloud Service verbinding' wordt weergegeven, is het mogelijk dat de integratie tussen Oracle Process Cloud Service en Oracle Content Management niet is geconfigureerd. Neem contact op met de systeembeheerder.

      De procesauteur moet u toevoegen als een initiator van het proces om het in de lijst te zien. De procesauteur moet alle bezoekers van de site toevoegen als initiators van het proces, anders kunnen de bezoekers wel het scherm invullen, maar niet het proces starten.

    6. Kies uit de volgende instellingen om aanvullende standaardinstellingen voor het scherm in te stellen.
      • Schermtitel: vervang de standaardschermtitel desgewenst door een andere titel.
      • Naam van verstuurknop: vervang de naam van de knop Versturen desgewenst door een andere waarde.
      • Knop Versturen weergeven: kies of u de knop Versturen in de component wilt tonen of verbergen (standaard wordt deze getoond). U kunt de knop Versturen in de component bijvoorbeeld verbergen als het scherm al eenzelfde knop bevat.
      • Bevestiging versturen: vervang het standaardbevestigingsbericht desgewenst door een ander bericht.
      • Bevestiging versturen weergeven: kies of u het bevestigingsbericht wilt tonen of verbergen wanneer op de knop Versturen wordt geklikt. Standaard wordt het bericht getoond en weergegeven in de processtartschermcomponent.
      • Knop Opslaan weergeven: kies of u de knop Opslaan in de component wilt tonen of verbergen (standaard is deze verborgen). U kunt de knop Opslaan in de component bijvoorbeeld tonen als u uw werk in het gekoppelde proces kunt opslaan voor later gebruik.
      • Knop Negeren weergeven: kies of u de knop Negeren in de component wilt tonen of verbergen (standaard is deze verborgen). U kunt de knop Negeren in de component bijvoorbeeld tonen als u de gebruiker wilt toestaan de inhoud van het scherm te wissen en opnieuw te beginnen.
      • Bijlagen weergeven: kies of u het gebied Bijlagen op het scherm wilt tonen of verbergen, zodat de gebruiker een of meer bestanden kan uploaden (standaard is dit gebied verborgen). Bestanden die zijn geladen, worden opgeslagen als onderdeel van het proces in Oracle Process Cloud Service.
      • Standaardwaarden aanpassen: u kunt naam-waardeparen instellen om het startscherm vooraf te vullen. Klik op Veld toevoegen en voer vervolgens de naam en waarde voor het veld in. De naam is een van de startschermen, geen label dat op het scherm wordt gebruikt, en de waarde geeft aan wat er voor dat veld is toegestaan. Als u de gegevens van de momenteel ingelogde gebruiker wilt invoegen, gebruikt u de speciale waarden %%username%% en %%userid%%.
  5. Gebruik het tabblad 'Algemeen' om de afstand, uitlijning en andere presentatieopties te wijzigen.
  6. Gebruik het tabblad 'Stijl' om het frame dat de component bevat op te maken met vooraf gedefinieerde stijlen of met uw eigen aangepaste instellingen.
  7. Gebruik het tabblad 'Koppelingen' om acties aan de triggers van de component te koppelen.
    • Startscherm verstuurd: deze trigger wordt uitgevoerd wanneer de gebruiker op de knop Versturen klikt.
    • Startscherm opgeslagen: deze trigger wordt uitgevoerd wanneer de gebruiker op de knop Opslaan klikt.
    • Startscherm genegeerd: deze trigger wordt uitgevoerd wanneer de gebruiker op de knop Negeren klikt.
    Klik op de trigger om een actie eraan toe te wijzen. Zie Triggers en acties gebruiken voor meer informatie over het toewijzen van triggers en acties.