Componenten die worden weergegeven in inline-frames, kunnen worden opgegeven in Oracle Content Management pagina's door componenten van externe servers (genaamd externe componenten) te registreren en toe te voegen, alsook door de optie 'Inline-frame' te selecteren bij het maken van een lokale component. Met dit type component kan de functionaliteit voor sites worden uitgebreid, bijvoorbeeld door een component voor sociale media of een winkelwagen toe te voegen.
Voor een externe component moet u de eindpunt-URL opgeven. Voor een lokale component die wordt weergegeven in een inline-frame, worden de URL's afgeleid van de naam van de component in de componentcatalogus.
Eindpunt-URL: de inhoud van de widget wordt opgehaald van deze URL en ingesloten in een inline-frame.
Instellingen-URL: deze URL wordt weergegeven in een inline-frame om de component te configureren zodra deze op een pagina is neergezet.
Met deze component kunnen statische of dynamische gegevensvisualisaties en een scherm of een andere interactieve gebruikersinterface met uitgebreide sitefunctionaliteit worden weergegeven. Zie voor meer informatie: Componentinstellingen weergeven.
Met Oracle Content Management meegeleverde componenten
Met Oracle Content Management wordt een set componenten meegeleverd die kunnen worden weergegeven in inline-frames.
| Naam | Type | ID |
|---|---|---|
|
Mappenlijst |
scs-app |
Mappenlijst |
|
Bestandslijst |
scs-app |
Bestandslijst |
|
Documentbeheer |
scs-app |
Documentbeheer |
|
Facebook Like |
scs-app |
Facebook Like |
|
Twitter Follow |
scs-app |
Twitter Follow |
|
Twitter Share |
scs-app |
Twitter Share |
|
Facebook Recommend |
scs-app |
Facebook Recommend |
Componentregistratie
Voordat een externe component voor weergave in inline-frames kan worden gebruikt in een site, moet de eindpunt-URL worden geregistreerd met behulp van HTTPS. Deze informatie wordt opgeslagen in de componentcatalogus. De eindpunt moet toestaan dat de URL wordt weergegeven in een inline-frame. Stel niet X-Frame-Options="sameorigin" in de koptekst in. Voor een lokale component wordt automatisch aan deze eindpuntcriteria voldaan, omdat de bestanden zijn opgeslagen op de Oracle Content Management server.
Wanneer een component voor weergave in inline-frames wordt geregistreerd, wordt automatisch een nieuwe GUID voor de component gegenereerd. Als een dergelijke component meermaals wordt geregistreerd in een instance van Oracle Content Management, worden er verschillende GUID's voor de component gegenereerd (één per registratie). Wanneer de component wordt geregistreerd, wordt alleen de bijbehorende beschrijving voor de GUID opgeslagen in Oracle Content Management. De component wordt nog steeds uitgevoerd vanaf het externe eindpunt. Zie voor meer informatie: Externe componenten registreren.
Als een component voor weergave in een inline-frame wordt geregistreerd, wordt ook een instance-ID gegenereerd. Deze instance-ID vertegenwoordigt een component die is geregistreerd bij een bepaalde Oracle Content Management tenant. Als een component meermaals is geregistreerd bij een en dezelfde Oracle Content Management tenant of bij een andere Oracle Content Management tenant, heeft de component verschillende instance-ID's.
Persistentie van instellingen voor externe componenten
Wanneer de instellingen-URL voor een component voor weergave in een inline-frame wordt weergegeven in een dialoogvenster van het paneel 'Instellingen', worden zowel de instance-ID als de component-ID opgegeven. Zo kan de component ervoor kiezen alle instellingen te bewaren op een eigen server, geïndexeerd op instance-ID en component-ID. U kunt ook de Sites SDK van Oracle Content Management gebruiken om maximaal 1,5 kB aan JSON-gegevens voor de component-ID op te slaan in het paginamodel van de sitepagina.
De component kan eenvoudig worden gebruikt in paginaversies, pagina-updates en het sitepublicatiemodel.
De component kan bestaan uit HTML-eindpunten die worden uitgevoerd in de browser, in plaats van in een backendsysteem.
Zie voor meer informatie: Oracle Content Management SDK's.