Een type digitaal activum maken

Oracle Content Management bevat enkele kant-en-klare typen digitale activa met vooraf gedefinieerde groepen mediatypen:

• Afbeelding: dit activumtype ondersteunt alle mediatypen voor afbeeldingen die bekend zijn bij Oracle Content Management. U kunt dit activumtype direct gebruiken voor het beheren van afbeeldingsbestanden in repository's.
• Video: dit activumtype ondersteunt alle mediatypen voor video's die bekend zijn bij Oracle Content Management. U kunt dit activumtype direct gebruiken voor het beheren van videobestanden in repository's.
• Video Plus: dit activumtype ondersteunt dezelfde mediatypen als het type 'Video', maar is ontworpen voor het beheren van geavanceerde video's.
• Bestand: dit activumtype is geschikt voor het beheren van andere bestanden dan afbeeldingen of video's.

U kunt aangepaste typen digitale activa beperken voor het ondersteunen van alleen specifieke mediatypen en indien nodig aangepaste attributen toevoegen voor het beheren van digitale activa in uw organisatie.

U kunt een bestaand activumtype kopiëren of een nieuw type maken. U kunt bijvoorbeeld het ingebouwde type 'Afbeelding' kopiëren en attributen toevoegen om een aangepast activumtype te maken.

1. Meld u aan als inhoudbeheerder in uw browser en klik in het linkernavigatiemenu, onder 'Beheer', op Inhoud.
2. Selecteer Typen activa in het dropdownmenu.
3. Als u een nieuw type digitaal activum wilt maken, klikt u op Maken.
4. Voer een naam en optionele beschrijving in voor het type, selecteer Een type digitaal activum maken en klik vervolgens op Maken.
5. Selecteer op het tabblad Mediatypen de mediatypen die u wilt ondersteunen voor dit type digitaal activum. Zoek en selecteer een extensie en klik vervolgens op Toevoegen.

   Als u een of meer videotypen selecteert die Video Plus ondersteunen, kunt u (interne koppeling) Video Plus OLINK Video Plus activeren. Video Plus biedt ondersteuning voor geavanceerde videomogelijkheden, waaronder geoptimaliseerde streaming, automatische transcodering, conversie en videobewerking.

6. Klik op het tabblad Definitie.
7. Sleep een gegevensveld naar de definitie van het type digitaal activum.
8. De instellingenpagina voor het gegevensveld wordt geopend:
   • Voer een weergavenaam en optionele beschrijving in voor het gegevensveld.
   • Bewerk de veldnaam desgewenst. Deze naam moet uniek zijn.
   • Als u tekst hebt geselecteerd, geeft u aan of in het veld een enkele waarde of meerdere waarden zijn toegestaan. Geef in het laatste geval ook het aantal toegestane waarden aan.
   • Geef aan of het veld vereist is wanneer gebruikers het digitale activum versturen.
9. Stel op de weergavepagina voor het gegevensveld in hoe uw gegevensveld eruitziet en of u een soort validatie wilt toepassen. In elk gegevensveld staan verschillende weergavewaarden, zoals validatie, minimum- of maximumlengte, de te gebruiken teksteditor (tekstgebied of RTF-teksteditor), en wordt aangegeven of de gegevens een bepaald patroon moeten volgen, bijvoorbeeld voor een geldig e-mailadres of een geldige postcode. Zie Gegevensvelden voor meer informatie over de beschikbare gegevensvelden en de bijbehorende opties.

   Als u een groot tekstveld toevoegt en het uiterlijk instelt op 'RTF-editor', kunt u het type werkbalk selecteren: 'Standaard', 'Basis' of 'Aangepast'. Zie De werkbalk 'RTF-editor' aanpassen voor informatie over de aangepaste opgemaakte-teksteditor.

10. U kunt in de definitie van het type digitaal activum gerelateerde velden groeperen zodat de formulieren eenvoudiger te gebruiken zijn door de bijdragers.
    • Klik op Groep toevoegen om een groep te maken en geef de groep vervolgens een naam. Sleep desgewenst gegevensvelden naar de groepen.
    • Geef aan of de groep standaard moet zijn samengevouwen wanneer deze wordt bekeken in de editor voor het digitale activum.
    • Klik op als u een groepsnaam wilt bewerken.
    • Klik op als u een groep wilt verwijderen. Bepaald of u de gegevensvelden samen met de groep wilt verwijderen of dat u de gegevensvelden naar een andere groep wilt verplaatsen.
11. Op de pagina Vriendelijke URL voor het type digitaal activum kunt u een leesbare URL opgeven voor digitale activa die op basis van dit activumtype zijn gemaakt.
12. Selecteer op de pagina Lay-out inhoud voor het type digitaal activum de lay-outs en voorbeeldindelingen die u beschikbaar wilt maken voor dit type digitaal activum. Wanneer een digitaal activum op basis van dit type digitale activum wordt gemaakt, kan de maker van het activum bekijken hoe het activum eruitziet in elk van de lay-outs.
    • Lay-outs sitebuilder: selecteer de desktop- en mobiele lay-outs voor elke lay-outstijl die in de sitebuilder wordt gebruikt. Als het digitale activum dat op basis van dit type is gemaakt wordt gebruikt op een website, moet u de inhoudlay-outs maken en uploaden voordat u een type digitaal activum maakt.
    • Aangepaste en geprecompileerde lay-outs: Voeg aangepaste lay-outstijlen toe die kunnen worden gepubliceerd via de API en eventueel kunnen worden gebruikt om HTML-weergaven te publiceren voor de gepubliceerde activa. Zie voor meer informatie: Aangepaste componenten en lay-outs beheren.
      1. Klik op Lay-outstijl toevoegen.
      2. Voer een stijlnaam in.
      3. Er wordt automatisch een API-naam gegenereerd, maar u kunt deze desgewenst bewerken. De API-naam moet uniek zijn.
      4. Selecteer desktop- en mobiele lay-outs.
      5. Als u HTML-weergaven van de inhoud in deze lay-out wilt publiceren wanneer het activum wordt gepubliceerd, selecteert u HTML publiceren. Wanneer het activum wordt gepubliceerd, wordt hiervan automatisch een HTML-weergave gemaakt. Repositorybeheerders kunnen ook handmatig HTML-weergaven opnieuw publiceren voor alle gepubliceerde activa van dit activumtype.
    • Voorbeeldlay-outs site: als u wilt dat de maker van het digitale activum kan bekijken hoe het digitale activum eruitziet op een bepaalde sitepagina, selecteert u de site en pagina die met Oracle Content Management zijn gemaakt of voert u een externe URL voor de site en pagina in. Externe URL's kunnen plaatsaanduidingen omvatten voor id, type, taal en slug. Bijvoorbeeld http://www.example.com/mypage/{id}/{type}/{language}/{slug} of http://www.example.com/mypage?id={id}&lang={language}&type={type}&slug=(slug).

Als u de eigenschappen van het type digitaal activum wilt weergeven, klikt u op .

Het type digitaal activum moet aan ten minste één repository worden gekoppeld en gebruikers moeten ten minste de rol van bijdrager hebben in de repository zodat het type digitaal activum kan worden gebruikt voor het maken van digitale activa.