Als u een Oracle Content Management service-instance wilt maken, moet u de primaire accountbeheerder zijn of moet de accountbeheerder uw gebruikersaccount hebben ingesteld met de juiste rechten.
Ga als volgt te werk om een Oracle Content Management instance te maken:
Het door u gemaakte compartiment is mogelijk niet onmiddellijk beschikbaar. Probeer het even later opnieuw als het niet zichtbaar is.
Veld | Beschrijving |
---|---|
Naam instance | Geef een unieke naam op voor uw service-instance. Als u van plan bent om meerdere instances te maken, zorgt u ervoor dat de naam van de instance duidelijk maakt waarvoor de instance wordt gebruikt. Als u een reeds bestaande naam opgeeft, wordt een foutmelding weergegeven en wordt de instance niet gemaakt. |
Beschrijving | Voer desgewenst een beschrijving in van de instance. |
E-mail melding | Zorg dat u het e-mailadres invoert waar de updates van de initialisatiestatus naartoe moeten worden gestuurd. |
Licentietype | Kies het type licentie dat u wilt gebruiken voor deze instance:
Met een BYOL-licentie worden activa gefactureerd tegen een lager tarief dan met een nieuwe Oracle Content Management licentie. Uw bedrijf komt in aanmerking voor een BYOL-licentie voor Oracle Content Management als het al beschikt over een in aanmerking komende lokale productlicentie voor WebCenter met geldige onderhoudsondersteuning. Raadpleeg de Servicebeschrijvingen Universal Credits Oracle PaaS en IaaS voor een beschrijving van WebCenter producten die in aanmerking komen voor een BYOL-licentie en voor de omzettingspercentages voor WebCenter processorlicenties. |
Toegangstoken (wordt alleen weergegeven voor niet-SSO-gebruikers) |
Als u niet de primaire accountbeheerder bent en u zich hebt aangemeld met een OCI-gebruikersaccount (Oracle Cloud Infrastructure) zonder SSO (Single Sign-On) te gebruiken, voert u het IDCS-toegangstoken in dat aan u is verstrekt. Toegangstokens verlopen na een uur. Opmerking: als u deze Oracle Content Management instance in een secundair IDCS-domein (Oracle Identity Cloud Service) maakt, is dit toegangstoken nog steeds bedoeld voor het primaire IDCS-domein. |
Veld | Beschrijving |
---|---|
Compartiment. | Dit is het compartiment dat u eerder hebt geselecteerd. Zo nodig kunt u het wijzigen. |
Instancetype (niet ondersteund in Starter Edition) | Het instancetype is standaard primair (bijvoorbeeld uw productie-instance). U moet minstens één primaire instance hebben. Als deze instance een niet-primaire instance is (bijvoorbeeld een instance voor ontwikkeling, tests of calamiteitenherstel), selecteert u Niet-primair in de dropdownlijst. Primaire en niet-primaire instances zijn gefactureerd tegen verschillende tarieven.
Als deze instance een niet-primaire instance is, wilt u wellicht een label aanbrengen om op te geven waarvoor de instance wordt gebruikt. |
Upgrade plannen (niet ondersteund in Starter Edition) | U hebt zelf in de hand of er direct een upgrade van uw instance wordt uitgevoerd (zodra de nieuwe release van Oracle Content Management beschikbaar is) of vertraagd volgens een schema (één release achterlopend). Stel u hebt bijvoorbeeld een stap- en een productie-instance (respectievelijk een non-primaire en primaire instance). U stelt dan uw stapinstance in voor direct upgraden en uw productie-instance voor vertraagd upgraden. Zo kunt u de upgrade testen op de stapinstance, zonder dat dit van invloed is op de sites die u hebt geïmplementeerd. Als u problemen ondervindt, kunt u ze melden bij Oracle Support, zodat ze kunnen worden opgelost voordat de upgrade wordt toegepast op uw productie-instance.
Als u deze functie wilt gebruiken, maar niet kunt vinden, neemt u contact op met Customer Support. Selecteer een van de volgende opties:
Nadat u deze instance hebt gemaakt, kunt u deze instelling niet meer wijzigen. |
Type toegang tot instance (niet ondersteund in Starter Edition) | Hiermee wordt bepaald of uw instance toegankelijk is via openbaar internet of via een dedicated privéverbinding met Oracle Cloud Infrastructure FastConnect.
Als u deze functie wilt gebruiken, maar niet kunt vinden, neemt u contact op met Customer Support. Selecteer een van de volgende opties:
Nadat u deze instance hebt gemaakt, kunt u deze instelling niet meer wijzigen. |
IDCS-domeinnaam | Als u deze Oracle Content Management instance in een secundair IDCS-domein (Oracle Identity Cloud Service) maakt, voert u de waarde voor het identiteitsdomein in die u hebt genoteerd in de vereiste stappen. |
IDCS-domein-ID | Voer de domein-ID van het secundaire IDCS-domein in dat u hebt verkregen van de service-instance-URL en hebt genoteerd in de vereiste stappen. Laat het gedeelte "https://" weg. |
Tags | Desgewenst kunt u tags toevoegen om deze instance met metagegevens te categoriseren. U kunt vervolgens uw lijst met instances filteren op tags. |
Opmerking:
Neem contact op met Customer Support als het u niet lukt om een service-instance te maken.Nadat u de Oracle Content Management instance hebt gemaakt, wordt u naar de pagina voor Content Management instances gebracht en ziet u de status van uw instance. Het duurt even voordat de instance wordt geïnitialiseerd, en de pagina wordt automatisch bijgewerkt om de huidige status te tonen. De Oracle Content Management instance wordt gemaakt in de regio en het compartiment die u hebt ingevoerd, met de tags die u hebt ingevoerd, en er wordt een e-mailbericht verzonden naar het e-mailadres voor meldingen dat u hebt opgegeven om u te laten weten wanneer de service-instance is gemaakt. Wanneer de instance is gemaakt, kunt u op de naam van de instance klikken om de details ervan te bekijken. Vervolgens klikt u op de knop Instance openen om de Oracle Content Management webinterface te openen.
Belangrijk:
Er wordt automatisch een beveiligingspolicy met de titelOCE_Internal_Storage_Policy
gemaakt en toegevoegd aan het startcompartiment, waardoor in Oracle Content Management toegang wordt verkregen tot objectopslag. De beveiligingspolicy is van toepassing op alle compartimenten in het startcompartiment, inclusief elk nieuw compartiment dat u voor Oracle Content Management hebt gemaakt. Verwijder deze policy niet, anders kan in Oracle Content Management geen toegang meer worden verkregen tot objectopslag.Nadat u de service-instance hebt gemaakt, gaat u gebruikers en groepen instellen.