Verbinding maken met Narrative Reporting in Smart View

U kunt verbinding maken met Narrative Reporting wanneer u Microsoft Excel, Word of PowerPoint start.

1. Voer een van de volgende acties uit:

   • Als u met rapportpackages van Narrative Reporting werkt, start u afhankelijk van de inhoud van het rapportpackage Word of PowerPoint op.

     Opmerking:

     Rapportpackages kunnen bestaan uit Word-documenten of PowerPoint-dia's, maar niet uit beide.

   • Als u werkt met modellen en rapporten van Narrative Reporting start u Excel op.

2. Selecteer het Smart View-lint en klik vervolgens op Paneel.
3. Selecteer in het Smart View-venster Privéverbindingen.

   U kunt ook via het Smart View-venster klikken op de pijl naast de knop Overschakelen naar, , en vervolgens Privéverbindingen selecteren in de dropdownlijst.

4. In het tekstvak dat u ziet in Afbeelding 24-2, klikt u op de pijl om het dropdownmenu weer te geven en uw verbinding te selecteren.

   Afbeelding 24-2 Pijl van snelle verbinding voor dropdownlijst

   
   
   

   Als u uw gegevensbronverbinding hebt gemaakt met de procedure in Verbindingen maken met Narrative Reporting, moet deze worden weergegeven onder URL's voor Snel verbinden in de dropdownlijst.

5. Voer in het venster Inloggen uw Gebruikersnaam en Wachtwoord in en klik vervolgens op Aanmelden.

   Het beginpaneel van Narrative Reporting wordt weergegeven. Met het beginpaneel van Narrative Reporting kunt u snel toegang krijgen tot uw wachtende taken en ander werk waarbij u bent betrokken. Via het beginpaneel van Narrative Reporting kunt u toegang krijgen tot het volgende:

   • Niet-voltooide taken: niet-voltooide taken die aan u zijn toegewezen.

   • Actieve rapportpackages: actieve rapportpackages waarvoor u uitstaande taken en autorisaties hebt.

   • Recente items: items die u onlangs hebt geopend.

   • Bibliotheek: de bibliotheek van items in Narrative Reporting, inclusief rapportpackages en rapportageapplicaties.

   • Nieuw rapportpackage: snelkoppeling naar het dialoogvenster Nieuw rapportpackage waarin u een structuur van een rapportpackage kunt definiëren.

   In Afbeelding 24-3 wordt een voorbeeld getoond van het beginpaneel van Narrative Reporting.

   Afbeelding 24-3 Het beginpaneel van Narrative Reporting

   
   
   

   Opmerking:

   In de volgende stap wordt uitgelegd hoe u toegang krijgt tot een rapportpackage of rapportageapplicatie via de Narrative Reporting bibliotheeknode door te klikken op Bibliotheek in het beginpaneel van Narrative Reporting. U kunt ook toegang krijgen tot rapportpackages en taken met behulp van Niet-voltooide taken, Actieve rapportpackages en Recente items. Deze toegangsmethoden worden beschreven in Startpaneel van Narrative Reporting gebruiken.

6. Klik op Bibliotheek en voer een actie uit:

   • Ga als volgt te werk om te werken met rapportpackages in Word of PowerPoint:

     1. Vouw de node Narrative Reporting en vervolgens de node Bibliotheek uit. Vouw daarna de map Rapportpackages uit en selecteer vervolgens een rapportpackage.

        
        
        

        U kunt het rapportpackage ook vinden door te navigeren naar:

        • De map Recent, als u onlangs het rapportpackage in de webinterface van Narrative Reporting hebt geopend

        • De map Favorieten, als u het rapportpackage hebt aangeduid als een favoriet in de webinterface van Narrative Reporting

        • Een door de gebruiker gedefinieerde map, als het rapportpackage is opgeslagen in een map die is gemaakt in de webinterface van Narrative Reporting

     2. Selecteer Rapportpackage openen in het actiepaneel.

        U kunt ook met de rechtermuisknop op de naam van het rapportpackage klikken en Rapportpackage openen selecteren, of dubbelklikken op de naam van het rapportpackage om het te openen.

     3. Als u met rapportpackages wilt werken, gaat u verder met de volgende onderwerpen in dit hoofdstuk:

        • Doclets samenstellen

        • Controles uitvoeren

        • Aftekeningen uitvoeren

   • Ga als volgt te werk om te werken met modellen van Narrative Reporting in Excel:

     1. Vouw achtereenvolgens de map Rapportageapplicaties en een applicatie uit en selecteer vervolgens een model.

        
        
        

     2. Klik op Verbinden in het actiepaneel.

        U kunt ook met de rechtermuisknop op de modelnaam klikken en Verbinden selecteren, of dubbelklikken op de modelnaam waarmee u verbinding wilt maken.

     3. Raadpleeg hoofdstuk Ad-hocanalyse in deze handleiding voor informatie over het werken met de Narrative Reporting rapportageapplicatie of applicaties van andere Oracle providers.

   Opmerking:

   In Excel kunt u ook in het Smart View venster navigeren naar Narrative Reporting en vervolgens naar Bibliotheek. Selecteer daarna een rapportpackage. Het rapportpackage wordt door Smart View geopend in Word of PowerPoint.

7. Optioneel: zie Voorbeeld: werken met Narrative Reporting gegevens in Smart View voor een korte beschrijving van het gebruik van Narrative Reporting met Smart View.