Koppelingen verwijderen in gekoppelde normale doclets

Als u wijzigingen wilt aanbrengen in de inhoud van een gekoppelde normale doclet, moeten de updates worden doorgevoerd in het documentbestand van de bronbibliotheek. U kunt ook de koppeling naar het bibliotheekbestand verwijderen en zo de gekoppelde doclet in het rapportpackage vervangen door een normale doclet.

Gebruik de knop Bestand vervangen op het lint van Narrative Reporting om de koppeling in een gekoppelde normale doclet te verwijderen.

Zodra de koppeling is verwijderd, wordt de gekoppelde normale doclet een normale doclet in het rapportpackage en kunnen hiervoor alle gebruikelijke workflowtaken worden uitgevoerd die aan een gewone doclet zijn gekoppeld. Toegewezen auteurs kunnen de doclet nu verder bijwerken door bijvoorbeeld de inhoud van de doclet te wijzigen, variabelen in te voegen en ingesloten inhoud in te voegen.

Ga als volgt te werk om de koppeling in een gekoppelde normale doclet te verwijderen:
  1. Open een rapportpackage. Selecteer een gekoppelde normale doclet en klik op het lint van Narrative Reporting achtereenvolgens op Openen en Uitchecken.

    U kunt ook de doclet in het rapportpackage selecteren en vervolgens Openen en uitchecken selecteren in het actiepaneel.

    In Oracle Smart View for Office kunt u het gekoppelde docletbestand bekijken door de doclet in 'Report Center' te selecteren en op Openen te klikken. Als u de koppeling in de gekoppelde normale doclet wilt verwijderen, moet u de doclet echter uitchecken.

    Als u de gekoppelde normale doclet uitcheckt, wordt de knop Bestand vervangen in het lint van Narrative Reporting geactiveerd.

  2. Klik op het lint van Narrative Reporting op Bestand vervangen.


    Knop 'Bestand vervangen'

    In Narrative Reporting ziet u een bericht dat het docletbestand is gekoppeld en dat de koppeling wordt verbroken als u het bestand vervangt.

    Zodra een gekoppelde normale doclet is vervangen, wordt de doclet een normale doclet. De normale doclet kan op dezelfde manier worden samengesteld als elke andere normale doclet. U kunt verdere samenstellingstaken voor de doclet uitvoeren, zoals het insluiten van inhoud of het invoegen van variabelen. Ook kan de doclet worden verstuurd of goedgekeurd.

  3. Klik op Inchecken om het vervangen bestand in te checken.

    In plaats van op de knop Vervangen te klikken, zoals beschreven in de vorige stap, kunt u ook op de dropdownpijl op de knop Inchecken klikken en Bestand vervangen en inchecken selecteren zodat het bestand in één bewerking wordt vervangen en ingecheckt.

  4. Toegewezen auteurs kunnen doorgaan met samenstellingstaken voor de vervangen doclet.

    Auteurs kunnen bijvoorbeeld de doclet wijzigen, inhoud insluiten, variabelen invoegen, de doclet uploaden en inchecken, en zo nodig doorgaan met het versturen, goedkeuren, intrekken of afwijzen van de doclet.