Gekoppelde normale doclets

Met gekoppelde normale doclets kunt u eenvoudig gemeenschappelijke bibliotheekdocumenten delen met meerdere rapportpackages.

Documenten die zijn opgeslagen in mappen in de bibliotheek van Narrative Reporting kunnen aan rapportpackages worden toegevoegd als gekoppelde normale doclets. Een gekoppelde normale doclet onderhoudt een persistente koppeling met het bibliotheekdocument. Wanneer het bibliotheekdocument wordt bijgewerkt, worden in Narrative Reporting automatisch alle doclets bijgewerkt die aan het bibliotheekdocument zijn gekoppeld. Het docletbestand wordt in Narrative Reporting bijgewerkt totdat de docletkoppeling wordt gedeactiveerd.

Met gekoppelde normale doclets wordt de consistentie van gemeenschappelijke inhoud in rapportpackages eenvoudig gewaarborgd.

Note:

  • Gekoppelde doclets zijn alleen van toepassing op normale doclets.

  • Gekoppelde normale doclets worden niet ondersteund voor verwijzingsdoclets en aanvullende doclets.

  • Ingesloten inhoud en variabelen worden niet ondersteund in gekoppelde doclets.

  • Workflowactiviteiten, zoals 'Versturen', 'Goedkeuren', 'Afwijzen' en 'Intrekken', zijn van toepassing op gekoppelde normale doclets. Deze taken kunnen worden voltooid in Oracle Smart View for Office.

  • De koppeling wordt gedeactiveerd wanneer de doclet wordt gemarkeerd als voltooid.

Het documentsoort dat u kunt opgeven als gekoppelde normale doclet, hangt af van het rapportpackagesoort, zoals getoond in Table 24-1.

Table 24-1 Ondersteuning voor gekoppelde doclets per rapportpackagesoort

Soort rapportpackage Ondersteunde documentsoort voor koppeling

Word

Word

PowerPoint

PowerPoint

PDF

PDF, Word, PowerPoint, Excel, Reports

In Smart View kunt u het volgende doen:

  • Bekijk de inhoud van een gekoppelde normale doclet in een rapportpackage door de doclet te selecteren en op Openen te klikken.

  • Bekijk de eigenschappen van een gekoppelde normale doclet door de doclet te selecteren in 'Report Center'. Selecteer hiervoor Eigenschappen in het actiepaneel of klik op de knop Inspecteren op het lint van Narrative Reporting.

  • Voer de volgende workflowtaken voor de auteursfase uit op een gekoppelde normale doclet: Versturen, Goedkeuren, Intrekken, Afwijzen.

  • Vervang de gekoppelde normale doclet zodat de koppeling wordt verwijderd door de gekoppelde normale doclet uit te checken en op de knop Bestand vervangen op het lint van Narrative Reporting te klikken. U ontvangt een waarschuwing van Narrative Reporting dat de koppeling wordt verbroken bij het vervangen van het bestand. Na het bevestigen van de bewerking Bestand vervangen en het inchecken van de niet-gekoppelde doclet, is de doclet vergelijkbaar met elke andere normale doclet in het rapportpackage en kunt u doorgaan met het samenstellen, laden, inchecken, versturen, goedkeuren, intrekken en afwijzen van de doclet.

    Wijzigingen die zijn aangebracht in de niet-gekoppelde doclet, worden alleen weergegeven in de doclet in het huidige rapportpackage en niet in het bibliotheekdocument waaraan het eerder was gekoppeld.

    In de webapplicatie van Narrative Reporting kan de docletkoppeling ook worden verwijderd of gedeactiveerd wanneer de doclet is gemarkeerd als voltooid, de auteursfase is voltooid of het rapportpackage is gemarkeerd als definitief.

Zie Koppelingen verwijderen in gekoppelde normale doclets om de koppeling in een gekoppelde normale doclet te verwijderen.

Note:

Als u na het verwijderen van een docletkoppeling, of vanwege een verbroken koppeling, de koppeling met het bibliotheekdocument wilt herstellen (opnieuw koppelen), moet u de koppelingsprocedure in web Narrative Reporting uitvoeren. Deze procedure wordt niet ondersteund in Smart View. Zie Werken met gekoppelde normale doclets in Doclets samenstellen en goedkeuren voor Narrative Reporting voor meer informatie.