Functies maken in de Functiebuilder

In de Functiebuilder kunt u een functie selecteren en opgeven welke verbinding en onderdelen u door de functie wilt laten gebruiken. In de Functiebuilder wordt de functie vervolgens met de juiste syntaxis gemaakt en in de geselecteerde cel ingevoerd. U kunt deze functies bewerken.

Welke selecties beschikbaar zijn in een bepaald veld van de Functiebuilder, hangt af van de selecties die u in andere velden van de Functiebuilder hebt gemaakt. Voorbeeld: er worden alleen verbindingen weergegeven die door de geselecteerde functie worden ondersteund, en er worden alleen dimensies weergegeven die door de geselecteerde functie worden ondersteund.

Er kan een celverwijzing worden geselecteerd voor elk functieargument. Als u invoerwaarden voor argumenten weet, kunt u functies maken in de offline modus. Typfunctionaliteit is beschikbaar voor elk argument.

Functieomschrijvingen

Opmerking:

U kunt functies gebruiken die zijn gemaakt in de Functiebuilder vóór release 11.1.2.2.310. Vanaf release 11.1.2.2.310 worden in de Functiebuilder echter komma's (,) gebruikt om onderdelenlijstargumenten te scheiden in plaats van puntkomma's (;). De nieuwe Functiebuilder ondersteunt beide tekens, maar als u een functie wijzigt die in de eerdere versie is gemaakt, wordt u gevraagd te converteren naar de nieuwe door komma's gescheiden notatie. Als u ervoor kiest om de functie niet te converteren, worden uw wijzigingen niet toegepast.

Ga als volgt te werk om functies te maken met de Functiebuilder:

  1. Maak verbinding met de juiste gegevensbron.

    In de Functiebuilder worden gedeelde verbindingen, privéverbindingen en URL-verbindingen ondersteund. De beste aanpak is om ervoor te zorgen dat u op kubusniveau bent verbonden. Als u op applicatieniveau bent verbonden, krijgt u mogelijk het bericht "Kubus niet geselecteerd" wanneer u Smart View functies zoals 'HsGetValue' of 'HsSetValue' gebruikt. Voor Oracle Hyperion Financial Management kunt u echter op applicatieniveau verbonden blijven om Smart View functies te gebruiken.

    Oracle Essbase: als u een privéverbinding gebruikt en voor uw functie een aliastabel wordt gebruikt, controleert u of de juiste aliastabel of de aliastabel 'Standaard' voor de verbinding wordt gebruikt. Klik in het Smart View-venster met de rechtermuisknop op de databasenaam en selecteer Aliastabel instellen. Zorg ervoor dat de juiste aliastabel is geselecteerd en vernieuw vervolgens het blad.

  2. Klik in het werkblad op de cel waarin u de functie wilt invoeren.
  3. Navigeer in het Smart View-venster naar de database waarop u de functie wilt baseren, klik met de rechtermuisknop op de databasenaam en selecteer vervolgens Functie bouwen.

    Als u de Functiebuilder op deze manier opent, wordt het veld Verbinding van het dialoogvenster Functieargumenten vooraf gevuld met specifieke verbindingsgegevens, zoals beschreven in stap 4.

    Of klik op het Smart View-lint op Functies en selecteer vervolgens Functie bouwen.

    Wanneer u de Functiebuilder op deze manier opent, is het veld Verbinding in het dialoogvenster Functieargumenten leeg. U kunt verbindingsgegevens opgeven, zoals beschreven in stap 4. Of, als er een actieve verbinding op het blad staat, selecteert u HSACTIVE in de dropdownlijst.

  4. Selecteer een functie in de lijst bij Functie selecteren en klik op OK.

    Afbeelding 17-1 Functiebuilder, dialoogvenster 'Functie selecteren'


    Het dialoogvenster 'Functie selecteren' van de Functiebuilder, met HsGetValue geselecteerd zoals beschreven in deze sectie

    Opmerking:

    Niet alle functies zijn beschikbaar voor alle providers. Zie Tabel 17-1 voor een lijst met functies en de ondersteunde providers.

    Het dialoogvenster Functieargumenten wordt weergegeven waarbij het veld Verbinding automatisch is gevuld met verbindingsgegevens in een van de volgende formaten.

    • Voor gedeelde verbindingen:

      WSFN|ProviderType|Server|Applicatie|Database

      De bovenstaande parameter WSFN geeft aan dat deze functie een Workspace-functie is en dat er een gedeelde verbinding voor wordt gebruikt. Met Workspace-functies worden verbindingen met Oracle Hyperion Enterprise Performance Management Workspace of Oracle Enterprise Performance Management Cloud ondersteund.

    • Voor privéverbindingen:

      PrivateConnectionName

    • Voor URL-verbindingen:

      URLFN|URL|Server|Applicatie|Database

    Zoals hierboven is getoond, bevat de token alle informatie die nodig is om een verbinding te maken. Als de token ongeldige informatie bevat, wordt de fout #NoConnection weergegeven met de volgende uitzonderingen voor de servertoken:

    • Voor EPM Cloud-bedrijfsprocessen, zoals Planning, kan de servertoken leeg (of ongeldig) zijn.
    • De Essbase servertoken mag alleen leeg zijn.
    • Voor Financial Management is de servertokenparameter vereist.

    Gebruik de bovenstaande syntaxis als u de verbindingsgegevens handmatig wilt invoeren.

  5. Doe in Functieargumenten voor elk argument in de geselecteerde functie het volgende:
    • Klik op de meest rechtse knop, Knop Onderdelen selecteren, opent het dialoogvenster Onderdelen selecteren.

      Bijvoorbeeld: klik voor HsGetValue op Knop Onderdelen selecteren, opent het dialoogvenster Onderdelen selecteren om onderdelen te selecteren in Onderdelen selecteren; voor HsLabel en HsGetVariable selecteert u uit de dropdownlijst met labels, respectievelijk variabelen.

      Essbase: als namen van variabelen worden gedupliceerd, wordt de volledig gekwalificeerde naam ervan in de dropdownlijst weergegeven. Hiermee kunnen variabelen worden geïdentificeerd die zijn gedefinieerd op de algemene, applicatie- en databaseniveaus.

    • Voer het argument in het tekstvak in als u argumenten handmatig wilt typen. Als u bijvoorbeeld een onderdeel wilt typen, gebruikt u het formaat: dimensie#onderdeel, zoals Jaar#Kw1 of Jaar#Jan.

    • Als u celverwijzingen wilt gebruiken, volgt u de procedure in Celverwijzingen gebruiken.

    In Afbeelding 17-2 ziet u een ingevuld Functieargumenten-dialoogvenster voor de functie HsGetValue.

    Afbeelding 17-2 Functiebuilder, dialoogvenster Functieargumenten voor HsGetValue op basis van de Sample Basic-database van Essbase


    Het dialoogvenster Functieargumenten van Functiebuilder voor de functie HsGetValue Er is een veld Verbinding en velden voor het invoeren van dimensies en onderdelen voor elk functieargument.

    De argumenten die worden weergegeven in Functieargumenten, variëren afhankelijk van de functie die is geselecteerd in de vorige stap.

    Opmerking:

    De beste aanpak is:
    • Gebruik een celverwijzing voor HsGetSheetInfo. Zie Celverwijzingen gebruiken voor meer informatie.

    • Alleen voor HsSetValue: selecteerGegevens of Celverwijzing en voer de waarde in om te versturen.

    • Alleen voor HsGetText en HsSetText:

      • Selecteer Toelichtingen of Celverwijzing en voer vervolgens de celtekst in om te versturen

      • Selecteer Celtekstlabel en selecteer vervolgens een label in het dropdownmenu

    • Als er een actieve werkbladverbinding beschikbaar is, kunt u HSACTIVE selecteren in de dropdownlijst Verbinding.

  6. Klik op Valideren en corrigeer fouten die worden opgemerkt.

    Enkele fouten die u mogelijk ziet, zijn de volgende:

    • Verbinding offline of ongeldig

    • Ongeldige selectie

    • Onderdeelnaam is ongeldig of komt niet overeen met geselecteerde alias

    • Dimensienaam is ongeldig of komt niet overeen met geselecteerde alias

    • Onvolledige combinatie dimensie/onderdeel

    • Generieke 'fout' in gevallen van ontbrekende aanhalingstekens of andere kleine syntaxisfouten

    In Afbeelding 17-3 worden fouten weergegeven in het dialoogvenster 'Functieargumenten' nadat u op de knop Valideren hebt geklikt. In het volgende voorbeeld uit de Financial Management-voorbeeldapplicatie staan fouten in de syntaxis voor twee van de dimensie#onderdeel-combinaties. De eerste fout is dat de dimensienaam ongeldig is of niet overeenkomt met de geselecteerde alias. De tweede fout is dat de onderdeelnaam ongeldig is of niet overeenkomt met de geselecteerde alias.

    Afbeelding 17-3 Validatiefouten Functiebuilder


    Het dialoogvenster Functieargumenten van Functiebuilder voor de functie HsGetValue Er staan fouten in de syntaxis voor twee van de dimensie#onderdeel-combinaties. De eerste fout is dat de dimensienaam ongeldig is of niet overeenkomt met de geselecteerde alias. De tweede fout is dat de onderdeelnaam ongeldig is of niet overeenkomt met de geselecteerde alias.
  7. Wanneer de functievalidatie is gelukt, klikt u op OK om de functie in de geselecteerde cel in te voegen.
  8. Als u de functie wilt uitvoeren, volgt u de procedure in Functies uitvoeren.